Le Cocu Magnifique

Fernand Crommelyncks ‘Le Cocu Magnifique’ is in het buitenland misschien het bekendste Belgische theaterstuk, maar wordt hier amper opgevoerd. Het Toneelhuis brengt daar met zijn eerste eigen productie verandering in.

Heel veel theaterwerken schreef de in Parijs geboren Fernand Crommelynck (1886-1970) niet. Zijn vader was een Belgisch acteur, die hem jong de liefde voor het toneel bijbracht. Tijdens de Eerste Wereldoorlog stichtte Crommelynck in Brussel een eigen gezelschap, Le Théâtre Volant.Le Cocu Magnifique‘ (1920) betekende zijn doorbraak als auteur: pers en publiek reageerden enthousiast, befaamde regisseurs als Lugné-Poë en Meyerhold brachten het op de planken.

Naar het voorbeeld van William Shakespeares ‘Othello’ schreef Crommelynck met ‘Le Cocu Magnifique’ een universeel stuk over liefde en jaloezie. Het begint idyllisch: Bruno is zo vol van zijn vrouw Stella dat hij haar aan heel de wereld tonen wil. Plots, zonder aanwijsbare reden, vervalt hij in paranoia en verdenkt haar ervan hem bedrogen te hebben. Vanaf dan loopt het mis. Omdat hij ervan overtuigd is dat hij haar trouw niet, haar ontrouw wel kan bewijzen, dwingt hij haar tot overspel. Op zoek naar haar vermeende minnaar doet hij alle mannen van het dorp haar bed passeren: wie niet komt opdagen en zich verbergt, is de schuldige. Stella laat het allemaal met tegenzin gebeuren, maar aanvaardt haar lot om Bruno van haar liefde te overtuigen.

Anders dan bij Shakespeare, is de jaloerse echtgenoot zelf de motor van de jaloezie. Bruno is zo bang voor “een ander” dat hij spoken ziet en zelf de ondergang van zijn relatie bewerkstelligt. Opmerkelijk aan Crommelynck is dat hij dit tragische gegeven combineert met ingrediënten uit de farce. Bruno handelt zo extreem dat hij het realisme overstijgt en zijn verschijning absurd wordt. Archetypische personages als de ossenhoeder en de graaf, beiden aanbidders van Stella, dragen bij tot het fantastische karakter van het stuk. Met zijn vriend James Ensor had Crommelynck een passie voor maskerades, feesten en spielerei gemeen: ook dat is aan de tekst te merken.

Regisseur Tom Van Dyck (27 j.), voordien acteur bij de Roovers en De Tijd, is vooral geboeid door de taal van Crommelynck. Vandaar zijn vraag aan Pjeroo Roobjee om het stuk opnieuw te vertalen: de gebruikte tekst is dus een andere dan de bewerking van Marc Didden die de Blauwe Maandag Compagnie in het seizoen 1990-’91 op de planken bracht. Van Dyck wil in zijn voorstelling – met als ondertitel ‘De Wonderbaarlijke Hoorndrager’ – de queeste, de zoektocht van Bruno naar de ultieme zekerheid beklemtonen, maar ook de kruisgang van Stella, die gelooft in de liefde en bereid is voor dit geloof door het vuur te gaan. Voor zijn regiedebuut in de grote zaal kan Van Dyck rekenen op vijf kwaliteitsacteurs van verschillende generaties: Nand Buyl, Sien Eggers, Lies Pauwels, Lucas Van Den Eynde en Koen Van Impe.

Het Toneelhuis speelt ‘Le Cocu Magnifique oftewel de Wonderbaarlijke Hoorndrager’: op 15, 16, 17 oktober en van 8 tot 12/12 in de Bourlaschouwburg, Komedieplaats 18, Antwerpen. Nadien reisvoorstellingen doorheen het land. Info en plaatsbespreking: tel. (03)224.88.44.

P. Anthonissen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content