Lonken naar een beeldschone bruid

Suez-Electrabel moet nog voor de zomer zijn meerderheid in de gasdistributeur Distrigas verkopen. De grote Europese energiegroepen staan te popelen om de begeerde bruid binnen te halen. Of gaan de Belgische gemeenten met de buit lopen?

Met een omzet van 4,3 miljard euro – ruwweg 32,5 miljoen euro voor elk van de 132 werknemers – en een bedrijfswinst van 436 miljoen, is Distrigas een begeerde bruid. Meer nog dan de cijfers, die overigens vandaag officieel worden bekendgemaakt, lokken de centrale distributiefunctie en de langetermijncontracten voor de levering van gas uit Nederland, Noorwegen en Qatar kopers. Bovendien is Distrigas, sinds de liberalisering, een geldkoe geworden voor zijn eigenaars: Suez-Electrabel (57 %), de holding van de gemeenten Publigas (31 %) en het publiek (12 %). Tussen 2002 en 2006 trok de gasverkoper zijn dividend met een factor 27 op. Niet onlogisch, schreef de regulator CREG in een rapport: het bedrijf hanteert een handelsmarge die dubbel zo hoog is van wat internationaal gangbaar is. Over 2007 stelt het bedrijf een stijging van het dividend in het vooruitzicht van meer dan 30 %.

Europa legde de verkoop van Distrigas op als voorwaarde voor de fusie van Suez en Gaz de France (GDF), omdat die anders 95 % van de gasmarkt in handen zouden krijgen. Dat is ook de reden waarom Gaz de France zijn 25,02 %-belang in SPE, het nummer twee op de Belgische elektriciteitsmarkt, moet verkopen. Maar daarvoor is de koper bekend: het Britse Centrica, dat al 25 % heeft, heeft al laten weten zijn voorkooprecht te zullen gebruiken.

Kandidaten bij de vleet

De operatie is een unieke kans om meer concurrentie te creëren op de gasmarkt. In België zijn momenteel slechts drie importeurs actief: Distrigas (86 %), Gaz de France (10 %) en het Duits-Russische Wingas. De verkoop impliceert overigens dat aan de marktdominantie van Distrigas zal worden geknaagd, want het ligt voor de hand dat Suez het gas dat het nodig heeft voor de productie van elektriciteit, voortaan zoveel mogelijk bij zichzelf – lees: Gaz de France – zal betrekken.

Dat houdt de kandidaat-kopers blijkbaar niet tegen. Naar verluidt, zijn er zes niet-bindende biedingen binnen, al komen er daar mogelijk nog enkele bij. Dat heeft ook te maken met de situatie op de elektriciteitsmarkt. De dominante productietechnologie daar is de stoom- en gasturbinecentrale (Steg). Daardoor is aardgas in feite opgeslagen elektriciteit. Wie langetermijncontracten voor de aardgasbevoorrading in handen heeft – precies wat Distrigas te bieden heeft -, dekt zijn bevoorradingsrisico (en het bijhorende prijsrisico) af. Bovendien kan je dan arbitreren tussen aardgas en elektriciteit: is aardgas duur op de markt, dan verkoop je het als aardgas; is elektriciteit duur, dan verbrand je gas in de Steg-centrales. Een extra troef is dat Distrigas op de markt van laagcalorisch gas uit Nederland de facto bijna een monopolie heeft, omdat de Nederlandse Gasunie uitsluitend levert via Distrigas (88,21 %) en Gaz de France (11,79 %).

In ieder geval moet Suez tegen 19 maart een lijstje met drie kandidaat-kopers voorleggen, waaruit dan tegen juli één winnaar tevoorschijn komt. De twee die het meest over de tong gaan, zijn Electricité de France (EdF), de grootste Europese elektriciteitsproducent, en het Belgisch-Britse duo SPE-Centrica, zijnde de combinatie van het op Electrabel na grootste Belgische elektriciteitsbedrijf (9 % marktaandeel) en zijn belangrijkste aandeelhouder Centrica, dat vroeger door het leven ging als de Britse gasmonopolist British Gas.

Beide combinaties hebben hun voor- en tegenstanders. In het geval van EdF bevinden de felste voorstanders zich vooral in kringen rond Suez en bij de Franse overheid. De elektriciteitsgigant heeft immers activa te over die Suez-GDF kunnen interesseren. Maar, waarschuwt Luc Barbé, ex-kabinetschef van voormalig minister van Energie Olivier Deleuze (Ecolo): “Iedereen weet dat die grote groepen elkaar zien. Op zijn minst biedt dat de mogelijkheid om af te spreken. Gesteld dat EdF het haalt, dan kan je vergeten dat die elkaar gaan beconcurreren: telkens is de Franse staat de referentieaandeelhouder.”

Barbé beschouwt een verkoop aan SPE-Centrica als “het mooie scenario. Dan zou je echt een tweede speler hebben, met elektriciteitscentrales en gasbelangen. Centrica brengt de ervaring van de Angelsaksische markt, minder het ‘ons kent ons’ van EdF. Helaas is het niet de meest waarschijnlijke oplossing, tenzij de Belgische politieke klasse de forcing zou voeren.”

