Kijk, dit is de mens (laf, egoïstisch, corrupt)

Een boek om stil van te worden – en vervolgens woedend. De joods-Franse schrijfster Irène Némirovsky brengt een genadeloos portret van de Fransen tijdens de bezetting. De auteur werd in 1942 vermoord in Auschwitz.

Irène Némirovsky, Storm in juni. De Geus, 511 blz., 24,90 euro.

Het totstandkomen van de uitgave is onthutsend, het boek zelf is verbijsterend, virtuoos en op een schrandere manier ook verbluffend vilein. Zowat 60 jaar lang lag het manuscript Storm in juni stof te vergaren. In 1942 zat het propvol beschreven schrift in een kleine koffer tussen een paar foto’s en familiepapieren van twee Frans-joodse meisjes die door hun ouders toevertrouwd waren aan bevriende Fransen. Na de oorlog keerden de ouders niet terug, ze waren door Franse gendarmes gearresteerd en naar Auschwitz gestuurd, waar ze vermoord werden door de nazi’s. Hun misdaad: jood zijn. Om emotionele redenen en ook wel omdat ze dachten dat er alleen wat onsamenhangende aantekeningen in stonden, openden de dochters het schrift niet. Toen een dochter het werk onlangs wilde toevertrouwen aan een onderzoekscentrum, typte ze het uit. Prompt ontdekte ze het literair sterke boek met meedogenloos scherpe portretten van Fransen tijdens de bezetting.

De moeder, Irène Némirovsky, was een gelauwerde romanschrijfster, die al tijdens haar jeugd in Kiev Frans leerde van haar kinderjuffrouw. Irène werd in 1903 geboren in een puissant rijke bankiersfamilie. Echt gelukkig was die jeugd niet. Haar moeder negeerde haar, liet haar over aan de nanny en besteedde haar tijd aan schoonheidssalons en buitenechtelijke avontuurtjes. Die moeder overleefde de oorlog, stierf pas in 1989, 102 jaar oud. Toen haar kleinkinderen na de oorlog bij haar in Nice aanklopten, weigerde ze hen binnen te laten. In Nice was de familie beland na de Russische Oktoberrevolutie in 1917. Ze slaagden er eerst in, vermomd als boeren, Finland te bereiken. Later, in Frankrijk kon de vader opnieuw fortuin vergaren als bankier.

Iréne werd licentiaat Letterkunde aan de Sorbonne en oogstte succes met haar roman David Golder (1929) over de opgang en val van een joodse, uit Rusland afkomstige magnaat uit de internationale haute finance, wiens notoir ontrouwe echtgenote hem ruïneert. De oude Golder – ooit de schrik van de beurs – wordt weer de miezerige, kleine jood die hij in zijn jeugd in Odessa was. Haar debuut en de volgende romans leveren haar roem en lauweren, maar dat lijken de Fransen plots vergeten als de Duitse bezetting begint. Precies dat laffe en weerzinwekkend zelfzuchtige gedrag komt genadeloos tot uiting in het eerste deel van Storm in juni. Dat luik is een hels ecce homo, met een mensbeeld waarin het egoïsme de overhand haalt. Als in een grimmige Ensoriaanse optocht vluchten de Parijzenaars wanneer de Duitse troepen de stad naderen. In de volgende drie delen (zie kader) krijgen we een roman rond enkele personages uit het eerste luik, gevolgd door aantekeningen en brieven.

Luc De Decker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content