Lasten verlagen voor iedereen of de ambtenaren verwennen?

Heeft minister Dirk Van Mechelen zich ontpopt tot de James Bond van de Vlaamse begroting: spannende toestanden, maar wel in luxe? De volgende regering kan alvast 4 miljard euro spenderen aan nieuwe initiatieven. Het luxedebat mag losbarsten: minder lasten voor iedereen of toch maar de ambtenaren verwennen?

Flauwekul, flauwekul, flauwekul!” Die ongebruikelijk felle uitbarsting van Wivina Demeester ( CD&V) tijdens een begrotingsbespreking in het Vlaams parlement zal het kleine vinnige dametje uit de Kempen haar leven lang blijven achtervolgen. “Toch heb ik positieve reacties op de interpellatie gekregen,” reageert de voormalige Vlaamse begrotingsminister. “Iedereen heeft de boodschap begrepen. De regering speelt vals door de financiering van de uitgaven voor zich uit te schuiven.”

In april was het de beurt aan de Sociaal-Economische Raad voor Vlaanderen ( Serv) om er de Vlaamse overheid vriendelijk attent op te maken dat ze dit jaar zowat een miljard euro minder mag uitgeven dan begroot, ten minste als de regering het begrotingsoverschot wil realiseren dat ze heeft afgesproken met de federale regering. Volgens die norm van de Hoge Raad voor Financiën ( HRF) moet Vlaanderen dit jaar een begrotingsoverschot van 527 miljoen euro halen op een inkomstenbudget van ongeveer 18 miljard euro.

Nu is het de gewoonte dat de Vlaamse overheid minder uitgeeft dan is begroot (een onderbenutting van de betalingskredieten in het Wetstratees). Maar de vereiste onderbenutting zou deze keer niet volstaan. De nieuwe regeringsploeg zou bij de zomerse begrotingscontrole al 370 miljoen euro moeten besparen om de begroting op koers te houden.

Geen besparingen

“Het verhaal doet de ronde dat er ons in augustus een verschrikkelijke budgetcontrole te wachten staat,” weet de Vlaamse minister van Financiën en Begroting Dirk Van Mechelen ( VLD). “Vergeet dat verhaal. Besparen zal niet nodig zijn.” Midden mei kon de historicus met deze verrassende quote uitpakken nadat zijn medewerkers hem gebrieft hadden over de inkomsten uit de Vlaamse gewestbelastingen (die goed zijn voor 17 % van de inkomsten van de Vlaamse overheid). Van Mechelen: “De Vlaamse gewestbelastingen zijn in de eerste vier maanden van 2004 met 14,5 % gestegen ten opzichte van dezelfde periode in 2003 (1084 miljoen euro tegenover 947 miljoen euro). De stijging zit vooral in de inkomsten uit de registratierechten (+18,5 %) en schenkingsrechten (+27,4 %). De lagere tarieven lokken meer transacties en dus meer belastinginkomsten uit. Zet deze trend zich door, dan halen we eind dit jaar150 à 175 miljoen euro méér dan begroot uit de gewestbelastingen. Nu al zitten we 4 % boven de begrote ontvangsten uit de gewestbelastingen. De Serv geeft trouwens ook toe dat onze middelen onderschat werden. Tel daarbij een aantrekkende conjunctuur en het verder gestegen aandeel van Vlaanderen in de personenbelasting en alles samen kunnen we dit jaar op ten minste 250 miljoen euro extra middelen rekenen.”

“Vanaf 2005 zitten we in het vrij comfortabele debat wat we met de extra middelen gaan doen,” lacht Van Mechelen. Vooral het Lambermontakkoord is een steeds grotere zegen voor de Vlaamse kas. In 2009 alleen al mag Vlaanderen op meer dan 1 miljard euro BTW rekenen. In totaal zal de Vlaamse overheid tijdens de volgende legislatuur (2004-2009) 7,6 miljard euro extra inkomsten krijgen. “Omdat de uitvoering van de al genomen maatregelen ook geld vergt, is er nog voor ongeveer 4 miljard euro ruimte beschikbaar voor nieuwe initiatieven,” rekent Van Mechelen.

