‘Limburg heeft geen reden om pessimistisch te zijn’

Bij de logistieke en transportgroep H. Essers treedt een nieuwe generatie aan. Topman Noël Essers geeft voor het eerst tekst en uitleg over de toekomstplannen. Hij mikt sterk op logistiek, hoogwaardige transporten en de Oost-Europese markt.

Noël Essers heeft woelige maanden achter de rug. En dat staat los van het feit dat hij begin dit jaar met zijn vrachtwagen deelnam aan de Africa Eco Race, het vroegere Parijs-Dakar. De 69-jarige ondernemer stoomt zijn logistiek en transportbedrijf uit Genk klaar voor de toekomst. “Ik heb lang gewerkt aan structuren voor mijn opvolging”, zegt Noël Essers. “Dat beperkt de impact in het geval er met mij iets zou gebeuren. Hier werken 3738 mensen. Het zou onverantwoord zijn als ik daar geen rekening mee zou houden.”

Dochter Hilde wordt gedelegeerd bestuurder naast haar vader. De dagelijkse leiding is sinds april in handen van Gert Bervoets, de rechterhand van Ivo Marechal, die twaalf jaar mee aan het roer van H. Essers stond. Marechal blijft bestuurder, naast Noël Essers, diens dochters Hilde en Ann en de onafhankelijke bestuurders Luc Cardinaels (gewezen gedelegeerd bestuurder stokerij Konings), Lode Essers (kantoormeubelfabrikant Pami — een neef van Hilde en Ann, geen aandeelhouder), gewezen zakenbankier Francis Vanderhoydonck en Rik Willekens (ex-Umicore).

“Ik wil een raad van bestuur van professionele bestuurders”, zegt Noël Essers. “H. Essers was veertig jaar mijn baby. Niet evident. Eigenlijk heb ik de vlag dertien jaar geleden al doorgegeven. Ivo en ik hebben uitstekend samengewerkt. Zijn taak zat erop. Na advies van een externe consultant hebben we beslist dat Gert in zijn voetsporen zou treden als nieuwe CEO.”

NOËL ESSERS. “Dat doet ze ook niet. Ze wordt gedelegeerd bestuurder naast mij, terwijl Gert als CEO het dagelijkse beleid waarneemt. Hilde neemt ooit mijn taak over: de uiteindelijke toestemming geven voor de belangrijke strategische beslissingen. Nu zijn we nog een tijdje samen gedelegeerd bestuurder. We overleggen over grote dossiers, zoals nieuwbouw, grote contracten en overnames. Ann is dan weer verantwoordelijk voor het vastgoed van de familie.”

H. Essers heeft zijn omzet sinds 2000 verviervoudigd. Is het de bedoeling in hetzelfde tempo voort te evolueren?

GERT BERVOETS. “Groeien van 100 naar 400 is natuurlijk gemakkelijker dan van 400 naar 1600. We streven naar een omzetstijging van minstens 10 procent per jaar. De groei moet uiteraard goed onderbouwd zijn. We willen wel sterker focussen op de strategische segmenten waarin we al actief zijn.

“Transport en logistiek is een versnipperde markt. In warehousing hebben we in België een marktaandeel van amper 7 procent. In transport is dat 2 procent. Niets dus. Er is met andere woorden nog marktaandeel te veroveren. Door de crisis is er nog ruimte voor consolidatie. Kleine spelers in een segment hebben het moeilijk om te overleven.”

Wilt u op eigen kracht groeien?

ESSERS. “De cashflow zit goed. Er is geen nood aan extern kapitaal. Ook dit jaar voorzien we 54 miljoen investeringen in IT, rollend materieel en magazijnen. We werken nog aan een grote operatie buiten budget. Als het weer wat beter wordt, zal wel blijken wat.”

Zulke groeicijfers en cashflows passen perfect in een eventuele deal met een private-equityfonds.

ESSERS. “Die zijn natuurlijk langsgekomen, maar op geen enkel moment heb ik aan verkopen gedacht. Ook mijn dochters houden het bedrijf het liefst in eigen handen. Wij zijn geen renteniers.”

Waarschijnlijk kreeg u ook de WDP’s en andere vastgoedbedrijven over de vloer om het vastgoed los te koppelen van de operationele activiteiten.

ESSERS. “Uiteraard. Maar het vastgoed kan nu perfect worden ingeschakeld in een structuur om de opvolging geordend te organiseren.”

BERVOETS. “Vastgoed in eigendom geeft ons veel flexibiliteit. Zo moeten we niet altijd bij de bank langsgaan om grote operaties financieel af te dekken. De volgende maanden verhuizen we bijvoorbeeld 30.000 paletten om een magazijn vrij te maken en aan te passen aan de veiligheidsvoorschriften van de farmaceutische industrie. Zulke beslissingen kan je ook nemen als je magazijnen huurt, maar dan loopt alles net iets stroever. Wij kunnen bouwen in functie van de noden van de klant.”

