‘Leiderschap leer je niet even op een ochtend’

Bert Lauwers
Bert Lauwers redacteur bij Trends

Jacques Rogge wordt als voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité (IOC) geprezen voor zijn strakke aanpak. In leiderschap en diplomatieke vaardigheden heeft hij de nodige expertise verworven. En dat allemaal zonder een dikke nek te krijgen, zegt de 68-jarige Gentse graaf zelf.

Rogge stoomt door zijn tweede en laatste ambtstermijn als IOC-voorzitter. In 2013 eindigt zijn mandaat. Sinds zijn verkiezing tot preses van de olympische beweging in 2001 dreef hij de jacht tegen doping op, bestreed hij corruptie in het IOC, vocht hij tegen het gigantisme van de Spelen en maakte hij het IOC financieel gezond. Het leverde de voormalige topatleet en orthopedisch chirurg bijnamen als ‘mr. Clean’ en ‘lord of the rings’ (naar de vijf olympische ringen) op. Door zijn vele internationale highprofilecontacten dient Rogge als positief uithangbord voor Vlaanderen in voor ons land politiek bijzonder sombere tijden. De tweede zogenaamde Informal Summit, die morgen wordt gehouden in zijn geboortestad Gent, kan er alleen maar wel bij varen. Rogge zegde zijn steun toe aan het netwerkevenement voor decision makers, dat Vlaanderen duidelijker op de kaart wil zetten.

JACQUES ROGGE (VOORZITTER IOC). “Neen, je kunt nooit te ambitieus zijn voor je eigen zaak.”

Wat kunnen deelnemers aan zo’n evenement van u leren?

ROGGE. “Ik heb zeker niet de pretentie om te zeggen dat ze veel van mij kunnen leren. Ik heb misschien meer een universele, encyclopedische kijk dan anderen, die meer in hun vakdomein zitten, maar dat betekent daarom niet dat ik lessen te geven heb. Dat is geen kwestie van braaf te zijn. Het is gewoon mijn aard. Ik ben een discrete, nederige man. Ik vind het niet nodig om te orakelen en grote uitspraken te doen. Mensen zijn volwassen genoeg om hun eigen verantwoordelijkheid te nemen. Maar als iemand mij om advies vraagt, ben ik niet verlegen om dat te geven. En ik luister ook. Ik heb trouwens vaak boeiende gesprekken gehad met eersteklas politici, die mij oprecht gezegd hebben welke moeilijkheden zij hadden om hun beleid te voeren. Ik heb daar veel van geleerd.”

U hebt dus door onze politieke complexiteit geleerd hoe u bij het IOC problemen moet oplossen?

ROGGE. (lacht) “Je bent altijd het kind van je omgeving.”

Wordt u in het buitenland vaak aangesproken over wat hier politiek reilt en zeilt?

ROGGE. “Ik word al jaren aangesproken over het soms zeer vertekende beeld dat buitenlanders hebben van onze communautaire problemen. Mensen hebben vragen over de toekomst van België, over het moeilijk samenleven van de gemeenschappen. Zij zijn in het algemeen pessimistischer dan wijzelf. Uiteraard ben ik zelf ook heel bezorgd over de toekomst van ons land. En toch heb ik veel respect voor politici. Hun probleem is dat ze noodzakelijke beslissingen moeten nemen, maar telkens dreigen ze electoraal te worden afgestraft. De moeilijke dialoog tussen de gemeenschappen maakt wel dat ook de dialoog tussen de sportgemeenschappen er niet op vergemakkelijkt. Al is daar bij de atleten niets van te merken. Het is bij de bestuursorganen, met die stroeve structuur van een Vlaamse en een Franstalige federatie met daarboven een nationale koepel, dat het al eens mis kan lopen.”

Onze kansen om grote sportevenementen te organiseren, slinken daardoor wel.

ROGGE. “De basisvoorwaarde is dat er aan beide kanten van de taalgrens een soort heilig pact moet zijn. Het EK voetbal met Nederland in 2000 was een succes, ook door de solidaire steun van de politieke wereld. Als we willen slagen voor de wereldbeker voetbal in 2018, of later ooit de Olympische Spelen, moet dat heilige pact hersteld worden.”

Als machtigste man van de sportwereld moet u voortdurend leiderschap tonen?

ROGGE. “Er wordt van mij verwacht dat ik de problemen oplos van de vereniging die ik leid. Maar ik blijf mezelf. Ik sta ‘s morgens niet op, zeggende ‘vandaag moet ik leiderschap tonen’. Je doet wat je moet doen en je hebt leiderschap of je hebt dat niet. Dat is niet iets wat je zomaar even op een morgen aanleert. Het is ook een kwestie van verantwoordelijkheidszin. Ik zou niet zeggen dat je je noodgedwongen moet inschrijven in de medische faculteit om IOC-voorzitter te worden (lacht). Maar in geneeskunde leer je wel verantwoordelijkheid te nemen. Je leert ook luisteren, naar de klachten van patiënten. Dan moet je een klare analytische diagnose maken van het probleem en maatregelen treffen. En je moet zorgen dat je patiënt die maatregelen aanvaardt en wil meewerken. Daar schort wat aan in zeer veel beslissingen. In veel domeinen worden beslissingen opgedrongen, zonder dat de stakeholders – om een modern woord te gebruiken – ze echt aanvaarden. Bovendien leer je ook nederig te zijn. De ziektes wijzen je op je beperkingen.”

U wordt beschouwd als de vader van een financieel gezond IOC. Nochtans hebt u geen financiële achtergrond. Waar hebt u dat dan geleerd?