Geld voor ambtenaren

Maar ook de Vlaamse financiën hebben een achillespees: het hoge aantal ambtenaren en leerkrachten op de loonlijst. Een reële loonsverhoging met 1 % in 2005 kost de Vlaamse overheid 105 miljoen euro extra. Tijdens een legislatuur van vijf jaar geeft die eenmalige loonsverhoging meteen een meerkost van 525 miljoen euro. Krijgen de Vlaamse ambtenaren tot 2009 elk jaar een reële loonsverhoging van 1 %, dan kost dat al 1,6 miljard euro. In dat geval gaat 40 % van de beschikbare beleidsruimte op aan loonsverhogingen. Krijgen de ambtenaren jaarlijks een reële loonsverhoging van 2 % (niet eens overdreven, gelet op de verwachte stijging van de welvaart met 2 %), mag de regering al 3,3 miljard euro extra uitgeven. Wivina Demeester: “Tel daar de 500 miljoen euro bij, die de paarsgroene regering al aan de gemeentebesturen beloofd heeft en er blijven slechts kruimels over.”

Minister Van Mechelen sust: “Vlaanderen betaalt zijn ambtenaren al beter dan de federale overheid. We leggen zelfs een pensioenprovisie aan. Er is ruimte voor loononderhandelingen, maar het verleden heeft aangetoond dat dit een vrij dure hobby is.”

Wie krijgt het extra geld?

De inzet van de verkiezingen is dus: wat moet de Vlaamse regering met die 4 miljard euro aanvangen? Meer centen voor welzijn en onderwijs? Afcentiemen op het vakantiegeld geven? Allerhande bedrijfsbelastingen afschaffen? De gemeenten herfinancieren? De ambtenaren beter betalen? De schuld verder afbouwen? Kiezen wordt delen. Doe de stemtest en vergelijk hoe u het geld zou spenderen met wat de verschillende politieke partijen voorstellen (zie kader Doe de stemtest).

De ontslagnemende regering legde vooral de nadruk op welzijn, onderwijs en de financiering van de gemeenten. De welzijnsbegroting steeg tussen 1999 en 2004 met 48 %, de onderwijsbegroting steeg met 25 %, en de extra inspanning voor steden en gemeenten via het gemeentefonds bedroeg 15 %. Is de regering de economie niet vergeten? “Neen,” vindt Van Mechelen. “We hebben enkel de bevoegdheid om een flankerend beleid te voeren op het vlak van de fiscaliteit. We hebben de onroerende voorheffing voor de bedrijven op nul gezet, kostprijs 50 miljoen euro. Als we morgen kortingen mogen geven op de vennootschapsbelasting, hebben we meer mogelijkheden.”

“Dat de discussie gaat over de wijze waarop we méér kunnen uitgeven, toont aan dat de Vlaamse overheidsfinanciën stralend gezond zijn,’ meent Van Mechelen. “De Vlaamse schuld is gehalveerd en bedraagt nog 2 % van het Bruto Regionaal Product. De door de federale regering gevraagde begrotingsoverschotten hebben we gerealiseerd. We hebben zelfs voor 2,1 miljard euro méér inspanningen gedaan dan gevraagd. De HRF bevestigt dat we daarvoor beloond mogen worden door dit jaar de begrotingsnorm met 120 miljoen euro te versoepelen. De Serv houdt evenwel rekening met de – nog verstrengde – strenge norm: een overschot van 527 miljoen euro in plaats van de 307 miljoen euro waarop we recht hebben. We hebben ook een zorgfonds opgebouwd met al 454 miljoen euro. In tegenstelling tot het Zilverfonds, zit er wel degelijk geld in dit fonds. We bezondigen ons ook niet aan dubbeltellingen, want deze fondsen worden niet afgetrokken van de Vlaamse schuld.”

Een Vlaamse kameel

Wivina Demeester erkent dat de totale schuldenberg met de helft gedaald is. “Maar dat was met de economische groei van een paar jaar terug ook niet moeilijk. Bovendien profiteerde de regering van de inspanningen uit het verleden. Deze regering heeft zelfs meteen extra ruimte voor zichzelf gecreëerd door de Meesternorm overboord te gooien.”

