Kunt u zich verzekeren tegen Al Qaeda?

Een bom in een hotel in Kenia, westerse ambassades die sluiten in de Filipijnen, bommeldingen in internationalen scholen van Jakarta, oorlogsdreiging in Irak. Ook op zakenreis reist de schaduw van Al Qaeda mee. Kunt u zich daartegen verzekeren, of weigeren om voor uw baas op stap te gaan?

Sinds de terroristische aanslagen in de Verenigde Staten, op Bali en vorige week in Kenia, stellen verzekeringsmakelaars vast dat de uitdrukkelijke vraag naar een dekking tegen terroristische acties toeneemt. Michel Dierick van Aviabel gewaagt van een stijging met 12% in het afgelopen jaar. Aviabel verzekert de kleine luchtvaart, maar biedt ook particuliere reizigers en bedrijven verzekeringen aan.

Op de Belgische markt is Aviabel de enige die in tijdelijke contracten ook kapitaalverzekeringen tegen terrorisme, vliegtuigkapingen en oorlogsrisico insluit. Aviabel werkt samen met Interpartner Assistance, de enige bijstandsverzekeraar die ook terrorisme dekt. Sinds kort heeft Artas een clausule tegen terrorisme, maar alleen voor de hotelkosten in geval dat het luchtruim tijdelijk gesloten wordt.

Doorgewinterde onderhandelaars van internationale bedrijfscontracten en exportmanagers relativeren de terroristische dreiging. “Sowieso moet je conflictgebieden vermijden, maar uiteraard kan terreur tegenwoordig overal toeslaan,” zegt Johan Quartier, director market development van Barco. Quartier raadt zakenlui aan om de gespecialiseerde webside van het ministerie van Buitenlandse Zaken (www.diplobel.org) te bekijken, al vindt hij de aanbevelingen soms “overdreven voorzichtig”. Quartier: “Het blijft koffiedik kijken, en Buitenlandse Zaken neemt natuurlijk het zekere voor het onzekere, wat soms tot onnodige paniekreacties leidt.” Hij verwijst naar de oproep van Buitenlandse Zaken om India te verlaten tijdens de oplopende nucleaire spanning met buurland Pakistan.

Is bijvoorbeeld Indonesië gevaarlijker geworden sinds de bomaanslag in Bali? “Reizigers worden eraan herinnerd dat ze in geen enkel deel van de wereld gevrijwaard blijven van het risico van terrorisme. Tegen de achtergrond van de aanslagen van oktober 2002, waarbij buitenlandse toeristen het doelwit waren, wordt geadviseerd om vooral in Zuidoost-Azië de nodige voorzichtigheid aan de dag te leggen. Vooral op plaatsen waar veel buitenlanders komen,” staat er te lezen op de website van Buitenlandse Zaken.

Op de zestiende verdieping van een torengebouw aan Plaza Indonesia in Jakarta heeft de Belgische ambassadeur Hans-Christiaan Kint een uniek vergezicht over de miljoenenstad. Massademonstraties verlopen meestal aan de voet van het gebouw. “Het gebeurt meer dan eens dat ik, na televisiebeelden over opstootjes en betogingen, uit Brussel verontrustende telefoons ontvang. Terwijl zo ver de blik kan reiken alles hier bijzonder rustig is,” zegt Kint.

Johan Quartier ervaart geregeld dat de perceptie op het thuisfront al eens afwijkt van de realiteit ter plaatse. “Irak, Israël en de Palestijnse gebieden zijn onveilig. Maar in de meeste landen van het Midden-Oosten is het vandaag wellicht veiliger dan in de Verenigde Staten.”

Draaiboeken voor evacuatie

Wanneer er dan toch ernstige beroering ontstaat in een land dat Buitenlandse Zaken als een risicogebied bestempelt, overleggen de vijftien ambassadeurs van de Europese Unie over een gezamenlijk standpunt. Ze werken voor hun landgenoten ter plaatse gepaste veiligheidsvoorschriften uit, en formuleren samen een reisadvies, dat naar hun respectieve hoofdsteden wordt gestuurd. De veiligheidsmaatregelen liggen doorgaans al vast in draaiboeken, die werden opgesteld voor het geval een evacuatie van de buitenlanders noodzakelijk blijkt. In elke stad en elke wijk is volgens een piramidaal opgezet systeem één expatriate verantwoordelijk om de evacuatie te coördineren.

