Loontrekkend of zelfstandig?

Tussen uw brutoloon en wat er uiteindelijk netto op uw bankrekening terechtkomt, gaapt nog steeds een brede kloof. Heeft het zin de sprong te wagen naar het statuut van zelfstandige om die kloof te dichten? Ja, maar er zijn voorwaarden.

Het verschil tussen het inkomen van een zelfstandige en dat van een werknemer is niet langer snel en eenvoudig te maken. De klassieke loonomschrijving vervaagt immers gaandeweg. Reclamespots op de radio maken het duidelijk: de vergoeding voor geleverde arbeidsprestaties wordt vandaag creatief ingevuld en omvat meer dan het traditionele loonzakje. Stilaan is iedereen vertrouwd met begrippen als cafetariaplan, employee benefits of werknemersparticipatie. Steeds vaker krijgen deze termen in de onderneming een concrete invulling.

Op die manier blijft de balans bij de keuze van het sociaal statuut nog steeds in de richting van de werknemer overhellen, hoewel de klassieke rol van voornamelijk het kaderlid lijkt weg te deemsteren. In heel wat omstandigheden is het moderne kaderlid veeleer een toeleverancier van gespecialiseerde kennis. Toch blijft de keuze voor het zelfstandigenstatuut een sprong over een brede kloof, waarvoor durf nodig is.

Laten we daarom aan de hand van een voorbeeld nagaan wat de belangrijkste gevolgen van een keuze voor een van beide statuten zijn.

Gapend verschil

Jan (35) is commercieel directeur bij de NV Rafel. Hij is gehuwd en zijn partner heeft een eigen beroepsinkomen. Ze hebben geen kinderen. Jans vergoeding bestaat uit de volgende elementen: een brutomaandloon van 150.000 frank en een bedrijfswagen, groepsverzekering, aanvullende verzekeringen zoals extralegale voordelen (zie tabel 1: Extralegale voordelen van Jan).

Laten we nu het verschil berekenen tussen de brutoloonkost van Jan voor de onderneming en wat hij uiteindelijk zelf ontvangt. Tabel 2 toont dat Jan de onderneming 2.815.584 frank aan loon kost en hij daarvan netto 1.026.221 frank ontvangt. Dat betekent dat Jan 36,6% netto in handen krijgt van wat hij de onderneming kost.

Jan ontvangt als bediende 77.309 frank (zie afrekening in tabel 2: De loonfiche van Jan als loontrekkende) netto per maand, belt onbeperkt op kosten van de firma, weet zich verzekerd in geval van overlijden, invaliditeit en hospitalisatie, weet eveneens dat een spaarpot wordt aangelegd voor het ogenblik dat hij met pensioen gaat en rijdt vrij voordelig met een firmawagen. De wagen kost hem ‘slechts’ 132.100 frank aan voordelen in natura per jaar, maar heeft een loonwaarde van 180.000 frank per jaar (inclusief tankkaart). Alles bij elkaar bedraagt de effectieve loonkost van Jan 3.455.584 frank op jaarbasis.

Toen Jan voor zichzelf dit rekensommetje maakte, schrok hij erg van het gapende verschil tussen wat hij de onderneming kost en wat hij daarvan overhield. Dat zette hem aan om een en ander te evalueren. “Waarom overweeg je geen overstap naar het zelfstandigenstatuut?” suggereerde de gedelegeerd bestuurder. “Praat eens met de personeelsafdeling. Wij hadden al het plan opgevat om je tot bestuurder in de onderneming te benoemen. Misschien kan dat dan toch beter als zelfstandige. Er is maar één voorwaarde: je mag de onderneming niet meer dan nu kosten.” De boodschap was duidelijk: zolang zijn kostprijs tot 3.455.584 frank beperkt bleef, kon Jan zijn loonzakje zo herschikken dat hij er netto op zou vooruitgaan.

Hoe kon hij dat best aanpakken?

1. Verzekering risico’s

Als bediende is Jan met zijn huidige wedde door de sociale zekerheid als volgt gedekt:

Rustpensioen: 767.305 frank bruto op 65 jaar

Overlevingspensioen: 454.587 frank voor echtgenote vandaag

Invaliditeit: 651.744 frank rente per jaar

Als Jan naar het stelsel van zelfstandige overstapt, worden deze dekkingen herleid tot:

Rustpensioen: 520.486 frank bruto op 65 jaar

Overlevingspensioen: 240.730 frank voor echtgenote vandaag

Invaliditeit: 225.000 frank rente per jaar

Jan moet dus de volgende tekorten opvangen:

Rustpensioen: 767.305 – 520.486 = 246.819 frank

Overlevingspensioen: 454.587 – 240.730 = 213.857 frank

Invaliditeit: 651.744 – 225.000 = 426.744 frank

Voor de bepaling van het extra te verzekeren kapitaal gaan we ervanuit dat Jan tegen 5% kan beleggen en dat het extra verzekerde kapitaal een periode van vijftien jaar moet dekken. Wij moeten dus een kapitaal berekenen dat ons gedurende vijftien jaar een vast jaarlijks bedrag oplevert dat gelijk is aan het tekort dat moet worden aangevuld.

