“Kleine, familiale diamantairs krijgen het moeilijk, ja”

Erik Bruyland Erik Bruyland is senior writer bij Trends.

Decennialang was De Beers broodheer en boeman van de Antwerpse diamantairs. De haat-liefdeverhouding sloeg onlangs om in woede nadat De Beers een derde van zijn bevoorrechte partners in Antwerpen uitrangeerde. We vroegen Nicky Oppenheimer, de topman van De Beers, om uitleg. Hoe belangrijk is Antwerpen nog?

Londen (VK)

Hij is een verwoed cricketspeler en een scherpzinnig strateeg in zaken. Elke bedreiging van zijn dominante marktpositie ketst hij meteen af en vormt hij om tot een nieuwe opportuniteit. Nicky Oppenheimer is voorzitter van een familiale groep, De Beers, die naar eigen zeggen 60 % van de wereldstromen in ruwe diamant controleert. Hij is het boegbeeld van de familiedynastie die de Zuid-Afrikaanse zakenwereld domineert sinds zijn overgrootvader in 1929 de diamantmijnen van imperiumbouwer Cecil Rhodes kocht.

In alle kleuren, maten en gewichten vloeien miljoenen steentjes uit mijnen van De Beers in Zuid-Afrika, Namibië en Botswana naar De Beers Trading Company ( DTC). Om vervolgens hun weg te vinden naar consumenten wereldwijd. Zo’n 45 % gaat naar bevoorrechte Antwerpse partners in de handel van ruwe diamant (“zichthouders” in het jargon van De Beers).

“Natuurlijk kan de hele business zich morgen naar elders verplaatsen, zoals dat in het verleden is gegaan van Amsterdam naar Antwerpen. Maar ik zie dat niet gebeuren.” Oppenheimer laat zich niet verleiden tot harde uitspraken. In zijn positie kan hij het zich niet veroorloven deining te veroorzaken aan de vooravond van het wereldcongres over diamant volgende week in de Scheldestad. De commotie in de Antwerpse diamantwijk is al groot.

De Beers maakt een einde aan de relatie met een derde van de zichthouders. Reden: ze passen niet in de nieuwe strategie. IDH Diamonds, een van de uitgerangeerde partners, doorbreekt wat sommigen nog altijd de omerta rond De Beers noemen, een maffiaterm voor afgesproken stilzwijgen. De firma dient tegen De Beers klacht in bij de Europese Commissie wegens misbruik van zijn dominante positie. “Ik kan erin komen dat dit voor een aantal vroegere zichthouders emotioneel ligt, maar laat de procedure haar gang gaan,” zegt Oppenheimer.

Goedlachs ontvangt hij ons in Londen op de zetel van DTC. Nicky Oppenheimer weet wat hij wil en waar naartoe. Joviaal, innemend maar kordaat wijst hij het voorstel van de fotograaf af om plaats te nemen voor een fraai wandtapijt. “This is my chair,” lacht hij en dus krijgen we kiekjes zonder kleurrijke achtergrond. Dat is wel toepasselijk, want de aanleiding voor dit gesprek is somber: de Hoge Raad voor Diamant verklaarde dat de beslissing van De Beers op korte termijn 300 à 400 banen bedreigt omdat de bevoorrading van Antwerpse fabrikanten in het gedrang komt.

NICKY OPPENHEIMER (DE BEERS). “Antwerpen is het belangrijkste handelscentrum voor diamant, maar moet evolueren. Niet alleen omwille van de nieuwe supplier of choice- strategie waarbij De Beers zijn merknaam sterk wil valoriseren. Ook Antwerpen moet in een veranderende wereldeconomie zijn kennis en expertise aanpassen als het zijn centrale positie wil behouden. Business is never as usual. Delokalisatie van goedkopere diamant naar lagelonenlanden is onvermijdelijk, dat gebeurt in alle sectoren. Het komt erop aan dat Antwerpen zijn expertisecluster rond diamant kan behouden.”

Expertise kan verhuizen, de kop elders opsteken rond nieuwe clusters?

OPPENHEIMER. “Dat geldt voor elke business en zeker voor diamant. De steentjes stromen naar de plaats waar de beste expertise aanwezig is. In één generatie daalde het aantal slijpers in Antwerpen drastisch, maar de kennis om diamant te verhandelen met alles wat daarbij hoort aan complexe dienstverlening zit bij mensen in Antwerpen. En zolang dat zo blijft, zal de handel daar ook blijven.”

Grote Indiase groepen positioneren zich als belangrijke wereldspelers. Krijgen de kleine Vlaamse en joodse familiebedrijfjes – de meerderheid in Antwerpen – de zwaarste klappen?

