Levert onafhankelijkheid Vlaanderen winst op?

In hun boek ‘The Size of Nations’ gaan de economen Alberto Alesina en Enrico Spolaore op zoek naar de ideale grootte van een staat. Is ‘big’ echt ‘beautiful’? Lang niet, vinden ze. Voor kleine regio’s is onafhankelijkheid niet langer onbetaalbaar. De vraag kan niet uitblijven: moet België nog wel bestaan in 2020?

Tussen de kantoorblokken, fabrieken, kranen, disco’s, huizen en koterijen van Vlaanderen waart een droom: die van een secessie, van de afscheiding van België. Meer en meer ondernemers, politici, commentatoren, kabinetsmedewerkers en (met benepen stem) vakbondsleiders durven te zeggen dat België onbestuurbaar is, en dat de diepe kloof in dit land loopt tussen noord en zuid en niet tussen links en rechts. Het is een stille discussie, een typisch Vlaamse discussie, een discussie voor de late uren, onder vier ogen, tussen vertrouwelingen. Openlijk praten over secessie is voor politiek correct Vlaanderen gelijk aan dweperij met de enige independentistische partij van België: het Vlaams Blok. N-VA zit in dezelfde hoek maar weegt licht, CD&V en VLD preken op hun congressen het confederalisme. In een notendop: de partijen die pro confederalisme of secessie zijn, vertegenwoordigen 75 % van de Vlaamse stemmen.

De Denkgroep rond ex- KBC-baas Remi Vermeiren in De Warande bestudeert een mogelijke afscheiding van Vlaanderen. Om de twee maanden zitten 30 financiers, knappe koppen van studiecentrums, ondernemers en consultants discreet rond de tafel van het stadspaleisje aan het park van Brussel. In 2004 bekijken ze het ‘waarom’ van een Vlaamse onafhankelijkheid, volgend jaar het ‘hoe’. De Denkgroep brainstormt, bestelt teksten en graaft oude adviezen weer op, wat uiteindelijk zal resulteren in een publiek verslag.

De Denkgroep stoot op feiten die bij het publiek onbekend zijn en voor de Europese politieke klasse liefst verborgen blijven. Zoals: van de tien welvarendste landen ter wereld (in termen van BBP per hoofd van de bevolking) hebben er slechts twee meer dan vijf miljoen inwoners – de Verenigde Staten met 260 miljoen en Zwitserland met 7 miljoen. Twee landen hebben een bevolking tussen de één en de vier miljoen inwoners, de resterende zes hebben er minder dan één miljoen. Meer dan de helft van de 193 landen ter wereld hebben minder inwoners dan Vlaanderen met zijn zes miljoen burgers.

Zijn de sympathisanten van afscheidingen en van het einde van België geïsoleerd, reactionair of achterlijk? Neen, blijkt uit de discussie over secessie die internationaal aan de gang is. Zo verscheen eind 2003 het geruchtmakende boek The Size of Nations van Alberto Alesina en Enrico Spolaore, twee Italiaanse economen en hoogleraren aan Amerikaanse universiteiten. Trends trok naar Providence in de Amerikaanse staat Rhode Island voor een gesprek met Spolaore over de overlevingskansen van kleine staten en de haalbaarheid van een onafhankelijk Vlaanderen.

‘Grenzen zijn maakbaar’

Vanuit zijn kale, kloosterlijke studeerkamer in Providence kijkt Enrico Spolaore uit op een campanile, een waarheidsgetrouwe kopie van een Italiaanse stadstoren. ‘Eigen cultuur en volk eerst’ is echter aan hem niet besteed. Spolaore trouwde met een Braziliaanse en noemt zichzelf een wereldburger. Hij doceert aan Brown University, zijn collega Alesina aan Harvard. Harvard en Brown zijn Ivy League-universiteiten, de top van de Amerikaanse academische piramide.

Het is geen toeval dat Alesina en Spolaore het ontstaan van nieuwe landen door secessie, dekolonisatie en volksraadplegingen bestuderen. Beiden zijn ze afkomstig uit Noord-Italië, een regio waar secessie een heet hangijzer is. Niet voor niets prijkt op de omslag van The Size of Nations een kaart van Noord-Italië in 1648, bij de Vrede van Westfalen. “Mijn geboorteplaats Mirandola heeft achter elke hoek een grens. Het was er zo druk van de grenzen dat op historische kaarten dat deel van Italië apart en vergroot werd afgedrukt,” glimlacht hij.

