Malaise in Mortsel

Agfa-Gevaert beleeft stormachtige tijden. De beeldvormingsgroep uit Mortsel wordt van alle kanten onder vuur genomen, het aandeel op de beurs kreeg klappen na teleurstellende kwartaalcijfers en het onvoltallige management slaagt er maar niet in het tij te keren. Een portret van een bedrijf in crisis.

Door Bert Lauwers

Agfa-Gevaert maakt nog steeds winst. Tot zover het goede nieuws, want het bedrijf is vastgespijkerd in de hoek waar de klappen vallen. Er werd de voorbije jaren aan de lopende band geherstructureerd, en of het einde in zicht is, is maar de vraag. Analisten en beleggers maken zich voortdurend zorgen over de afkalvende resultaten en marges. Ze betwijfelen of het management – of wat daar nog van overblijft – kort genoeg op de bal speelt. “De beleggers hebben het aandeel terecht afgestraft. Het management heeft zwaar gefaald en bij hen alle krediet verloren”, vindt Alain Deneef, hoofdredacteur van de beleggingsbladen Inside Beleggen en Cash.

Over dat management bestaat trouwens de grootste onduidelijkheid. Of zoals een waarnemer het uitdrukt: “Is het wel aanvaardbaar voor een Bel20-bedrijf dat de voorzitter meteen ook CEO is, de directeur communicatie ook CFO is, er geen personeelsdirecteur is terwijl het bedrijf zo’n transformatie doormaakt, en dat het bedrijf geen controller heeft?”

Ook topman Ludo Verhoeven zelf ontsnapt niet aan kritiek. “Hij schiet op alles en iedereen behalve op zichzelf”, klinkt het binnen het bedrijf. Een Belgische analist vult aan: “Cru gezegd: bij een crisis heb je een crisismanager nodig.”

En de crisis is groot. Tegenvallende voorlopige derdekwartaalresultaten vormden vorige week de aanzet voor een koersval tot bijna 9 euro. Dat is het laagste punt sinds het aandeel in juni 1999 tegen 22 euro naar de beurs trok. De marktkapitalisatie verschrompelde tot zowat 1,2 miljard euro, terwijl die voor de zomer nog ruim het dubbele bedroeg. Overdreven? Niet alle analisten zijn ervan overtuigd dat de absolute bodemkoers werd bereikt. “Een faillissement? Zeker niet, maar er is nog ruimte om waarde te vernietigen”, klinkt het bij een van hen.

Analistenroddels

Off the record uiten verscheidene waarnemers en analisten aan Trends hun ongenoegen over het bedrijf. “Een grote rotzooi”, zegt een van hen. “Zo’n vernietiging van aandeelhouderswaarde … Dat neemt stilaan ‘Lernout & Hauspieproporties’ aan”, vindt een insider. Bikkelhard oordelen ze over een bedrijf dat vorig jaar toch altijd nog een nettowinst van 15 miljoen euro realiseerde bij een omzet van 3,4 miljard euro. Agfa-Gevaert, ondanks alles toch nog een onvervalste wereldspeler met 14.000 werknemers, lijkt dan ook vooral te kampen met een barslecht imago dat het aangemeten kreeg door onduidelijke communicatie en twijfel over managementbeslissingen in de voorbije jaren.

Na de verkoop van de fotofilmdivisie bleven er nog twee grote divisies over: Healthcare en Graphics. Vorig jaar volgde een nieuwe herschikking en kwam een deel van de activiteiten in een derde divisie, Specialty Products, terecht. Die zal worden omgedoopt tot Materials. De drie takken zouden tegen eind dit jaar in drie aparte, beursgenoteerde ondernemingen worden opgedeeld. Maar bij de eerste winstwaarschuwing deze zomer werd de opsplitsing uitgesteld tot juni volgend jaar. De nieuwe winstwaarschuwing bij de voorlopige derdekwartaalcijfers, zorgt voor twijfel of ook die timing haalbaar is.

Agfa heeft beloofd een update van zijn plannen te geven bij de presentatie van de definitieve kwartaalcijfers. Dat gebeurt op woensdag 31 oktober. Het bedrijf benadrukt intussen nog altijd voluit te gaan voor het oorspronkelijke splitsingscenario. Een terechte keuze, vinden velen, omdat er geen synergie is tussen de drie afdelingen. Toch is niet iedereen overtuigd. “Wat ben je met drie illiquide aandelen?”, vraagt een buitenlandse analist zich af.

Hopen op een overname

Feit is wel dat er interesse bestaat van overnemers voor de drie divisies van de groep. De vraag of kandidaat-kopers de opsplitsing van het bedrijf zullen afwachten alvorens toe te slaan, zal waarschijnlijk binnen een niet al te lange termijn worden beantwoord. Vooral de divisie Healthcare, goed voor 42 % van de omzet, zou kunnen rekenen op de nodige interesse. Zo worden Philips, General Electric en Siemens genoemd als potentiële gegadigden. De scherpe daling van de beurskoers van Agfa heeft in ieder geval het prijskaartje voor zo’n overname fiks doen dalen. En de drie genoemde kandidaten hebben een goedgevulde portefeuille.

Maar er hangen meer wolken boven Mortsel: de omgevingsfactoren zitten flink tegen. Vooral de dollar, de aluminium- en zinkprijs slaan gaten in de winst. Niet dat verzuchtingen over de grondstoffenprijzen nieuw zijn. “We horen dat al drie jaar. Waarom neemt Agfa niet gewoon enkele traders aan die de posities goed weten in te dekken?”, vraagt een analist zich af. Niet dat daartoe geen pogingen werden gedaan, maar het is een publiek geheim dat het bedrijf uit Mortsel zijn positie in aluminium verkeerd had ingedekt.

