Lidmaatschapspoker

Marc De Vos

Als alles op schema blijft, wordt Oekraïne deze week een kandidaat-lidstaat van de Europese Unie. De collectieve sympathie voor het lijdende en strijdende Oekraïne is groot. Mocht het nu of nooit zijn voor een lidmaatschap van de Unie, zou ik naar nu neigen. Maar dat is het niet. Dit is de verkeerde beslissing op het verkeerde moment.

Zouden we Oekraïne tot kandidaat-lid verheffen zonder de oorlog? De Unie is de geografische reflectie van het cultuurhistorische Europa. Daarom was de uitbreiding naar Oost-Europa na de val van het communisme vanzelfsprekend: het waren Europese landen die toevallig aan de verkeerde kant van het IJzeren Gordijn waren beland. Die uitbreiding heeft grote verdiensten. Maar op politiek en ethisch vlak ligt ze zwaar op de maag. Democratie, rechtsstaat en markteconomie zijn het DNA van de Unie. Ze blijken moeilijk te transplanteren. Zodra landen lid zijn, ontbreekt elke externe hefboom voor verandering.

Als Europa Oekraïne erbij neemt, dan moet het de relatie tussen Oekraïne en Rusland erbij nemen.

Oekraïne is Oost-Europa in het kwadraat. Cultuur-historisch deels Slavisch, geen democratische traditie, intern verscheurd en een nest van corruptie. Zeer groot en in verhouding straatarm, zelfs zonder oorlog. De Unie die al permanent worstelt met interne cohesie en die het Verenigd Koninkrijk heeft verloren, is niet klaar voor Oekraïne. Er wordt gepalaverd over een Europa van lagen, zodat de Unie algemeen kan verbreden en selectief kan verdiepen. Dat zou een goede combo zijn ten aanzien van bijvoorbeeld Oekraïne, Moldavië, Albanië en de Balkan. Maar nu krijgt Oekraïne wel een volledig lidmaatschap voorgeschoteld.

Het zal nog vele jaren duren alvorens Oekraïne de hervormingen en de stabiliteit bereikt om tot de Unie toe te treden. We spreken dus over een symbool. Een Europese zet in de nieuwe koude oorlog met Rusland. Dat deden we al eerder. In de eerste koude oorlog sloten we in 1963 een associatieverdrag met Turkije, opnieuw om geostrategische overwegingen. Maar de Europese Unie was in 1963 alleen een economische gemeenschap. Anno 2022 is het een Unie van waarden en identiteit. Niemand denkt dat Turkije daarin volledig thuishoort. Het land staat permanent in de wachtkamer, tot diepe frustratie bij iedereen.

Niemand weet hoe de wereld en Europa er zullen uitzien wanneer lidmaatschap voor Oekraïne denkbaar zou worden. Het is nu al ondenkbaar dat de Unie externe agressie of intimidatie van een lidstaat accepteert: kijk naar de houding van de Unie tegen Noord-Cyprus en Turkije in hun relaties met Griekenland. Het lijkt waarschijnlijk dat de Unie een meer volwassen gemeenschap voor veiligheid en defensie zal worden. Dat is in elk geval de bedoeling. Als we Oekraïne erbij willen nemen, dan moeten we ook de relatie tussen Oekraïne en Rusland erbij nemen. Willen we daarvoor tekenen?

Oekraïne of Moldavië als kandidaat-lidstaten erkennen, is dus geopolitiek pokeren met de toekomst. Voor het heden is de meerwaarde onzeker. Het Kremlin zal zijn propaganda over westerse omcirkeling kunnen opzwepen. Beide landen hebben Russisch-sprekende minderheden en maken deel uit van wat Poetin als de Russische beschaving aanziet. De cynische schaker kan daarin een buitenkans zien om het conflict op de spits te drijven. Extra grondgebied voor Rusland kan dan het finale ruilmiddel worden voor lidmaatschap van de Unie.

Wat we wel weten, is wat Oekraïne op korte termijn van Europa nodig heeft. Zware wapens, ongeacht de schroom om Rusland te provoceren. Een gasboycot die de Russische oorlogseconomie torpedeert. Tientallen miljarden om het land humanitair en economisch overeind te houden en nog meer miljarden voor heropbouw. Komt dat alles een millimeter dichter door Oekraïne een kandidaat-lidstaat te noemen? Of schept Europa daarmee een politieke afleiding, een zoethouder voor goodwill terwijl Oekraïne bloedt?

Marc De Vos is fellow bij het Itinera Institute in Brussel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content