Uw bedrijfsresultaat bedraagt bijna 12 procent, terwijl een vierde van uw omzet bestaat uit eenvoudige transporten, die lijden onder de prijsdruk. Betekent dat dat de marges in de andere activiteiten, met 300 miljoen euro omzet, extreem hoog zijn?

BERVOETS. “Marges van afzonderlijke activiteiten geven we niet vrij. De concurrentie leest mee. In de klassieke transportniche van het algemeen transport en de Europese transporten hebben we ooit veel geld verdiend, maar die staan nu ernstig onder druk. We hebben heel moeilijke jaren achter de rug. We herbekijken onze bedrijfsprocessen al een tijd. Dankzij een betere opvolging hebben we nu weer aanvaardbare marges. Ons streefdoel is een rendement van 2 tot 3 procent.

“Meer dan de helft van de transporten wordt aangestuurd vanuit Genk. Daar maken we wel degelijk winst, omdat het gaat om transporten in niches met toegevoegde waarde. Het is ook de bedoeling dat dat ook gebeurt in onze Oost-Europese tak. Zo organiseren we vanuit Roemenië — ooit vooral sterk in consumentengoederen — al high security-transporten.”

Vanuit Roemenië rijdt H. Essers wekelijks onder meer naar Rusland, Azerbeidzjan, Iran en Alma Ati, tegen de Mongoolse grens. Waarom zoekt u net die moeilijke landen op?

ESSERS. “We transporteren naar landen waar de internationale concurrentie liever wegblijft en tot voor kort lokale transporteurs hun hachje waagden. Moeilijke landen genereren een hoger rendement. We garanderen de veiligheid van de goederen en de chauffeurs door sterk te investeren in eigen technologie, die we ook in de rest van Europa al toepassen.”

BERVOETS. “We hebben in Roemenië een controletoren met 25 personen, die dag en nacht de plaats van de voertuigen en de temperatuur van koeltransporten controleren. Voor farma is er soms zelfs een combinatie van beide. De chauffeur kan de deuren van de trailer niet zelf openen. Wij van op afstand wel. Bij een douanecontrole gebeurt dat, onder onze begeleiding. Als de wagen van de route afwijkt, gaat er een signaal in Genk en nemen we onmiddellijk contact op met de chauffeur via zijn beveiligde telefoon met alarmknop. Als de chauffeur niet snel genoeg reageert, sturen we er een privéveiligheidsdienst of de politie op af. We hebben op die verre transporten de jongste jaren nooit een wagen verloren. Er zijn wel ooit pogingen gedaan om een overval te plegen.”

Zet Genk buitenlandse chauffeurs in om de kosten te drukken?

BERVOETS. “Niet alleen daarom. Het is niet vanzelfsprekend Belgische chauffeurs te vinden voor lange ritten. De meeste Limburgse chauffeurs willen geen drie weken van huis zijn. Vroeger vonden we amper mensen uit de streek, maar door de economische situatie is het nu wat gemakkelijker om personeel aan te werven. We hebben trouwens een goede reputatie als werkgever. Dat helpt ook.”

Is ook de inzet van de spoorverbinding naar Roemenië een kwestie van kosten?

ESSERS. “Onder meer. Het is ook een manier om de verplichte rij- en rusttijden van vrachtwagenchauffeurs te vermijden. Over het spoor brengen we de goederen in één dag van de haven in Antwerpen naar een plaats in Roemenië. We werken trouwens aan de uitbreiding van die spoorverbinding richting Griekenland en Turkije.”

Twee jaar kocht u Hessenatie Logistics van CMB. Uw toenmalige CEO voorspelde dat hij het bedrijf na een jaar rendabel zou maken. Is dat gelukt?

BERVOETS. “Jawel. We hebben de overhead weggewerkt. Voorts hebben we er onze IT-systemen ingevoerd, terwijl de vorige eigenaar vooral met externen werkte. Onze eigen transportafdeling werkt nu ook voor de vestigingen in Kampenhout, Boom en Kortrijk. Die zware kostenfactoren schrappen, hielp het bedrijf erbovenop. Maar er zijn nog stappen te doen. Hessenatie Logistics had ook een complementaire klantenportefeuille, waarvan wij heel wat hebben geleerd: in de logistiek rond chocolade bijvoorbeeld.”

Norbert Dentressangle nam onlangs delen van Nova Natie in de Antwerpse haven over. Waarom laat u toe dat zo’n grote speler in uw achtertuin actief wordt?

