Loonstop.

Eén bizar berichtje dat vorige vrijdag in mijn elektronische postbak binnengleed, is nog steeds niet van mijn harde schijf gewist. De afzender was een journalist van Trends.

“Beste, doe de test,” stond erin te lezen. Daaronder het webadres van een uitgebreide loonstudie voor financieel-economische verslaggevers in de VS, die in mei 2002 was uitgevoerd, gekoppeld aan een mogelijkheid om je eigen loonniveau ermee te vergelijken. “Frustrerend. Allez, voor mij toch…:-)”, zo eindigde de e-mail.

De reactie van de Trends-confrater is niet onbegrijpelijk. Een Amerikaanse collega uit de economische pers blijkt gemiddeld zo’n 49.000 euro bruto per jaar te verdienen. Het verschil tussen de top en de basis is vrij groot. Zo verdient een junior editor om en bij de 26.000 euro. Maar wie doorgroeit tot executive-niveau ziet zijn loonbriefje algauw aanzwellen tot gemiddeld 57.000 euro per jaar. Van dergelijke bedragen kan de doorsnee Belgische journalist alleen maar dromen.

Het verschil met wat een ‘kaderlid’ in België verdient, daar willen we in normale omstandigheden zelfs niet eens aan denken – op risico van een aantal acute depressies op de redactie – laat staan erover uitweiden. Maar aangezien u met een dergelijke vorm van selectieve autocensuur niet veel geholpen bent, maken we in deze Trends een uitzondering. Pecunia non olet, zo zeiden de oude Romeinen. Genoeg reden, zo vonden wij en ons zusterblad Trends-Tendances, om het personeelsadviesbureau Towers Perrin onder de arm te nemen en deze problematiek minutieus onder de loep te nemen.

Wat zijn de bevindingen? Het gemiddelde brutomaandloon van een kaderlid in deze contreien bedraagt 4542 euro of meer dan 63.000 euro per jaar (zie blz. 52). Verkopers zijn nog steeds het meest geliefd, maar ook ingenieurs, consultants, informatici en personeelsmanagers liggen goed in de markt. Hightech, chemie en farmacie zijn de sectoren die het best betalen. Maar de kennis van de meeste kaderleden over hun salarissysteem is abominabel slecht. Het merendeel staart zich blind op het nettoloon. Nog te veel personeelsdiensten van bedrijven verwaarlozen communicatie over de extra’s in het loonpakket om hun topmedewerkers nog beter te motiveren.

Nochtans is daar een markt voor. “Kaderleden zijn zich bewust geworden van de budgettaire beperkingen en beginnen over de niet-financiële componenten van het salaris te onderhandelen,” zegt loonspecialiste Thérèse Vercruysse. Een kaderlid met een loon dat 10 % onder het marktgemiddelde ligt, zal zich niet zo snel door de concurrentie laten verleiden, zo stellen specialisten. Er is echter één voorwaarde: het niet-financiële deel van zijn vergoeding moet aantrekkelijk genoeg blijven.

Kortom, het Belgische bedrijfsleven zal nog veel creatiever te werk moeten gaan om zijn topkrachten met niet-pecuniaire troefkaarten aan te trekken én te kunnen behouden. Mee door de loonstop die premier Jan Peter Balkenende in Nederland van plan is door te voeren – wat onze concurrentiehandicap met de buurlanden prompt uitvergroot tot 9,5 % (zie blz. 18 en 150) – is dit een realiteit die niemand nog over het hoofd kan zien.

Piet Depuydt

Beste, Doe de salaristest. Frustrerend. Allez, voor mij toch…:-)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content