De helft van de voltijds werkende bedienden en ambtenaren in Vlaanderen verdient meer dan 104.044 frank bruto per maand. Dit is immers de mediaanwaarde die naar voren komt in de grootschalige salarisenquête die het jobadvertentieblad Vacature op het getouw zette in 1998. De resultaten werden verwerkt door de Leuvense professoren Luc Sels en Bert Overlaet. Alles staat nu keurig te boek onder de ongetwijfeld prikkelende titel Lonen in Vlaanderen – Wat verdient u en wie verdient meer?

De hoogste lonen worden opgestreken in de chemie, energie, banken en informatica. Een verrassing kunnen we dit moeilijk noemen. Onderaan de loonladder staan de sectoren distributie, horeca, overheid en de sociaal-culturele sector. Maar ook binnen de sectoren treden gevoelige verschillen op. Andermaal worden enkele vermoedens bevestigd: doorgaans betalen grote ondernemingen en bedrijven met een buitenlandse hoofdzetel beter. Naast sector en bedrijf, vormt de functie de derde factor in het bepalen van het loon. Hier voert techniek de boventoon. Onderzoek en ontwikkeling, engineering en informatica overvleugelen al de rest, de financiële acrobaten incluis.

In alle opzichten blijkt de Vlaamse verloning erg voorspelbaar en klassiek. Het diploma en de anciënniteit wegen nog altijd het zwaarst door. Het vaste functieloon blijft de dominante beloningsvorm. Dit staat in schril contrast tot de cultuur van de nieuwe economie, die bijvoorbeeld in Silicon Valley tot uiting komt. Anciënniteit en diploma vallen daar net weg als factoren. De meritocratie heerst er. Je krijgt wat je op een bepaald ogenblik kan.

Ook de andere kenmerken van de nieuwe economie (met prestatiebeloning, bonussen en vooral winstdeelname en aandelenopties) dringen slechts mondjesmaat door in Vlaanderen. In de dienstensector tekent zich wel een tendens af tot prestatiebeloning, maar die blijft voornamelijk beperkt tot bonussen (occasioneel) en merit pay (structureel). Variabele lonen blijven vrijwel beperkt tot de hogere lonen. Deze hoge weddentrekkers hebben ook de grootste kans om extralegale voordelen op te strijken.

Ondanks alle wettelijke verordeningen en campagnes terzake, tekent er zich nog altijd een duidelijke kloof af tussen de lonen van mannen en vrouwen. Vrouwen verdienen 7,55% minder dan mannen. Vooral in de industrie blijkt de discrepantie het grootst. Bij de overheid en de non-profit is het verschil het kleinst. Het begint al bij de startlonen, die op de meeste plaatsen lager liggen voor vrouwen.

Luc Sels & Bert Overlaet, Lonen in Vlaanderen – Wat verdient u en wie verdient meer? Acco, 224 blz., 695 fr.

LDD

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content