ESSERS. “We hebben het dossier lang en intensief bestudeerd, maar uiteindelijk beslist niet toe te happen. Wij wensen niet alleen een klantenportfolio — die was niet zo strategisch voor ons — maar ook de activa te kopen. Norbert Dentressangle is al een belangrijke concurrent, ook in België. Het is een illusie te denken dat we zo’n bedrijf buiten kunnen houden. Een mooi bedrijf, trouwens, geleid door een gedreven patron.”

H. Essers heeft wel transporteur Nijs gekocht, inclusief 15 hectare industriegrond in Lommel. Noord-Limburg blijft nochtans het logistieke middle of nowhere bij gebrek aan ontsluiting.

ESSERS. “We hadden al dochters in Eksel en Overpelt, die we nu centraliseren in Lommel. De ontsluiting blijft inderdaad een probleem. Zolang de noord-zuidverbinding er niet is (de bouw ervan is door actievoerders gestopt, nvdr.), blijven industriële investeerders weg. In deze moeilijke tijden kan Limburg nochtans nieuwe investeringen gebruiken. Ook het dossier van de IJzeren Rijn blijft in de lade van de bevoegde minister liggen. Lommel heeft met zijn grote voorraad industriegronden de potentie een van de meest welvarende industriële regio’s van het land te worden. We werken er aan een aantal investeringsdossiers.”

Er zijn dus nog investeerders die in Vlaanderen geïnteresseerd zijn, zelfs in deze crisistijd?

ESSERS. “Uiteraard. We bouwen 22.000 vierkante meter magazijnruimte in Antwerpen en we werken aan een gelijkaardig project in Genk, waar we al 250.000 vierkante meter beheren. Er is geen reden voor pessimisme. Ook niet in Limburg. Als de crisis voorbij is en ondernemers weer helder kunnen denken, zal er opnieuw heel wat bewegen. En deze keer in de positieve zin.”

Limburg hangt blijkbaar niet in de touwen na het Ford Genk-debacle.

ESSERS. “Je moet niet achteromkijken, maar kansen grijpen. De bedrijfsterreinen zijn hier niet zo duur. Midden-Limburg is perfect gelegen tussen Antwerpen en het Duitse hinterland. Ook de uitbouw van de binnenhaven van Genk als Antwerpse voorpost past in dat stramien.”

BERVOETS. “Limburgse arbeiders willen werken en zijn meestal goed geschoold. We dreigen wel in problemen te geraken, want Nederland nam de voorbije jaren een voorsprong met uitstekende logistieke opleidingen in de hogescholen. Waarom ontwikkelen we hier geen wetenschappelijke en technische cluster rond logistiek?”

Na de mijnsluiting klonk het verhaal dat de provincie zou uitblinken in alternatieve sectoren, zoals sportinfrastructuur, filmzalen en hypertechnologische projecten. Uw verhaal klinkt realistischer.

ESSERS. “Er zijn geen honderd alternatieven om nog groei te creëren. Je behoudt en versterkt beter wat je hebt, dan dat je compleet nieuwe dingen probeert uit te vinden. We moeten onze voeten op de grond houden.”

Waarom is een nuchtere ondernemer als Noël Essers overigens ondervoorzitter van Lommel United?

BERVOETS. “Ik denk dat ik nu maar even naar de keuken loop om een koffie te drinken.”

ESSERS. “Wie weet kunnen we nog een paar miljoen euro van Europa naar de club laten vloeien. (Lacht hartelijk.) Neen, even ernstig nu. Ik ben erin gerold. Vrienden hebben me dat gevraagd. En eens je zover bent, raak je er niet meer uit. Ik kijk langs de zijlijn mee. De lol van voetbal is eraf. Als jeugdspelers van dertien jaar zich laten vertegenwoordigen door een manager, dan vraag ik me af waar ik mee bezig ben.

“Wij zijn sponsor, hoewel onze klanten niet het brede publiek zijn. En moest er nu nog veel volk komen kijken, dan zou je dat nog kunnen verantwoorden als een maatschappelijk project. Maar ook de supporters blijven weg. De ambitie is om over twee, drie jaar in eerste klasse te spelen en aan de Balendijk — verderop in Lommel — een nieuw stadion te bouwen. Nu ligt het voetbalveld in het midden van een villawijk. Als we die gronden te gelde kunnen maken, zijn er middelen voor een nieuw stadion. Maar dan moeten we ook (spreekt uitdrukkelijk in de recorder) de gemeente meekrijgen. Het gaat niet op om ja te knikken en voor de rest niets te doen.”

HANS BROCKMANS, FOTOGRAFIE PAT VERBRUGGEN

“Vastgoed in eigendom geeft ons veel flexibiliteit. Wij kunnen bouwen in functie van de noden van de klant” Gert Bervoets

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content