De familie Sioen heeft dan toch beslist dat het wat extra mag kosten om haar bedrijf van de beurs halen. Het bod op het eigen aandeel wordt opgetrokken van 23 naar 27 euro per aandeel. De familie oordeelde vorig najaar dat er meer lasten dan lusten aan de beursnotering verbonden zijn en maakte gebruik van de koersduik door de covid-19-pandemie om een bod van 23 euro te doen.
Bekeken vanuit de koersevolutie tijdens de coronacrisis leek 23 euro per aandeel een aanvaardbaar bod. Maar we gaven vrij snel na de aankondiging ervan aan dat het eerder om een opportunistisch ¬ lees: karig ¬ bod ging. We gaan nu van karig naar fair (en dus nog niet royaal), van opportunistisch naar realistisch. De familieholding Sihold, die 65 procent van Sioen bezit, zou onmogelijk boven 95 procent zijn uitgekomen met een bod van 23 euro. Dat is nodig om een uitrookbod te kunnen doen en de beursnotering te laten schrappen. De kansen dat de delisting nu wel lukt, zijn fors toegenomen.
Het bod is geen alleenstaand geval. Bij Orange Belgium probeert de Franse referentieaandeelhouder ook via een opportunistisch bod van 22 euro het bedrijf van de beurs te halen. Daar zien we ook weinig kans op slagen.
We zijn blij dat ook particuliere beleggers zich roeren en niet zomaar het eerste, het beste bod aanvaarden met het idee dat ze er individueel toch niets aan kunnen veranderen. De volksopstand op Wall Street door de Reddit-beleggers bewijst dat als particuliere beleggers zich verenigen, ze wel degelijk een stem hebben tegenover de referentie-aandeelhouders. Anno 2021 verwachten we niet dat het nog mogelijk zal zijn van de beurs te gaan zonder een faire prijs te betalen. Om die evolutie zijn we niet rouwig.