De studie van ‘afscheidingen’ is jarenlang afgeremd door het drama van de Amerikaanse Secessieoorlog van 1860 en door de beperkingen die economen zich oplegden. “De economie van vandaag is een Amerikaanse wetenschap,” legt Spolaore uit. “De terughoudendheid van de Amerikaanse economen voor de studie van de verandering van grenzen – zelfs als dat op een democratische manier gebeurt – was lang evident. Bovendien is pas in de jongste twintig jaar de weerstand van de economen weggeëbd om zich ook te buigen over instituties, politiek, historische trends en cultuur. Er is vandaag opnieuw een ‘politieke economie’, een economische studie van instellingen, een besef dat economische groei afhankelijk is van instituties.”

De vraag hoe je instituties kunt definiëren en eventueel veranderen, leidt tot besluiten over meer of minder groei, meer of minder welvaart. Een belangrijk instituut is volgens Spolaore de natiestaat. “En die is gemaakt door mensen. Hij is geen natuurwet of een goddelijke wet (lacht). Het taboe voor de studie van institutionele veranderingen van grenzen en landen is doorbroken.”

Die grondgedachte resulteerde in het boek The Size of Nations. Academische boeken met economische mechaniek (elk hoofdstuk wordt afgesloten met bladzijdenlange berekeningen) verkopen zelden meer dan enkele honderden exemplaren. The Size werd echter een bestseller. In het boek onderzoeken Alesina en Spolaore scenario’s voor grote en kleine naties. Op een optimale, vrijwillige manier de grenzen van een land afpalen, dat gebeurt nooit. Je kunt burgers vragen om te stemmen voor de grenzen die ze wensen, of je kunt ze dictatoriaal vastleggen. “In dat laatste geval zie je altijd grote, ondoelmatige rijken waarin groepen die hun voorkeuren niet kunnen uitoefenen, gediscrimineerd worden en lijden. Het uiteenvallen van kolonies en van de USSR is efficiënt en voordelig,” aldus Spolaore. “Sociaal-filosofisch en economisch is het beter de inefficiënties te hebben van het te kleine, dan de inefficiënties van het te grote.”

Grenzen verleggen als academische discipline dus. In het verleden werden grenzen bepaald door oorlogen, keizers, koningen, dictators en dus niet op een democratische manier. Het veranderen van een status-quo, zoals het bestaan van grenzen, bezorgt veel mensen koudwatervrees. En dat is onterecht, vindt Spolaore: “Als je grenzen vandaag democratisch zou veranderen, lokt dat angst uit. Op het eerste gezicht zou het tot inefficiënties leiden. Maar dat is nu net een reden om de kosten en baten van secessies méér te bestuderen, niet minder. Alberto Alesina en ik stellen een nieuwe researchagenda voor en hopen economen, sociale wetenschappers en politicologen ervan te overtuigen dat secessie een actuele kwestie is. Wij presenteren bovendien een economisch kader om onafhankelijkheid en afscheiding te bestuderen.”

Acht stappen naar onafhankelijkheid

In The Size of Nations komen Alesina en Spolaore tot opmerkelijke conclusies. We zetten ze even op een rijtje.

1 In een democratische wereld zijn er meer landen dan in een niet-democratische.

2 In een wereld met open markten daalt de kostprijs van de onafhankelijkheid.

3 De wil neemt toe om de kosten van de heterogeniteit van een land af te wegen tegenover de baten van het samenleven in een veelvolkerenstaat.

4 De kostprijs van onafhankelijkheid daalt. Daardoor zullen landen die bedreigd worden door afscheidingen meer politieke middelen in de strijd gooien tegen een secessie.

5 Publieke goederen als onderwijs en zorg kunnen uitstekend en doelmatig worden aangeboden in kleine landen.

6 Publieke goederen als veiligheid, defensie, buitenlandbeleid zitten in een veilige wereld (zoals Europa vandaag is) uitstekend bij internationale organisaties als Navo of bij een Europese defensieliga.

7 Grote economische associaties hebben geen grote politieke associaties nodig, zoals de Europese Unie nastreeft. Dat functionalistische denken is onzorgvuldig.

8Het belang van grote gehelen en schaalgrootte wordt overdreven door politici en economen en is een afspiegeling van de omstandigheden tijdens de eerste industriële revoluties.

