Kunst, een eerlijke munt

In de Heizel begint morgen Art Brussels, de jaarlijkse beurs voor iedereen die op de hoogte wil blijven van de nieuwe tendensen in de internationale kunstwereld. Er staan meer dan 170 stands waar allerlei foto’s, schilderijen, video’s en sculpturen worden getoond.

De meest recente tendens in de kunst is het stijgende aantal bekeerlingen dat zijn vallende euro’s en zijn vallende dollars graag verruilt voor kunst, antiek en andere culturele hard assets. Er is een kunstkoorts aan de gang.

Alleen de aswolk strooit roet in het eten omdat er zoveel Amerikaanse kooplustigen hun vliegtuigtickets geannuleerd hebben. Ze komen dit jaar niet en ze kregen hun tickets al terugbetaald. Maar volgend jaar komen ze zeker, zeggen ze.

In afwachting dat de Chinese renmimbi de nieuwe wereldreservemunt wordt – dat kan nog eventjes duren – en in afwachting van het einde van de Tweede Grote Depressie – dat kan ook nog lang duren – houden veel verzamelaars kunst als reservemunt aan. Kunst is als goud dat je niet eens uit de grond moet delven.

Net zoals goud en zilver is kunst een buffer tegen het nakende Obamageddon. De kunst is bij wijze van spreken een eerlijker munt geworden omdat Ben Bernanke en consorten er niet zomaar van kunnen bijdrukken.

In tegenstelling tot de Eerste Grote Depressie, die deflatie als bindmiddel had, heeft deze depressie hyperinflatie als bindmiddel. Vermoedelijk heeft Bernanke niets meer gelezen na het indienen van zijn thesis over de crisis van de jaren dertig.

De Federal Reserve voorkomt deflatie door het bijdrukken van geld. Het enige onderpand voor die briefjes is het vertrouwen in dit beleid. Maar dat onderpand beginnen velen nu een beetje schamel te vinden.

Met een goudstandaard was dit niet mogelijk geweest. Dan had al het geld dat Bernanke al bijgedrukt had, terugbetaald moeten worden. Nu lijkt niemand te zien dat er ratten in de schatkist zitten.

Met een goudstandaard zou het erop neerkomen dat zonnekoning Barack Obama meer dan 1 biljoen dollar aan goud zou moeten teruggeven in ruil voor waardeloos papier. Goud kun je niet ruilen voor loze beloften en er is maar voor 5000 miljard dollar (of 5 biljoen) aan goud in de wereld (en slechts 300 miljard dollar aan zilver). Daar komt dus inflatie van.

Beleidsmakers die bedrijven en banken redden, en bepalen hoeveel geld er beschikbaar is en wat de rentevoeten moeten zijn, kunnen crisissen alleen maar erger maken. Een centraal geleide economie die bepaalt hoeveel producten er moeten worden gemaakt en aan welke prijs ze moeten worden verkocht, kan het niet beter doen dan de vrije markt.

En dat is nu het fijne van kunst. De kunstwereld is niet centraal geleid. En kunst wordt door niemand gecontroleerd. Kunst heeft geen onderpand nodig en is schaarser dan geld geworden. Je kunt dus maar beter hamsteren wat morgen schaars zal zijn.

Ikzelf ben de trotse eigenaar van deze gravure uit 1720. Daarop staat John Law, de windmaker, de ‘Man van het Jaar’ uit die tijd. Het feit dat Bernanke dergelijke gravures niet kan bijdrukken, stelt me enigszins gerust.

DE AUTEUR IS BEELDEND KUNSTENAAR.

Wim Delvoye

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content