Maatschappelijk verantwoord besturen

In Frankrijk emigreert la gauche caviar naar Porto Alegre: zes ministers, drie kandidaten voor de presidentsverkiezingen en de eerste secretaris van de socialistische partij. Il faut que les damnés de la terre se sentent aimés. De politici leren de geneugten smaken van de mondiale aanstellerij. De staatslui evenaren niet het sex-appeal van de niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) en daarom pikken zij hun vel.

Is Guy Verhofstadt een liberaal? Van een liberaal mag worden verwacht dat hij voldoende knap is om het kaf en het koren van de corporate social responsibility (CSR) of het maatschappelijk verantwoord ondernemen te onderscheiden. Davos en Porto Alegre bevatten veel CSR-karaat. CSR is krompraat over het ondernemen. Met de verblinding van bekeerlingen zullen presidenten van multinationals tussen de wolkenkrabbers het evangelie van Greenpeace verkondigen.

Gisteren pompte Shell olie in Nigeria, vandaag vertelt zijn top dwaasheden over de almacht van multinationals, de verkwanseling van het milieu, de aanbiddelijke triple bottom line, de onderneming als heilstichter. Uit vrees voor boycots van ngo’s, om de activisten te lijmen, wegens de wroeging over de eigen taak? Shell heeft nabootsers bij de grote ondernemingen, bij business-scholen die tuk zijn op subsidies voor een studiecentrum en bij patronale bonden die nadenken over een trendy thema voor een jaarcongres.

Een onderneming moet producten en diensten brengen voor verbruikers. Op een ethische manier, zoals ze dat al 250 jaar verondersteld wordt te doen sedert Adam Smith de grenspalen plaatste. Een onderneming dient dat ook zo goedkoop en kwalitatief mogelijk te doen. Een onderneming mag niet de rol usurperen van de politiek of een kerk. En nog minder gedwongen worden door ngo’s, aan wier legitimiteit en democratische gehalte mag worden getwijfeld, om partij of gebedsgroep te zijn.

De economie van markten is gedurende twee eeuwen grondig bestudeerd. De onvolkomenheden van markten vullen handboeken en het discours van socialisten en antiglobalisten. De onvolkomenheden van regeerders zijn door diezelfde socialisten en antiglobalisten minder ontdekt. De destructieve onmogelijkheid van regeringen om de bevolking fatsoenlijk te vertegenwoordigen, hun beloften te houden, hun ambtenaren te disciplineren, monopolies te vermijden, keuzemogelijkheden te geven en corruptie te bestrijden vult dikke bijbels.

De conventionele politieke wetenschap en pers zien erover. Hoewel men sedert The Theory of Public Choice van James Buchanan en Robert Tollison uit 1972 – eerder een ‘economie van de politiek’ – kan weten dat politici hun markt, hun vraag en aanbod, hun allocatie van schaarse goederen ondergaan. Zij zijn niet de superieure idealisten contra de infame ondernemers. Als Guy Verhofstadt iets goeds wil doen, dan kan hij beter zijn politieke vrienden en vijanden overtuigen van maatschappelijk verantwoord besturen. Dat hij over de rest zwijgt.

Frans Crols

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content