Remi Vermeiren las The Size of Nations. “Dit boek kan een trendbreuk betekenen of althans het einde van dooddoeners als: We zijn al zo klein; moeten we dan nog eens splitsen?” aldus de gewezen topman van KBC. “De stellingen van Spolaore en Alesina zijn wel degelijk relevant voor België, onder meer waar gesteld wordt dat de publieke goederen die goedkoper zijn dankzij schaalgrootte best op nationaal niveau worden geproduceerd en andere waar ‘de kostprijs van heterogeniteit’ groot is beter op een regionaal of lokaal niveau worden geproduceerd. Federalisering in de Belgische en Europese betekenis van het woord is een goede poging om tegemoet te komen aan de ‘heterogeniteit’. Maar als die federalisering onvolledig, inconsequent en onvolkomen is en men aan de heterogeniteit van de basis nog de heterogeniteit van de beslissingsniveaus toevoegt, dan is de federalisering een slag in het water. Op die manier blijven wij lijden onder ondoelmatigheid en een gebrekkig sociaal kapitaal. De Europese Unie zal publieke goederen zoals defensie en buitenlandbeleid overnemen van België. De EU heeft door de grote vrijhandelszone en de muntunie de leefbaarheid en haalbaarheid van kleinere landen in Europa een volkomen ander perspectief gegeven.”

Samenwerking met de buren

Blijft natuurlijk de vraag of het boek niet contra-intuïtief is. De meeste mensen vinden ‘big’ nog altijd ‘beautiful’, terwijl Spolaore aantoont dat ‘small is beautiful’ politiek en economisch kan werken in 2004. “De twintigste eeuw overbeklemtoonde de voordelen van grootschalige instituten en landen,” zegt de auteur. “Dat was deels een gevolg van de eerste industriële revoluties met hun grote chemiefabrieken, staalreuzen en zware verwerkende industrie. Er werd gedacht dat de grote schaal het geheim was van het succes. Men zag niet dat grootschaligheid voordelen heeft én nadelen, dus kosten.”

Schaalvoordelen waren in een bepaalde periode verdedigbaar, zoals tijdens de Eerste Industriële Revolutie, toen vrijhandel geen evidentie was, vindt Spolaore. “Sommige landen wilden toen groeien door importvervanging en niet door export, dus dan heb je een grote thuismarkt nodig. De VS kon jarenlang verder zonder wereldhandel door zijn grote nationale markt. Gelijklopend groeiden sommige landen in het verleden niet omdat ze petieterig waren. Nu is er door open markten als de EU een nieuw denkkader. De nieuwe inzichten in de economie en de politiek zijn dat men forser kan decentraliseren dan wat men in de twintigste eeuw en tijdens de vorige industriële revoluties dacht. Voor belangrijke publieke goederen, bijvoorbeeld defensie, blijft schaal weliswaar van belang. Andere publieke goederen worden bijvoorbeeld beter aangeboden door kleinere politieke gemeenschappen. Coördinatie en netwerking kunnen de centralisering vervangen. Alesina en ik kijken naar de trade-off van groot en klein, en soms is de leuze ‘medium is beautiful’.”

Hoe klein zo’n ‘medium’ land mag zijn om te kunnen functioneren, illustreert de Italiaan met een voorbeeld. In puur economische termen, wanneer de grenzen van een land open zijn en de wereld open is voor handel en diensten, is een land van 20.000 inwoners zoals San Marino, leefbaar. Italië en San Marino hebben een poreuze grens en vrijhandel. Het kleine land moet weliswaar een deel van zijn soevereniteit afstaan om zekere publieke goederen te verwerven. “Het belangrijkste obstakel voor kleine landen is dat ze niet kunnen exporteren naar grote markten. Maar dat euvel is weg door de EU en de Noord-Amerikaanse Vrijhandelsassociatie,” zegt Spolaore. “Een klein land kan zijn onderwijs verzorgen maar kan geen grote researchuniversiteit oprichten. Dus stuurt het zijn studenten maar naar het buitenland, zoals het groothertogdom Luxemburg. Als er inefficiënties zijn, dan werk je gewoon samen met je buren. Wat natuurlijk niet betekent dat we naar een wereld moeten van allemaal landen met 10.000 inwoners. Dat is nonsens.”

Frans Crols

“In een wereld met open markten daalt de kostprijs van de onafhankelijkheid.” (Enrico Spolaore)Voor wie het debat over Europese integratie en separatisme op een emotionele manier voert, is dit boek verplichte literatuur. (Ludo Verhoeven, VOKA)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content