“Bedrijven die personeel naar een risicobestemming sturen, kunnen hun werknemer best vooraf over het bestaan van de noodplannen informeren of aanmelden bij de ambassade. Op die manier kunnen ze zich indien nodig vlot inschakelen,” aldus ambassadeur Kint.

De tweede soort maatregelen komt terecht op de website van Buitenlandse Zaken onder de rubriek Reisadviezen. Momenteel staan er 68 landen alfabetisch gerangschikt (op een totaal van 191 VN-lidstaten). Singapore ontbreekt, hoewel de stadsstaat de voorbije weken in de westerse media als een potentieel doelwit voor terroristische aanslagen in Zuidoost-Azië werd aangemerkt. “Onze reisadviezen zijn alleen richtinggevend. De informatie komt uit betrouwbare bronnen, maar kan nooit volledig zijn,” zegt Alain Gérard, die op het ministerie verantwoordelijk is voor de webstek. “Voor info over ontbrekende landen kunnen de mensen bellen naar de telefoonnummers op de website. De rubriek Reisadviezen is voortdurend in evolutie. De gegevens worden geregeld geactualiseerd ( nvdr – voor sommige landen zijn de gegevens echter bijna één jaar oud). Maar in geen geval geeft een reisadvies een politiek standpunt weer. De beslissing om een land of een streek al dan niet te bezoeken, ligt volledig bij de reiziger zelf,” beklemtoont Buitenlandse Zaken.

“Luister naar de radio”

Grosso modo vat Buitenlandse Zaken zogenaamde risicolanden in een viertal omschrijvingen. ‘Af te raden’ zijn landen als Afghanistan, Burundi, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Haïti, Israël en de Palestijnse gebieden, Indonesië, Irak, Ivoorkust, Liberia, Pakistan, Somalië en nog een aantal republieken rond de Kaukasus. Algerije, de Democratische Republiek Congo en Macedonië krijgen het label ‘niet voor toeristen’. Bolivië en Chili zijn ‘redelijk veilig’. In andere gebieden is ‘waakzaamheid geboden’. De site geeft ook last-minutemeldingen, zoals na de bomaanslag in Kenia of wanneer een vulkaanuitbarsting dreigt.

Sinds de aanslagen in New York en Washington valt de Verenigde Staten onder landen waar ‘waakzaamheid geboden’ is. Reizigers krijgen het advies om ter plaatse via de media de (internationale) actualiteit te volgen, en plaatselijk uitgevaardigde veiligheidsmaatregelen na te leven. De VS heeft daarbij het gezelschap van landen als Koeweit, Libanon, Zimbabwe, Venezuela en Iran. Ook in Rusland, de Filipijnen en India kunt u ‘redelijk veilig’ rondreizen – als u tenminste wegblijft uit risicogebieden waar de criminaliteit hoog is (heel wat landen in Latijns-Amerika) of uit streken waarin politieke onrust snel in conflicten kan omslaan.

Kunt u weigeren?

“Uiteraard kan een werkgever niet de eerste de beste werknemer naar risicolanden sturen,” zegt advocaat Filip Tilleman van het in arbeidsrecht gespecialiseerde kantoor Tilleman & Vandenbempt. “Zo’n opdracht moet binnen het normale verwachtingspatroon vallen. Van hogere kaderleden en mensen die werden aangeworven om internationale opdrachten uit te voeren, mag echter – los van de context – wél verwacht worden dat ze probleembestemmingen aandurven.”

Toch kunnen ook deze werknemers een reisopdracht weigeren als de website van Buitenlandse Zaken het land als ‘af te raden’ bestempelt. Dat kan op grond van artikel 20 van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten, waarin de werkgever geacht wordt zich omtrent de veiligheid en de gezondheid van zijn personeel als een goede huisvader te gedragen. Een werkgever kan dus geen bevel opleggen wanneer de fysieke integriteit van de werknemer in het gedrang zou kunnen komen.

Erik Bruyland [{ssquf}]

Een werkgever kan zijn personeel niet naar het buitenland sturen wanneer hun veiligheid in het gedrang zou kunnen komen.

Wie een tijdje in een risicoland verblijft, kan zich best bij de ambassade laten registreren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content