Maar niet iedereen is het daarmee eens. André Jurres, oprichter van WattPlus en voormalig topman van Essent Belgium, wijst in Knack een verkoop aan SPE-Centrica af: “Dat zou betekenen dat het status-quo behouden blijft, met de twee standaardleveranciers die nog altijd een marktaandeel behouden van bijna 90 %. De positie van Electrabel zou misschien iets minder dominant worden ten voordele van SPE-Luminus. Maar die laatste hééft al een vrij prominente plaats op de Belgische energiemarkt. Er zou misschien geen sprake meer zijn van een monopolie, maar wel van een duopolie. En dat is precies hetzelfde. De nieuwkomers die jaar na jaar de verliezen blijven opstapelen, zouden hierdoor volledig aan hun lot overgeleverd blijven.”

Op zijn blog stipt Jurres nog een andere mogelijkheid aan, namelijk het in stukken verkopen van Distrigas. Op die manier komt er in één klap meer concurrentie op de gasmarkt. Naast Essent en Nuon ziet hij dan ruimte voor twee nieuwe spelers. Momenteel lijkt dat echter niet het meest realistische scenario.

Moeilijke oefening

Maar behalve de twee genoemde zijn er nog kandidaat-kopers. Naast EdF en SPE-Centrica zouden ook het Italiaanse ENI, het Duitse E.ON, de combinatie van het Nederlandse Nuon met het Deense Dong-energy, en het Spaanse Iberdrola een bod hebben ingediend. Andere namen die worden genoemd zijn het Russische Gazprom, het Italiaanse A2A en het Spaanse Gas Natural. Voorts zou de Belgische gastankerrederij Exmar haar krachten bundelen met het Duitse RWE. Die ruime opkomst is niet zo onlogisch: de meeste spelers streven naar schaalvergroting, maar erg talrijk zijn de kansen daarop niet. De kans dat Suez een fikse opportuniteitspremie opstrijkt, is dan ook vrij groot.

Eenvoudig wordt de oefening echter niet. Geen enkele speler heeft de sleutel in handen. Veel waarnemers ergeren er zich aan dat de Belgische overheid heeft toegelaten dat Suez het verkoopproces bijna volledig aanstuurt. De Franse nutsgroep heeft altijd verkondigd de voorkeur te geven aan een ruil van activa. Niet onlogisch: de investeringshonger van de meeste energiebedrijven botst op allerlei wettelijke beperkingen, waardoor de meesten de facto al op een berg cash zitten. Zo ook Suez, dat kan pronken met 6,38 miljard euro cashflow, en op zijn balans 7,8 miljard euro liquide middelen heeft staan, plus nog eens kredietlijnen voor 8,6 miljard euro.

Op het voorkeurslijstje van Sueztopman Gérard Mestrallet prijkt wellicht EdF als het nummer één. Suez produceert in zijn thuisland vooral elektriciteit op basis van waterkrachtcentrales, en zwicht wellicht graag voor de verleidingskracht van enkele nucleaire sites van EdF. Ook de topman van GDF, Jean-François Cirelli, liet zich deze week ontvallen dat hij een ruil van Distrigas tegen Franse elektriciteitsbelangen graag zou zien gebeuren. Bovendien kan een ruil met EdF waarschijnlijk op milde aanmoediging rekenen vanuit Parijs, want de Franse overheid participeert in beide bedrijven.

Ook het Duitse E.ON heeft op dat vlak een aantal troeven. Electrabel heeft slechts drie projecten in Duitsland. Dat is weinig, zeker aangezien er steeds gesproken wordt van één Noord-West-Europese markt, die Duitsland, Frankrijk en de Benelux omvat. Dat voordeel heeft ook de combinatie RWE-Exmar, al bracht die officieel nog geen bod uit.

Mogelijk zijn er daar ook mogelijkheden voor ENI, het Italiaanse conglomeraat dat zowel in petrochemie, gas en elektriciteit aanwezig is. Want Italië is, naast Nederland, Frankrijk en Duitsland, een van de landen waar Suez zijn aanwezigheid de jongste jaren stelselmatig heeft opgedreven. Maar, merkt analist Koen Dierckx van KBC op: “Ik zie niet dadelijk veel zaken die Suez erg kunnen interesseren.”

Centrica kan Suez-Electrabel dan weer een bruggenhoofd bieden naar de Britse markt. Suez heeft de jongste jaren nog niet veel animo getoond om over het Kanaal de prima donna te spelen. Al kwam daar vorige week verandering in. Electrabel en GDF kochten samen de Teessidecentrale in het noordoosten van Engeland over van Cargill.

Het Spaanse Iberdrola kan naast alternatieve energie ook een aantal gasactiviteiten aanbieden, maar op de Spaanse markt zal Mestrallet daarmee wellicht geen groot aandeel verwerven. Bovendien fungeert de Iberiër zelf als overnameprooi voor Electricité de France, wat de komende maanden heel wat managementaandacht zal vergen.