ROGGE. “Dat is heel eenvoudig. Je moet de juiste mensen aanwerven. De hoofdzetel van het IOC ligt in Zwitserland. We hebben een sterke financiële expert aangeworven als financieel directeur. We hanteren ook de meest voorzichtige banktechnieken. Wij beleggen zonder risico’s. Ik hou van gezond verstand in financiële zaken. Ik heb het altijd als goede huisvader gedaan: de tering naar de nering zetten en als je wat over hebt heel voorzichtig beleggen. Zeker geen ingewikkelde producten, die we natuurlijk voorgesteld krijgen. Het heeft geen windeieren opgeleverd, zelfs niet in volle financiële crisis.”

Hadden banken maar een CEO zoals u.

ROGGE. “Ja en nee. Mijn bedoeling is heel eenvoudig om het patrimonium van de sport veilig te stellen. De bedoeling van bankiers is winst maken. Daarop worden ze afgerekend. We hebben dus verschillende doelen. Ik ben als CEO ook maar een kleine garnaal, baas van een kmo op wereldgebied. Het IOC genereert wel een vrij belangrijke omzet, 1 miljard euro per jaar, maar we herverdelen 94 procent van onze inkomsten onder nationale comités. Ik ben dus zeker geen top-CEO. Je kunt mij misschien wel een topmissionaris van de sport noemen. Of ik daar diplomatieke vaardigheden voor nodig heb? We hebben als IOC te maken met 205 verschillende landen, ook met de politieke wereld en de bedrijfswereld. Maar zo moeilijk is dat allemaal niet, als je een passie hebt voor wat je doet. En ik heb een passie voor de sport, en voor haar opvoedkundige waarde.”

Wat is uw grootste verwezenlijking?

ROGGE. “Dat ik mezelf ben gebleven en ik geen dikke nek gekregen heb. Dat wordt er bij mij thuis goed ingepompt, door mijn vrouw, maar ook door mijn kinderen. Zij herinneren mij er voortdurend aan om beide voeten op de grond te houden. Ik kan ook alles relativeren. Gezond relativeren, want je kunt ook een beetje cynisch relativeren. Je hebt dat of je hebt dat niet. Ik moet daar geen inspanning voor doen. Ik besef ook dat mijn functie tijdelijk is. Over drie jaar is het voorbij. Je moet ook goed beseffen dat je alleen maar de leider van een groep bent. Zonder team kun je niets verwezenlijken.

“Er zijn ook zeer veel zaken die ik beter had kunnen doen. Maar een heel belangrijke beslissing waar ik spijt van heb gehad? Nee. Ook omdat elke belangrijke beslissing er een was waarover een consensus bestond. Met belangrijke beslissingen, waar je een draagvlak voor hebt, riskeer je niet veel. Belangrijke beslissingen die je alleen neemt, lopen meestal verkeerd af.”

Wat is het beste advies dat u ooit hebt gekregen?

ROGGE. “Blijf jezelf. Ik heb dat van mijn trainers, toen ik nog atleet was. Blijf jezelf wil ook zeggen dat je jouw talenten maximaal moet proberen te ontwikkelen. Maar besef ook dat zelfs al bereik je jouw doel, je geen superman bent. Ik heb trouwens als sportman meer wedstrijden verloren dan gewonnen. Een nederlaag behoort tot de eigenschap van de sport.”

U bent een zelfverklaarde workaholic. Weet u al wat u gaat doen na uw afscheid als IOC-voorzitter?

ROGGE. “Absoluut. Ik ga een workaholic blijven (lacht). Dat zit in mijn aard. Ik ben een noeste werker. En ik zal eindelijk weer meer actief aan sport kunnen doen. Daar heb ik nu door het vele reizen nauwelijks tijd voor. Ik probeer me zo fit mogelijk te houden door wat te fietsen of te lopen, en door matig en voorzichtig aan powertraining te doen. Maar ik zou zeer graag weer beginnen te zeilen.

“Ik ben ook een verwoede lezer. Ik ga dus nog meer lezen. En ik heb een passie voor kunst. Ik probeer, waar ik ook ben ter wereld, galerijen te bezoeken, en ik ga mijn interesse voor moderne en hedendaagse kunst zeker kunnen botvieren. Dan is er ook de familie, en als gewezen voorzitter van het IOC zal ik betrokken blijven bij de Spelen. Van mij wordt dan gelukkig niet meer verwacht dat ik problemen ga fiksen. Ik ga dus nog meer kunnen genieten van sport.”

Zonder uw testament al te willen maken, waarvoor zou u het liefst herinnerd worden?

ROGGE. “Ik heb mijn beleid gebaseerd op enkele grote pijlers. Ik heb vooral de waarden van de sport willen herstellen, de strijd tegen doping en tegen illegaal gokken. We hebben ook de reglementen van de atleten en de jurering gevoelig verbeterd en ervoor gezorgd dat de Spelen goed georganiseerd worden. Financieel gaat het goed. En ik heb ook aan innovatie gedaan met de Olympische Jeugdspelen. Afwachten of ik vanuit het paradijs of vanuit de hel zal mogen toekijken.”

Het zal het paradijs wel zijn zeker?

ROGGE.(lacht) Dat weet ik niet. Maar ik ben niet haastig om terug te kijken op wat ik gedaan heb. Ik kijk nog uit naar de laatste drie jaar. Ik ga niet uitbollen en niet zoals de president van de VS in een tweede mandaat een lame duck worden. Ik blijf tot de laatste dag mijn verantwoordelijkheid nemen, om aan mijn opvolger een zo goed mogelijk IOC door te geven.”

Bert Lauwers

“Belangrijke beslissingen die je alleen neemt, lopen meestal verkeerd af”

205 nationale olympische comités en tientallen internationale sport-federaties maken deel uit van de olympische beweging, die wordt geleid door het IOC

“Ik ben een discrete, nederige man”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content