OPPENHEIMER. “Als je een kleine familiale firma bent zonder meer, krijg je het wellicht moeilijk, ja. Maar ondernemende mensen vinden altijd wel een oplossing om hun kennis te valoriseren in specifieke niches. Als je een niche vindt, hoe klein ook, waarin je beter bent dan anderen – ik denk aan speciale slijpvormen, allianties, marketing -, dan ben je goed bezig. Dat Indiërs, overigens ook familiale bedrijven, voor Antwerpen kiezen, bewijst dat hun business daar het best gedijt. Dat versterkt het belang van Antwerpen als handelscentrum voor diamant.”

De Beers wil zich herpositioneren in het hogere segment van de luxegoederen en juwelenverkoop. Krijgt Antwerpen een De Beers-winkel of ziet u die liever in de buurt van het Ritz-hotel, zoals in Londen?

OPPENHEIMER. “Opschuiven naar het hogere segment is precies wat De Beers beoogt met zijn supplier of choice-aanpak. Het is de juiste weg. Diamantairs moeten in dit nieuwe segment een rendabele richting kiezen. Maar om juwelen te promoten, heb je niet noodzakelijk Louis Vuitton nodig in Antwerpen ( nvdr – De Beers ging met de luxeketen LVMH een joint venture aan voor de distributie van zijn eigen merk). De productie van juwelen kan eender waar gebeuren, maar de expertise waarop de diamantwereld in België steunt, zou ongetwijfeld met evenveel ambitie aangewend kunnen worden om van Antwerpen ook een handelscentrum in juwelen te maken. Ik heb veel waardering voor de expertise die daar aanwezig is.”

De Europese Commissie plaatst vraagtekens bij de nieuwe selectiecriteria voor uw zichthouders wegens uw dominante positie in de markt.

OPPENHEIMER. “We stimuleren alle zichthouders om efficiënte marketingkanalen te benutten. Nu we met de Europese Commissie in gesprek zijn, moeten we zorgvuldig toezien dat ze allen op dezelfde manier worden behandeld en dat iedereen die zichthouder wil worden de kans krijgt om zich kandidaat te stellen. Vroeger selecteerde De Beers zijn diamantairs op het terrein, we kozen intuïtief op basis van informatie uit ons netwerk van makelaars en van andere diamantairs. Mede op verzoek van de Europese Commissie hebben we nu duidelijke criteria: financieel draagvlak, marktaandeel, distributiekracht, marketingvaardigheden, technische en productiemogelijkheden, naleving van onze best practice principles. Om de twee jaar kan om het even wie aankloppen, ook de bestaande zichthouders moeten opnieuw door dat proces.”

Welk onafhankelijk organisme zal dat controleren?

OPPENHEIMER. “In samenspraak met de Europese Commissie wordt een ombudsman aangesteld die erop zal toezien dat de procedures gevolgd werden voor het al dan niet toekennen van het zichthouderschap. Voor het overige sturen we geen geheime politie op pad, maar als we vernemen dat onze best practices voor zichthouders, waartoe ze zich schriftelijk verbinden, niet nageleefd worden, gaan overtreders er onverbiddelijk uit. Voor kinderarbeid en milieueffecten is dat makkelijk te achterhalen.”

Sceptici beweren dat De Beers hetzelfde machtige kartel is gebleven. U controleert niet alleen het aanbod van ruwe diamant op de wereldmarkt, maar wilt ook de distributie in uw greep krijgen.

OPPENHEIMER. ( lacht) “Hoegenaamd niet. We gaan onze klanten niet beconcurreren, want dat zou averechts werken. Onze samenwerking met LVMH is er gekomen door het besef dat we sinds 1940 met onze reclamecampagnes – A diamond is forever – een sterke merknaam hebben opgebouwd. Zonder dat De Beers daar effectief mee in de markt staat. Om de onschatbare waarde in die slagzin te valoriseren, zijn we een joint venture aangegaan. We hebben immers geen marketingexpertise voor luxegoederen met een merknaam. LVMH wel. De eerste De Beers-winkels zijn open in Londen en Tokio, andere volgen. Maar de winkels moeten hun sierdiamanten op de vrije markt aankopen, bij onze zichthouders of elders, in geen geval rechtstreeks van DTC. De Beers zit niet in de juwelenbusiness, wij zijn en blijven een mijnbedrijf.”

Door het zogeheten Kimberley-certificaat toe te kennen aan ruwe diamanten om ze te onderscheiden van bloeddiamanten, kunt u handig steentjes weren die niet uit De Beers-mijnen afkomstig zijn.

