“Liefdadigheid is niet noodzakelijk duurzaam”

Een kmo actief in de ontwikkelings-samenwerking, maar dan zoals een multinational het zou doen. Dat is waar de combinatie Durabilis/Xagic mee bezig is. Hun basisprincipe: een marktgedreven, duurzame economie.

“Wij vinden niets nieuws uit. Wat wij doen, ligt in de lijn van andere ngo’s. We zijn complementair”, merkt gedelegeerd bestuurder Sebastiaan Saverys (foto) op. Daarmee blijft hij bescheiden: de combinatie van een private stichting, Durabilis, en een nv met sociaal oogmerk, Xagic, biedt immers het beste van twee werelden. De hybride organisatie vervult er alle rollen: investeerder, producent, klant, dienstenleverancier, importeur en exporteur.

Burgerlijk ingenieur Sebastiaan trok vier jaar geleden met drie vrienden naar het Guatemalteekse dorpje San Juan del Obispo. De bedoeling was een bedrijf op te richten om de mensen te helpen hun vruchten te verkopen op de internationale markt, zodat ze met de winst via een niet-gouvernementele organisatie (ngo) de lokale levensomstandigheden konden verbeteren. De Belgische wetgeving bleek echter een taai beestje. Zo mogen nv’s – de facto de meeste bedrijven – ten hoogste 5 % van hun bedrijfswinst, met een maximum van 500.000 euro, op een fiscaal vriendelijke manier besteden aan goede doelen.

Ontwikkelingshulp met rendement

Daarom deden Saverys en zijn vrienden een beroep op een nieuwe juridische vorm: de vennootschap met sociaal oogmerk. Die mag geen dividenden uitkeren, maar wel kosten opnemen in verhouding tot het project. In Guatemala pootten ze op die manier een verpakkingsfabriek neer, die het verse fruit klaarmaakt voor levering aan de lokale supermarkt of voor de export. Een eerste landbouwcoöperatieve werd gefinancierd door het viertal en een rist geldschieters. Daaronder Solid International, de stichting van de Mechelse bouwondernemer Luc Verhelst, en ook vader Marc Saverys.

Er volgde een tweede project, in Burkina Faso: een fabriek waar drinkbaar water in plastic zakjes wordt verpakt. “Goedkoper dan flessen, en gezonder dan wat gangbaar is”, zegt Saverys. Bovendien heeft het veel toegevoegde waarde voor de lokale economie: per euro omzet wordt er nog eens 0,8 euro omzet gecreëerd bij distributeurs, kleine winkeliers, transporteurs, enzovoort.

Alvorens verdere stappen te zetten, besloten Saverys en zijn team te investeren in knowhow. Eerste opdracht: uitvissen wat ze eigenlijk precies deden: in feite het model in kaart brengen en verbeteren waar nodig. “Bij ons zijn de kernwoorden: agro-industrie, marktgedrevenheid – we proberen ons te richten op wat de lokale of Europese markt vraagt – en het businessaspect. We willen waarde toevoegen, maar op duurzame wijze: winst, maar met respect voor de planeet en de mensen. Uiteindelijk moeten al onze initiatieven ertoe bijdragen de Millenniumdoelstellingen van de Verenigde Naties te helpen realiseren.”

De combinatie van een bedrijf met een stichting als enige aandeelhouder, lijkt daarvoor de ideale structuur. Geloofwaardig voor de banken, want een bedrijf, en tegelijk een stichting, die in aanmerking komt voor giften. Het kapitaal van 10 miljoen euro, dat de private stichting Durabilis in 2005 meekreeg, zal in maart/april 2008 volledig zijn geïnvesteerd. “We gaan nu eerst consolideren. Pas in 2009 voorzien we nieuwe projecten. Het geld dat aan een private stichting wordt geschonken, blijft erin, ten gunste van een belangeloos doel: in dit geval het laten fuctioneren van het werkingsvehikel.”

Explosieve groei

Onder werkingsmaatschappij Xagic ressorteren inmiddels drie bedrijfseenheden: Fair-Fruit (niet te verwarren met het label Fair Trade), drinkwater (distributie van goedkope cosumptiegoederen) en agro-fuel (productie van biobrandstoffen voor lokaal gebruik). Die omvatten in totaal 7 projecten, waarvan er zich vijf volop in de ontwikkelingsfase bevinden. Elk project wordt constant geëvalueerd, qua duurzaamheid en wat socio-ecologische waarden betreft. Lukraak gekozen zijn ze nooit.

Dat het met de businessaanpak menens is, werd bewezen in Kenia. Het beheer van Maji Ya Peponi, een waterfabriek in Mombasa, werd in februari 2007 volledig uit handen gegeven aan een lokale ondernemer. Die zet het project nu op kleinere schaal voort. “Niet elk project kan succes hebben”, zegt Saverys. “Hoe erg het ook kan klinken: een kleine boer moet de risico’s van de business af en toe ook aan den lijve ondervinden. Je kan hem overeind houden, maar ben je dan bezig met duurzame economie? Liefdadigheid strookt niet noodzakelijk met duurzaamheid. Wij zijn een economische actor, maar de winst gebruiken we om typische ontwikkelingshulpprojecten te ondersteunen: sensibiliseringscampagnes, het schenken van plantjes aan arme boeren, enzovoort. Maar in onze investeringen hanteren we de aanpak van een multinational: niet klein beginnen, maar dadelijk met het volle geweld.”

Dat valt ook af te lezen uit de explosieve groeicijfers. Voor de waterproductie – in Senegal, Burkina Faso en weldra in Congo – wordt voor dit jaar op ruim 80 % groei (goed voor 2,2 miljoen euro omzet) gemikt. De fruitdivisie rekent tussen 2006 en 2008 minimaal op een vervijfvoudiging. Om een volledig aanbod te kunnen garanderen, opereert de fruitpoot van Xagic niet alleen in Guatemala, Peru, Senegal, en Brazilië, maar ook in Spanje. Saverys: “Wij willen niet per se een hogere prijs voor de boer, want dan pikken alle tussenpersonen hun percentje. Voor de 30 % die de boer meer krijgt, betaalt de consument er 100 % bij. Iedereen moet verantwoord omgaan met de ketting.”

De jongste bedrijfseenheid is de agro- fueldivisie. Het idee rijpte in januari 2007, in oktober werd het eerste experiment met jatrophaplantjes in Noord-Senegal ingezet. “Allemaal aangepast aan de lokale situatie”, benadrukt Saverys. “We doen het niet op plaatsen waar je ook voedselgewassen kan telen. En we staren ons niet blind op biobrandstof. Leveren andere gewassen meer omzet en winst per hectare op, dan gooien we het roer om.”

Door Luc Huysmans/Foto’s Thomas De Boever

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content