De Meesternorm bepaalde dat de regering reëel niet meer dan 2,25 % per jaar nieuwe verbintenissen mocht aangaan. Dat betekende ook dat projecten waarvan de uitgaven pas in de toekomst vielen, al in het jaar van de verbintenis integraal opgenomen werden in de begroting. Paars-groen schafte die veiligheidsklep af en plaatste een uitgavennorm in de plaats, waardoor alleen de uitgaven van het betrokken jaar wegen op de begroting. Zo doemen er kameelbegrotingen op: de neus van de kameel (of de eerste uitgaven van een meerjarenproject) verschijnt nu op de begroting, maar de rest van de uitgaven komt pas later te voorschijn.

Wivina Demeester: “Deze regering is een duiventil, waarin te weinig mensen de draagwijdte van de begroting beseffen. Ze souperen de overschotten uit de recente hoogconjunctuur gewoon op. Minister Van Mechelen stelt nu weliswaar voor om een Conjunctuurfonds op te richten, dat gespijsd wordt met alle extra inkomsten boven een economische groei van 2 %, waaruit de regering in moeilijke jaren wat middelen kan putten om toch wat beleidsruimte te creëren. Dat is een gedeeltelijke rehabilitatie van mijn Meesternorm. Maar zo’n maatregel neem je toch niet op het einde van een legislatuur. Bovendien legde ons systeem een vaste groei van de jaarlijkse verbintenissen op. De Vlaamse regering richt zich nu vooral op het toegestane begrotingsoverschot en geeft binnen die plafonds geld uit. Dat zij zich intussen tot veel meer heeft geëngageerd, verbergt zij door trager en trager uitvoering te geven aan haar engagementen. De kloof tussen wat de regering belooft en wat de mensen reëel zien, neemt dan ook halsoverkop toe. Uit de discussie in het Vlaams parlement bleek dat de nog niet uitgevoerde beloftes op vier jaar tijd zijn gestegen met meer dan 2,1 miljard euro. De formele schuld mag dan gehalveerd zijn, de impliciete schuld (aan nieuwe verbintenissen) is opgelopen met meer dan 2,1 miljard euro.”

Reageert Dirk Van Mechelen: “We kunnen alle verbintenissen betalen. Ik heb begrip voor de beleidskeuze in de periode van Wivina, toen het behalen van de Maastrichtnorm de enige doelstelling was. De voorbije vijf jaar lagen de kaarten anders. Vlaanderen moest er in de voorbije moeilijke economische jaren alles aan doen om de investeringen op peil te houden. Er is nooit zoveel geïnvesteerd als tijdens de voorbije vijf jaar, wat niet mogelijk zou geweest zijn met een Meesternorm. We doen het qua groei bijna dubbel zo goed als de eurozone, omdat we de consumptie een steuntje gaven via gerichte lastenverlagingen.”

Geen kasproblemen?

Werd er dan geen dotatie van 200 miljoen euro aan De Lijn van december naar januari doorgeschoven om de rekening voor 2003 te doen kloppen? Wivina Demeester: “Omdat de begrote dotatie niet werd gedaan, moest de vervoersmaatschappij zelf 217 miljoen euro lenen om het hoofd boven water te houden. Dat grapje kostte de belastingbetaler 291.207 euro aan extra rentelasten.”

Dirk Van Mechelen: “De Lijn kampte met een thesauriebehoefte nadat een krediet was aangezuiverd. Maar zo laat op het jaar konden we zo’n dotatie niet meer opnemen in de begroting. En dus moest De Lijn gedurende 15 dagen zelf voor financiering zorgen, tegen een minieme kost. Intussen hebben wij rente verdiend op ons geld.”

Kampte de regering zo nu en dan niet met een kasprobleem? Het verhaal van de boswachters die geen geld meer hadden om materiaal te kopen, haalde de media. Op zekere dag bleek er zelfs geen geld om een aantal lonen in de zorgsector te betalen. Van Mechelen: “Dat zijn fabels. De kasbegroting is gezond. Op jaarbasis hebben we positieve renteopbrengsten op de kas en eind maart stond die teller al op 2,6 miljoen euro. Wel gaf een aantal instellingen vorig jaar te snel te veel geld uit. Het was ook de eerste keer dat een minister ingreep om de uitgaven op de inkomsten af te stemmen.”