OPPENHEIMER. “Conflictdiamant is een marginaal probleem, maar de schade aan de hele diamanthandel kon enorm zijn. Het succes van Kimberley is geweest dat alle geledingen uit de diamantwereld als één man gereageerd hebben tegen de dreiging van een consumentenboycot die bloeddiamant vereenzelvigde met de hele business. Terwijl een diamant een blijk van genegenheid symboliseert, een liefdesgeschenk in het Westen of erkenning voor succes in het Oosten. Kimberley is een gezamenlijke reactie van de hele diamantgemeenschap, samen met NGO’s en regeringen. Niet van De Beers alleen.”

Er zouden nu meer diamanten uit Congo worden gesmokkeld dan vóór de invoering van de Kimberley-certificaten in juli. Is Kimberley een schaamlap voor een falende diplomatie?

OPPENHEIMER. “Het Kimberley-proces zal niet verhinderen dat conflictdiamanten in de markt doorsijpelen, maar bemoeilijkt het wel. Het wordt een dure zaak voor overtreders. Wat de politici betreft, hoop ik dat ze hun job doen, want wij in de industrie kunnen met een emotioneel geladen product als diamant niet het risico nemen dat de hele business over de kop gaat.”

De gewone Afrikaan ziet opbrengsten uit bodemrijkdommen aan zijn neus voorbijgaan. Levert een goed georganiseerde kleinschalige mijnuitbating niet meer winst op voor de kleine delvers?

OPPENHEIMER. “Het klopt dat bodemrijkdommen de levensstandaard in Afrika meestal niet verbeterd hebben, maar grondstoffen zijn op zich een neutraal gegeven. Vraag is: hoe worden ze gedolven en wat doet de regering met de opbrengst? Welnu, sinds onze ontdekking van de mijnen in Botswana hebben we een partnerschip met de regering in het mijnbedrijf Debswana en draagt diamant bij tot economische welvaart voor allen. Hetzelfde gebeurt in Zuid-Afrika en Namibië. Een bedrijf als De Beers kan alleen grootschalige exploitatie doen, maar bijvoorbeeld Angola en Congo zijn met hun alluviale afzettingen in rivieren meer geschikt voor kleinschalige delvers. De overheid moet er aangepaste structuren en een wettelijk kader voor uitwerken, zodat de steentjes via legale en voor de delvers rendabele kanalen op de ruwmarkt in Antwerpen worden gebracht.”

Waarom is Debswana als welvaartverhogend vehikel niet op de beurs van Botswana genoteerd? Ook De Beers hebt u van de beurs gehaald.

OPPENHEIMER. “In diamant kan je geen evaluaties op kwartaalbasis maken. De voortdurende druk van analisten is niet bevorderlijk voor een mijnbedrijf als De Beers, dat opereert met een langetermijnstrategie. Een bijkomende reden om De Beers van de beurs te halen, was dat de koers nooit overeenkwam met de reële waarde die ik erin zag.”

U opperde onlangs dat de Zuid-Afrikaanse regering belastingvoordelen moet toekennen aan bedrijven die meer zwarten in leidinggevende posities plaatsen. Zag u weer een opportuniteit in een bedreiging?

OPPENHEIMER. “De Zuid-Afrikaanse samenleving moet veranderen. De regering kan bedrijven ertoe dwingen meer zwarten op beleidsposten te plaatsen, maar het is beter de samenleving in dat proces te betrekken. Onze voorstellen zijn misschien niet de juiste, maar we hebben een maatschappelijk debat ontketend. Zuid-Afrika heeft behoefte aan economische groei en dus moet je een omgeving creëren waarin bedrijven hun schouders zetten onder dergelijke initiatieven in plaats van investeerders af te schrikken.”

De zwarte vakbonden vinden dat aan gewone zwarten geleerd moet worden hoe ze ondernemers kunnen worden.

OPPENHEIMER. “Dat is precies wat wij beogen: grote en kleine bedrijven aanporren om dat proces op gang te brengen. Maar het is niet aan ons om te zeggen hoe dat in zijn werk moet gaan. Het is de taak van de politici om die criteria vast te leggen. En het bedrijf dat die criteria naleeft, krijgt in ons voorstel een belastingvoordeel zodat het competitiever kan zijn. Onze bedoeling was het debat op gang te trekken, niet de antwoorden aan te reiken. We zien wel waar we uitkomen.”

Erik Bruyland

“De kleine firma’s moeten een niche vinden waarin ze beter dan andere zijn, ik denk aan speciale slijpvormen, allianties, marketing.”

“De expertise waarop de diamantwereld in België steunt, kan worden aangewend om van Antwerpen ook een handelscentrum in juwelen te maken.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content