Nog problematischer lijkt het voor de combinatie Nuon-Dong, die wellicht vooral alternatieve energie in de aanbieding heeft. Dierckx: “Zij zullen het toch eerder moeten doen met een zwaar aanbod in cash, maar het enige wat Mestrallet daarmee kan doen, is herinvesteren.”

Ten slotte zijn er de outsiders: Gas Natural, dat zijn interesse verloren schijnt te zijn; Gazprom, dat wellicht meer brood zag in het eigen opslagproject; en het kleine Italiaanse A2A, dat samenwerkt met EdF, maar waarvan iedereen zich afvraagt of het überhaupt tot een bod komt.

Distrigas & Co

Bovendien is nog niet helemaal duidelijk wat de koper uiteindelijk in handen krijgt. Zo vroeg Suez de kandidaten om een apart bod te doen op Distrigas & Co, een vennootschap die twee transitpijpleidingen uitbaat: de vTn-lijn (Zeebrugge-Eynatten) en de Troll-lijn (Zeebrugge-Blaregnies). Maar de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (Creg) oordeelde dat die activiteiten wettelijk onder Fluxys moeten vallen. Want die vennootschap is verantwoordelijk voor het beheer van het netwerk. Voor het eigenlijke Distrigas verandert dat niets, want dat blijft de groothandelsmaatschappij die gas ver-, in- en uitvoert.

Maar indien de Creg gelijk krijgt, wordt de waarde van Distrigas & Co theoretisch tot nul herleid, terwijl Publigas al een princiepsakkoord heeft om Distrigas & Co over te nemen voor 900 miljoen euro. Creg-woordvoerder Tom Van Den Borre wijst erop dat de commissie een studie over de juridische waarde van die transitcontracten aan de minister heeft bezorgd. “Distrigas & Co is echter naar het Brusselse hof van beroep getrokken om een publicatieverbod te eisen, en heeft gelijk gekregen.”

De koper van Distrigas moet er bovendien rekening mee houden dat hij nog een tijdlang de gasbevoorrading moet verzekeren van Electrabel, gaande van 70 terrawattuur (tWh) per jaar naar 20 tWh na vijf jaar. Onlogisch is die bepaling niet, omdat het voor Electrabel niet zo eenvoudig is in andere bevoorrading te voorzien.

Het Belgische antwoord

Toch heeft Mestrallet, die al sinds 1995 de lijnen uitzet bij Suez, niet alle touwtjes in handen. Want Publigas, de holding van de Belgische steden en gemeenten, heeft een voorkooprecht. Voorzitter en Gents burgemeester Daniël Termont (sp.a) klemt de lippen stijf op elkaar op de vraag of hij dat ook zal gebruiken. “Het blijft onze intentie om een meerderheid in de netwerkbeheerder Fluxys te krijgen (Suez heeft nu 51 %, red.) Hoe we dat willen bereiken, ga ik niet in de media gooien. Bovendien is bijna alle informatie koersgevoelig, en blijkt de informatie die we van Suez krijgen ook niet altijd sluitend.”

De uitoefening van het voorkooprecht belooft geen goedkope operatie te worden. Want Publigas moet altijd evenveel neertellen als het hoogste bod dat bij Suez binnenloopt. Bovendien moet het ook, tegen dezelfde prijs, een bod doen op de 12 % aandelen die onder het publiek verspreid zitten. Toch gaan de meeste waarnemers ervan uit dat Publigas het voorkooprecht zal uitoefenen, wellicht om vrij snel nadien een (groot deel) van het verworven belang opnieuw van de hand te doen. Publigas heeft in ieder geval aan twaalf mogelijk geïnteresseerden gevraagd wat hun bedoelingen zijn, en hoe ze de toekomstige rol van Distrigas zien.

Suez moet bovendien rekening houden met het gouden aandeel van België in Distrigas en Fluxys. Marc Verwilghen (Open Vld), de voormalige federale minister van Energie, is mede daarom niet pessimistisch over de afloop. “We hebben de mogelijkheid om een aantal beslissingen te blokkeren, mochten die niet leiden tot meer concurrentie op de gasmarkt. Want die is er momenteel nog minder dan op de elektriciteitsmarkt.”

Ook woordvoerder Koert Debeuf van het kabinet van premier Guy Verhofstadt bevestigt dat het gouden aandeel een vetorecht ex post inhoudt. België heeft dus de macht beslissingen te blokkeren. “Maar zo’n vetorecht is natuurlijk iets waarmee je niet lichtzinnig kan omspringen.”

Barbé relativeert tegelijk de waarde van een gouden aandeel. “Het is net iets meer dan een symbool. Het maakte dat ik destijds in de raden van bestuur van Fluxys en Distrigas zat. Dat geeft je wat extra informatie. Maar Europa verbiedt dat je daar een aantal zaken aan verbindt. In extreme omstandigheden geeft het bij Distrigas de mogelijkheid om tussenbeide te komen wanneer de bevoorradingszekerheid in het gedrang komt. Maar het is nonsens om te veronderstellen dat je met een gouden aandeel de prijzen naar beneden krijgt.” (T)

Door Luc Huysmans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content