Luchttaxi

Hoge discretie

Glitter, geld en avontuur. Dat imago kleeft aan zakenvluchten. Wie even in dat wereldje vertoeft, ontdekt de nuchtere realiteit : efficiëntie en hard labeur. Maar wel met flair.

TEKST : LUC DE DECKER / FOTO’S : ERIK TANGHE

Amper een uur nadat we Abelag Aviation telefonisch informatie gevraagd hebben over zakenvluchten, stappen we aan boord van de Cessna 500 Citation op de luchthaven van Zaventem. Michael Jones, een Brit in Brussel die verrassend vlot Nederlands spreekt, stopt ons zijn naamkaartje toe : marketing & executive flights manager. Het devies luidt niet toevallig : “We stijgen op binnen de 90 minuten na uw oproep naar het door u gewenste vliegveld.” Jones wil ons laten ervaren hoe snel, comfortabel en discreet een zakenvlucht verloopt.

Ruimte

is geen misplaatst woord. Terwijl het tussen de jumbo’s en Airbussen zijn beurt afwacht om op de startbaan plaats te nemen, valt het nochtans op hoe klein de jet lijkt. Binnenin krijg je die indruk evenwel niet. Dat is te danken aan de vernuftige opstelling van de brede leren zetels en de werkbladen. Hier hoef je geen minuut te verliezen. De voorbereidende vergadering kan zonder pottenkijkers tijdens de vlucht doorgaan.

Wie dat wenst, gebruikt de tafelbladen evengoed voor kreeft, kaviaar en Mouton-Rotschild. “Maar die worden vaak niet eens aangeraakt. Managers en politici vliegen niet om te eten”, commentarieert Jones, terwijl hij enkele amuse-gueules opbergt. De jet laat immers de motoren gieren. Een vrij korte aanloop en we laten de hoofdstad onder ons uitzakken. De stabiliteit en de knusse zetel doen algauw vergeten dat het gesprek in de lucht plaatsvindt.

“We verkopen geen luxe, maar efficiëntie en tijdwinst”, kregen we bij het inchecken te horen van chief executive officer Denis Solvay, telg van de gelijknamige Belgische ondernemersdynastie. Een andere verwant, André Ganshof van der Meersch, is hoofdaandeelhouder van het grootste luchttaxibedrijf in ons land.

Denis Solvay, jong en strak in het pak, loodste ons vooraf naar de indrukwekkende loods, waar Abelag zelf zijn luchtvloot onderhoudt. Daar krijgt het paradepaardje, een Dassault Falcon 50, net een beurt. Een ander toestel staat er tot op de draad uitgekleed. Onderhoudslui in het luchtwezen worden gekoesterd. Net als de piloten, volgen ze op regelmatige tijdstippen verplichte bijscholing, niet zelden in Parijs, soms in de VS.

Sedert de vernieuwing van Zaventem laat men passagiers voor Europese vluchten vaak van het nieuwe naar het oude gebouw lopen. Bagage afgeven, door de veiligheidscontrole en later de (hopelijk meegevlogen) bagage weer ophalen, slorpt kostbare tijd op. Wie voor de luchttaxi opteert, kan naar de ver van het gewoel afgelegen hal van Abelag of de General Aviation.

Tijdens de vlucht

schetst Michael Jones een robotfoto van de reizigers in de zakenjets : “Uiteraard vind je hier politici en managers. Maar het is geen komen en gaan van de top. Folies vind je vrijwel nooit. Onze klanten willen efficiënt reizen. We vliegen steeds vaker ook managers van kleinere bedrijven. Ze zien in dat de cowboyverhalen over de luchttaxi’s nonsens zijn, althans als je uit de buurt van de luchtpiraten blijft.” Luchtpiraten zijn piloten met een eigen toestel, die geen toelating bezitten om commerciële vluchten te organiseren.

De tarieven schrikken wel af. Michael Jones is het daarmee niet eens : “We geven een all-inprijs voor het hele toestel. Neem nu Grenoble heen en terug met een Cessna Citation. Dat kost zowat 210.000 frank, maar dan wel voor alle passagiers samen. Vergeet ook niet dat je met een rechtstreekse vlucht, die vertrekt en terugkeert wanneer jij wil, andere kosten uitspaart. Je hoeft geen hotel te boeken om op de lijnvlucht van de dag daarop te wachten.”

In één adem

wijst Jones erop dat de zakenjets rechtstreeks meer dan 2000 Europese luchthavens aandoen. Lijnvluchten halen amper een kwart van die bestemmingen en niet altijd zonder tussenstop.

Terwijl Jones de amuse-gueules weer bovenhaalt, praten we met piloot Yves Jeanmotte. Copiloot Eddy Gueben neemt de stuurknuppel ondertussen wat steviger in de hand. Een goed jaar geleden ruilde de 33-jarige Jeanmotte de Mirage en de F16 voor de zakenjet. “Ik koos voor luchttaxi, waar de job gevarieerder is dan bij de lijnvluchten.”

Jeanmotte komt uit een vliegende familie. Vader was instructeur bij de luchtmacht, net als zijn schoonvader. Zijn vrouw leerde hij kennen bij het zweefvliegen, een discipline waarin Jeanmotte Belgisch kampioen is (in de standaardklasse).

Inmiddels concentreert Jeanmotte zich op de landing. De (rustige) luchthaven van Luxemburg ligt voor ons. Zowat 40 minuten geleden vertrokken we in Zaventem. Niet eens twee uur geleden vroegen we aan de telefoon wat informatie over zakenvluchten. Tijd is geld.

De kaviaar en Mouton-Rotschild blijven vaak onaangeroerd. Managers werken in de luchttaxi.

De vloot van Abelag wordt onderhouden door eigen personeel.

Gino Loosen in de cockpit van de Embraer 121 Xingu, een vinnige Braziliaan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content