De psychologische thriller “Liar” van de tweelingbroers Josh en Jonas Pate verkent aan de hand van diverse plotwendingen het dubbelzinnige aspect van de waarheid omtrent een moord.

De broertjes Josh en Jonas Pate steken hun inspiratiebronnen niet onder stoelen of banken. ” Liar” bevat referenties naar de complexiteit van de film noir en puzzelfilms in de stijl van ” The Usual Suspects“. De geraffineerde sfeerschepping en het overgestructureerde plot van “Liar” houden de toeschouwer tot de laatste minuut in de spanning over het hoe en wie. “Liar” is in zijn premisse niet meer dan een whodunnit – een verhaal waar naar de dader wordt gezocht. De basis van het plot wordt uiteindelijk gevormd door het machtsspel tussen de drie protagonisten.

In de jaszakken van een vermoorde prostituee, wier verminkte lichaam op twee verschillende plaatsen werd ontdekt, wordt het telefoonnummer van de erfgenaam Wayland (rol van Tim Roth) ontdekt. Wayland is niet alleen rijk, hij heeft een diploma psychologie van Princeton op zak, heeft een IQ van 151, lijdt evenwel aan epilepsie en is verslaafd aan absint. Zijn arrogantie maakt hem niet geliefd bij zijn twee ondervragers; de politie-inspecteurs Braxton ( Chris Penn) en Kennesaw ( Michael Rooker). Wayland wordt aan de leugendetector onderworpen, maar keert het rollenspel tussen de ondervragers en de ondervraagde om in zijn voordeel. Via zijn contacten met de onderwereld geraakt Wayland aan bezwarende informatie over zowel Braxton als Kennesaw. De vraag wie nu uiteindelijk de schuldige is, blijft tot op het einde een raadsel.

Tim Roth speelt zijn dubbelzinnig personage danig overtuigend, dat de toeschouwer op geen enkel ogenblik kan achterhalen of hij een meester-manipulator is, dan wel de waarheid spreekt. Het kat- en muisspel van Wayland is even misleidend als het spel dat de gebroeders Pate spelen met de toeschouwer.

“Liar” is geconstrueerd zoals een Chinese doos: de kijker wordt verrast door de verschillende plotwendingen, maar blijft op het einde met evenveel vragen zitten als bij het begin. “Liar” druipt evenwel van de sfeerschepping. De clair-obscurbelichting van fotograaf Bill Butler is al even donker als de twijfelachtige beweegredenen van de personages. Het psychologische steekspel tussen de drie mannen binnen de ruimte van het politiekantoortje, wordt aantrekkelijk gemaakt door de gevatte dialogen en de claustrofobische spanning die de Pates met hun geïnspireerde mise-en-scène oproepen. Hun uitbundig talent ontbreekt de discipline om een vergelijking met de Coen-broers te doorstaan. De schitterende ideeën van de Pates zullen ongetwijfeld nog naar grote films leiden. “Liar” is in dit opzicht interessant en knap onderhoudend.

Piet Goethals

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content