En alsof het niet genoeg is, dook ook AgfaPhoto, het ‘spook uit het verleden’, opnieuw op. Agfa verkocht de afdeling filmrolletjes in 2004, maar wordt nu achtervolgd door mediaberichten over een klacht van een veertigtal Franse handelaars en een zware claim van de Duitse curator van AgfaPhoto. Agfa zegt niet op de hoogte te zijn van beide eisen.

Bovendien opereert Agfa in snel evoluerende en risicovolle sectoren, terwijl het bedrijf nog altijd in volle overgang zit van een analoog naar digitaal bedrijf. Drukkerijen schakelen namelijk over van analoge naar digitale technologie terwijl ook industriële inkjettoepassingen zoals reclamepanelen en verpakkingen groeien. Ziekenhuizen werken steeds meer zonder röntgenfilms, dus richt Agfa Healthcare zich almaar meer op IT, met name databanken van radiologiebeelden en het verwerken van patiëntengegevens. Die IT-activiteiten hebben evenwel nog niet de verhoopte groei getoond. Sectorgenoten als Philips, Barco en GE hebben intussen al gemerkt dat ook de digitale markt vol valkuilen zit, en dat ondervindt Agfa nu aan de lijve.

Om het tij te keren zal Agfa een duidelijk positief signaal moeten geven. Zo’n krachtig signaal zou de verkoop zijn van een van de afdelingen, wordt gezegd. Achter de schermen wordt daarover naar verluidt druk gesproken. Mogelijk wachten kandidaat-kopers tot de mist is opgetrokken rond Healthcare. Dat moest eigenlijk het kroonjuweel zijn binnen de groep, maar dreigt voorlopig het probleemkind binnen de familie te worden door de verschrompelende marges. Het was trouwens Healthcare dat werd geviseerd bij de vorig jaar aangekondigde reorganisatie, die 2.000 jobs zou kosten en 250 miljoen euro besparingen moet opleveren.

Managerloos

Healthcare was ook de hoofdoorzaak van de winstwaarschuwing die Agfa gaf bij de voorlopige derdekwartaalresultaten. Er is natuurlijk wel reden tot ongerustheid: de omzet viel voor het eerst sinds 2004 terug en de winst- en margeverwachtingen stelden diep teleur. Bovendien heeft de afdeling geen leider meer sinds Philippe Houssiau deze zomer werd ontslagen.

De managementperikelen bij Healthcare zijn binnen Agfa jammer genoeg geen alleenstaand geval. Midden augustus was ook Marc Olivié, de gedelegeerd bestuurder van de hele groep, vertrokken. Nochtans ging die enkel maar opstappen als het bedrijf perfect op de rails zou staan. Van een vervanger voor Olivié was er bij het ter perse gaan van dit nummer nog geen spoor. Bestuursvoorzitter Verhoeven heeft die taak voorlopig op zich genomen, hoewel hij zich daarvoor naar verluidt laat bijstaan door het duo Jo Cornu en Fred Chaffart, twee leden van de raad van bestuur.

Niet enkel de medische afdeling kreunt. In de divisie Graphics heeft Agfa koortsachtig gewerkt aan nieuwe inkjettechnologie. Maar de lancering van die nieuwe machines heeft heel wat vertraging opgelopen. Sommige analisten beginnen nu al te vrezen dat de inkjetactiviteiten nooit winstgevend zullen worden.

De werknemers houden intussen opnieuw hun hart vast. In de acht jaren sinds de beursgang hebben zij al heel wat stormen moeten doorstaan: in 1999 moesten 1700 banen verdwijnen, twee jaar later ruim 4000 jobs, 750 in 2003, 1050 in 2004 en nog eens 2000 vorig jaar. Niet dat die operaties hadden moeten vermeden worden. “Ook nu nog kan er een stuk vet worden weggesneden”, zegt een waarnemer. “De herstructureringsmaatregelen die tot nu toe zijn genomen hebben er alleen maar voor kunnen zorgen dat de omzet niet dieper zou zakken.”

Dat het bedrijf bij vorige herstructureringen niet altijd voldoende snel heeft gereageerd bewijst de saga van de filmrolletjesdivisie AgfaPhoto. Die werd eerst wel, dan niet, en dan weer wel verkocht. In 2001 wou toenmalig topman Klaus Seeger al verkopen. Hij werd afgeblokt en stapte op. Opvolger Verhoeven gooide de afdeling fotofilmpjes drie jaar later alsnog – en voor een peulschil – de deur uit. De Duitse koper liet AgfaPhoto amper zes maanden later failliet gaan.

De tegenvallende resultaten, de dollar, de aluminium- en zinkprijzen, onzekerheid over Healthcare, het uitstel voor de opsplitsing en de managementperikelen… Ziedaar de cocktail die zware twijfels heeft doen rijzen over de toekomst van Agfa en zorgt voor een lawine aan verkooporders. Dat Agfa-Gevaert sinds het afhaken van KBC ook geen echte referentieaandeelhouder meer heeft, draagt ongetwijfeld bij tot de onrust. KBC heeft in de lente van vorig jaar zijn belang van 27 % in het bedrijf verkocht in de markt. Met die verkoop werd de grote fusie Almanij-KBC trouwens afgesloten. Grootste aandeelhouder is nu het Amerikaanse investeringsfonds Franklin Resources met 10 % van de aandelen. De bank Nordea is de op een na grootste met ruim 4 %. Benieuwd of zij aan boord blijven.

Verhoeven neemt na de kwartaalresultaten wat welverdiende vakantie. Hopelijk keert niet alleen voor hem maar voor het hele bedrijf snel de rust terug. De 14.000 werknemers, waarvan 4100 in België, zullen er wel bij varen. (T)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content