Krijg ik snel een smak risicokapitaal, bankier?

Die vraag krijgen bankiers geregeld, in de ene of de andere vorm. Maar het is de verkeerde vraag. Althans, niet voor de bankier bestemd, en al helemaal niet in het begin van de zoektocht naar centen. Alles hangt af van de reden voor de financiering en van de mate waarin en de manier waarop het bedrijf al is gefinancierd. Aldus Belfius Bank en BNP Paribas Fortis.

Er wordt snel gezegd dat banken geen geld meer uitlenen. Maar dat is – zo zeggen de bankiers Mario De Vry en Joachim Verheyen – niet terecht. Het volstaat om er de cijfers van de Nationale Bank op na te slaan en je stelt het tegendeel vast, zwart op wit. Wel staan banken niet te springen om risicokapitaal te verschaffen.

Geen risico met andermans centen

Mario De Vry: “Zo nu en dan kloppen bedrijven inderdaad aan bij hun bankier voor een lening, terwijl ze eigenlijk risicokapitaal nodig hebben. Banken zijn er nochtans niet om ondernemers risicokapitaal te verschaffen. Uit principe niet, want als een bank een bedrijf geld leent, dan krijgt ze, als het goed gaat, het geld (met intrest) terug. Als het bedrijf het fantastisch doet, dan nog krijgt de bank alleen haar kapitaal (en intrest) terugbetaald. Maar als het slecht gaat, dan ziet ze niets terug van het geld, dat niet eens het hare is. Dat kan een bank nooit compenseren. Bij verschaffers van risicokapitaal is dat anders: they win some, they loose some.”

Hoe je dan wel aan centen komt om je groei te financieren? Joachim Verheyen: “Er zijn de eigen middelen van de oprichter(s), centen van vrienden en familie (de zogenoemde ‘family, friends and fools’) participaties van belangrijke klanten of leveranciers, subsidiemogelijkheden of waarborgen bij de overheid, businessangels of durfkapitaalverstrekkers en meer recentelijk ook crowdfunding en de nieuwe tax shelter voor sommige start-ups. En er is natuurlijk ook de bank. Behoudens een kleine afdeling voor durfkapitaal (Private Equity) is de bank er vooral om de snelle groei mee te begeleiden en te voorzien van werkkapitaal, investeringen en andere financiële diensten.”

Interne bronnen van financiering

Beide bankiers zijn overtuigd van het belang van de bronnen voor interne financiering: “Betaaltermijnen bijvoorbeeld, van klanten en van leveranciers, of het voorraadniveau in je bedrijf… Houd die bronnen onder controle. Natuurlijk, je wilt snel veel klanten voor je product of dienst winnen en daarom sta je (te) lange betaaltermijnen toe. Tegelijk verwacht je van je leveranciers een onberispelijke service en daarom aanvaard je korte betaaltermijnen. Ten slotte wil je snel leveren en daarom bouw je een (te) grote en dus dure voorraad op. Dat zijn gemiste kansen voor interne financiering, die je bovendien zuur kunnen opbreken.”

Duidelijke rollen

“Wanneer we als bankier risicokapitaal zoekende ondernemers voor ons hebben zitten, dan moeten we de rol van de bank duidelijk maken”, stellen beide bankiers. “Dat betekent helemaal niet dat we onze klanten met een kluitje in het riet zouden sturen. Integendeel, we leggen uit welke financieringsmogelijkheden er bestaan, waar en hoe je die vindt en wat we als bank voor ze kunnen betekenen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content