Na James Ensor krijgt ook Léon Spilliaert een retrospectieve in de Royal Academy. Vallen ook de Britten voor zijn melancholische zelfportretten, marines en vissersvrouwen?
Drie jaar geleden liep in de Londense Royal Academy een soloshow van James Ensor, gecureerd door de Belgische hedendaagse kunstenaar Luc Tuymans. Voor het Britse publiek was zijn macabere, extraverte werk vol humor en spot een revelatie. Dit voorjaar krijgt die veel introvertere Oostendse meester, Léon Spilliaert, een overzichtstentoonstelling op dezelfde plek. Dat belooft een nog grotere ontdekking te worden. Spilliaert (1881-1946) is internationaal nog minder bekend dan Ensor, en zijn marktwaarde ligt ook een stuk lager. Ensors recordprijs op een veiling is momenteel 7,4 miljoen euro, topwerk van Spilliaert haalt niet eens 1 miljoen euro. Die relatief lage prijzen zeggen niets over het belang van Spilliaerts oeuvre, wel over zijn status als internationaal ondergewaardeerde artiest. Spilliaert was een schakelfiguur tussen het symbolisme en het expressionisme. Zijn werk leunt aan bij dat van Edvard Munch en Odilon Redon, maar heeft ook iets radicaal moderns. Zijn nachtelijke dijkscènes, dramatische zelfportretten, verlaten stranden, ingetogen baadsters of afwezige vissersvrouwen zijn doordrongen van een herkenbaar soort melancholie, die soms zelfs neigt naar angst of eenzaamheid. Royal Academy brengt de eerste monografische expo ooit rond Spilliaert in het Verenigd Koninkrijk. Daarna reist de expo door naar Musée d’Orsay, dat enkele belangrijke bruiklenen leverde.
Léon Spilliaert, vanaf 23 februari tot 25 mei in de Royal Academy of Arts in Londen.