Instellingen in het nauw

Toch werken de Vlaamse openbare instellingen, zoals Ovam, Kind & Gezin en de VDAB, met het mes op de keel. De begroting van 2004 staat of valt met de onderbenutting van de toegestane betalingskredieten. De gewone begroting moet 1 % minder uitgeven dat gepland en de Vlaamse instellingen mogen 12,2 % van de toegestane kredieten niet uitgeven. In totaal mag 5,8 % van de begrote uitgaven niet gespendeerd worden.

“Dergelijke doelstellingen roepen vragen op over de effectieve draagwijdte van de begrotingsvooruitzichten,” aldus het rapport van de Serv. “Het Vlaams fonds voor de gehandicapten zou in 2004 bijvoorbeeld 129 miljoen euro voorziene uitgaven niet mogen doen. Voor Kind en Gezin is dat 44 miljoen euro, voor de VDAB 57 miljoen euro. Gegeven de aanwending in het verleden, de aard van de uitgaven (vooral lonen) en de specifieke problemen van die instellingen lijkt het allerminst realistisch dat dergelijke onderbenutting mogelijk is. Mogelijk gevolg is een verschuiving van de besparingslast naar investeringen en economische ondersteuning.”

De Serv vindt een totale onderbenutting van 3,5 % realistischer. Dat maakt een verschil van 350 miljoen euro. Vandaar dat de Serv ook een besparingsoefening van die omvang voorstelde, maar die suggestie kwam er voor minister Van Mechelen de meevallers ter waarde van 250 miljoen euro aan de inkomstenzijde bekendmaakte. Wivina Demeester: “We kunnen alleen maar verheugd zijn over verhoogde inkomsten van de gewestbelastingen. Dat kan ons onmiddellijk toelaten het tekort van 129 miljoen euro voor het Vlaams Fonds voor Personen met een Handicap bij de begrotingscontrole te plannen.”

Van Mechelen vindt de onderbenutting van 5,8 % wel realistisch: “In een verkiezingsjaar is een onderbenutting van 1 % op de algemene begroting gemakkelijk haalbaar. Ik denk zelfs dat we naar 2,5 % zullen gaan, al zit onderwijs dicht tegen de 100 % en dat weegt zwaar door. Maar we gaan nu twee à drie maanden stilvallen, ook wat betreft de uitgaven. De 12,2 % onderbenutting bij de instellingen is trouwens een vrij gangbare onderbenutting, omdat ze elk jaar te veel uitgaven budgetteren. Ovam, bijvoorbeeld, zegt elk jaar voor 50 tot 75 miljoen euro te saneren, maar dat lukt nooit. Als de instellingen vorig jaar alle begrotingskredieten hadden opgebruikt, was er een put van 582 miljoen euro. Maar het tekort bleef beperkt tot 107 miljoen euro.”

Vreemde manier van begroten

Het blijft een vreemde manier van begroten: ervan uitgaan dat er minder zal uitgegeven worden dan begroot. Bij de voorstelling van het Serv-rapport merkte Pieter Kerremans, administrateur-generaal van dat adviesorgaan, al op: “Om de norm te kunnen halen, rekende de regering al op voorhand dat een pak geplande uitgaven niet zouden plaatsvinden. Het is onduidelijk waar die onderbenutting precies optreedt, maar waarschijnlijk bij investeringen en economische ondersteuning.”

Wivina Demeester wijst ook op de voorzichtige formulering van onder meer de Serv: “De rapporten van de onafhankelijke adviesorganen van de overheid zien er altijd positief uit. Je moet de documenten helemaal uitpluizen om hun echte kritiek op het beleid te leren kennen. Bovendien zijn de opmerkingen nogal cryptisch geformuleerd. De rol van autonome auditoren – zoals het Rekenhof en de Inspectie van Financiën – zijn teruggeschroefd tot loutere adviseurs, waarmee weinig of geen rekening meer wordt gehouden. De ministerraad legt de krijtlijnen vast en duldt geen tegenspraak.”

Eric Pompen – Daan killemaes

Krijgen de ambtenaren jaarlijks een reële loonsverhoging van 2 %, dan mag de volgende Vlaamse regering al 3,3 miljard euro extra uitgeven.

Het blijft een vreemde manier van begroten: ervan uitgaan dat er minder zal uitgegeven worden dan begroot.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content