Dat komt neer op de volgende verzekering:

Rustpensioen: kapitaal 2.561.897 frank

Overlevingspensioen: kapitaal 2.219.763 frank

Invaliditeit: rente 426.744 frank

Deze bijkomende dekkingen brengen een extra premie van 91.498 frank mee, zo berekende de personeelsdienst. Door deze bijkomende premie heeft Jan de zekerheid dat hij minstens even goed als in het stelsel van de werknemers is ingedekt.

Als zelfstandige moet Jan echter ook rekening houden met een kleinere dekking voor gezondheidszorgen. In het stelsel van werknemers is de ziekteverzekering in de basisdekking begrepen. Zelfstandigen hebben alleen een basisdekking voor grote risico’s (ziekenhuisopname, geneesmiddelen in ziekenhuis…). Kleine risico’s (huisdokter, tandarts, geneesmiddelen…) moet de zelfstandige zelf verzekeren. De kostprijs voor deze bijkomende dekking kan op 13.920 frank per jaar worden geschat.

2. Behoud extralegale voordelen

Ook als zelfstandig bedrijfsleider kan Jan voordelen van alle aard ontvangen. De wetgever verwijst voor zelfstandige bedrijfsleiders immers naar hetzelfde wetsartikel met betrekking tot de belastbaarheid. Voor Jan kunnen de voordelen bijgevolg behouden blijven.

3. Vergoeding als bedrijfsleider

Jan beschikt over een totale enveloppe van 3.455.584 frank. Daarmee moet Jan bijkomende premies van 91.498 frank voor de groepsverzekering en 13.920 frank voor kleine risico’s betalen. Er blijft voor loonvergoeding nog 3.350.166 frank over. Daarvan wordt al 640.000 frank voor extralegale voordelen benomen. Zoals u in tabel 3 ( De loonfiche van Jan als zelfstandige) ziet, houdt Jan een nettomaandloon van 129.942 frank over. Op jaarbasis houdt Jan in vergelijking met het werknemersstatuut 443.169 frank netto meer over.

Besluit

Door de hoge en niet-geplafonneerde bijdrage voor de sociale zekerheid voor werknemers wordt de kloof naar het zelfstandigenstatuut steeds vaker overbrugbaar. De socialezekerheidsdekkingen voor werknemers zijn bovendien door de verschillende plafonds in het stelsel vandaag niet langer toereikend. Het verschil met het zelfstandigenstelsel wordt daardoor steeds kleiner. Deze verschillen kunnen, zoals aangetoond, eenvoudig worden weggewerkt, op voorwaarde dat een groeps- of bedrijfsleidersverzekering wordt afgesloten. De kostprijs van deze overbrugging weegt niet op tegen de besparingen in bijdragen die u doet.

Uiteraard zijn bij deze conclusie een aantal kanttekeningen te plaatsen.

1. Het hele verhaal mag niet voor alle werknemers worden veralgemeend. Om een optimaal voordeel uit de overstap te halen, is als zelfstandige een zekere overschrijding van het socialezekerheidsplafond noodzakelijk: momenteel bedraagt dit plafond 1.458.000 frank voor pensioen en 1.154.000 frank voor invaliditeit. Er moet sprake zijn van een brutoloonkost van meer dan 2.500.000 frank. Op dit niveau hebben we in de meeste ondernemingen met (hogere) kaderleden te maken.

2. De onderneming moet u tot zelfstandig bestuurder willen benoemen en de functie anders willen invullen. Deze voorwaarde ligt wellicht het minst voor de hand.

3. Als het statuut van zelfstandig bedrijfsleider niet tot de mogelijkheden behoort, kan u als zelfstandige (onder het BTW-stelsel) of via een managementvennootschap gaan werken. Deze opties zijn een stuk ingewikkelder en brengen extra verplichtingen mee.

4. De hele overschakeling moet met de nodige omzichtigheid gebeuren. Wanneer de fiscus en vooral de sociale inspectie deze rekenoefeningen uitvoeren, kunnen ze besluiten dat we hier met schijnzelfstandigheid te maken hebben. U mag daarom niet dezelfde werkzaamheden blijven uitoefenen als voorheen. Vooral het principe van de gezagsverhouding is van belang. U zal zeker moeten aantonen dat u niet langer onder iemands gezag werkt.

5. Een bedrijfsleider heeft een aansprakelijkheid die een werknemer niet heeft. Die kan uiteraard contractueel worden ondervangen en verzekerd, maar u moet er terdege rekening mee houden.

6. Vergeet niet dat een zelfstandige meer administratieve rompslomp en papierwerk dan een werknemer te verwerken heeft.

Jo Stremersch

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content