“KBC is niet kapot te krijgen”

“De resultaten bewijzen het. Onze winstcapaciteit en de veerkracht van onze mensen is niet gekraakt. We zijn niet kapot te krijgen”, zegt een strijdvaardige Jan Vanhevel aan het begin van zijn regeerperiode als CEO van het fel geplaagde KBC.

Veel bankiers hebben het hem niet voorgedaan, maar Jan Vanhevel (60) presenteerde de jongste, en verrassend positieve, kwartaalcijfers van KBC met een opvallende nederigheid. Dat is geen pose, het is de aard van het beestje. Maar vergis u niet in de nieuwe CEO van KBC, want Jan Vanhevel is ook wat men noemt een valse trage. De bergbeklimmer in de vakantie, hardloper in het weekend, en werkpaard in de week zal er de zweep opleggen om, bij het keren van het crisistij, KBC op de juiste manier te hertimmeren.

De contouren die zich aftekenen zijn dat KBC haar meest risicovolle en kapitaalintensieve activiteiten afbouwt, zodat er kapitaal vrijkomt om de overheidssteun (7 miljard euro in totaal) terug te kunnen betalen (tegen een prijs van 10,5 miljard euro). Blijft over: vooral het klassieke bank-verzekeren in België en de tweede thuismarkt van Centraal- en Oost-Europa. Of dus ongeveer het KBC van pakweg zeven, acht jaar geleden, mét grotendeels het behoud van de intussen gerealiseerde expansie in Centraal- en Oost-Europa. Het had voor KBC erger kunnen aflopen.

.

JAN VANHEVEL. “Ik heb drie prioriteiten. Ten eerste: KBC door de recessie loodsen. We vergeten soms gemakkelijk dat we de ergste recessie sinds de jaren dertig meemaken. Ten tweede: de herziening van onze strategie en de daaraan gekoppelde onderhandelingen met de Europese Commissie. En ten derde: het vertrouwen herstellen nadat het hard op de proef gesteld is bij het personeel, aandeelhouders, overheden en andere belanghebbenden.”

Hoe kunt u dat vertrouwen, dat cruciaal is voor een financiële instelling, zo snel mogelijk herstellen?

VANHEVEL. “Door goede resultaten. Door zoals vandaag onze cijfers in detail uit te leggen. Door helder te communiceren. Maar soms ook door niet te vroeg te communiceren, zoals over onze nieuwe strategie.”

Was het vertrek van uw voorganger André Bergen een noodzakelijke stap om het vertrouwen te herstellen? De indruk leeft nu dat iedereen die verantwoordelijk was voor de CDO-portefeuille, is opgestapt.

VANHEVEL. “De zware hartoperatie van André Bergen was onverwacht en had niets te maken met de crisis. André had ook al langer gezegd dat hij op zijn zestigste met pensioen wou gaan. De revalidatieperiode bleek gaandeweg langer te worden dan aanvankelijk was gedacht. André heeft dan in overleg met de raad van bestuur beslist om zijn mandaat vervroegd neer te leggen. Andere elementen hebben niet meegespeeld in die beslissing.”

Hoe verklaart u dat KBC de voorbije jaren toch wel veel risico’s heeft genomen?

VANHEVEL. “Bekeken met de ogen van vandaag zijn we misschien te ver gegaan. Toch is het moeilijk om te stellen dat we echt in de fout zijn gegaan. In de goede tijden had niemand verwacht dat de crisis zo hevig zou uitpakken. Ik wil dat niet als excuus gebruiken, maar het is de realiteit dat niemand deze bui had zien hangen. Vergeet ook niet dat in de lente van vorig jaar de liquiditeit op de markt nog zo diep was als de oceaan. Er was te veel liquiditeit en niemand kon ooit vermoeden dat dit in één weekend zou opdrogen.

“Onze productie van CDO’s was in die omgeving niet zo risicovol. Het waren innovatieve producten, maar ze werden noch door de industrie, noch door academici beschouwd als risicovol. Nu lijkt dat zo, toen niet. Pas in abnormale omstandigheden bleken de risico’s abnormaal hoog.”

KBC blijft over als laatste Vlaamse en Belgische grootbank. Versterkt dat uw onderhandelingspositie ten opzichte van de overheid?

VANHEVEL. “De federale en Vlaamse overheid hebben zich zeer verantwoordelijk gedragen, want ze hebben het financiële systeem draaiende gehouden. Daarbij hebben wellicht ook andere overwegingen gespeeld, zoals het ondersteunen van de laatste Belgische financiële groep. De Vlaamse regering heeft dat ook publiekelijk gezegd. Het is bijna ondenkbaar dat een land met een grote financiële traditie zou toelaten dat er geen enkele grote financiële instelling van eigen bodem meer zou bestaan. Ik kan me niet indenken dat de overheden dat zouden laten gebeuren.”

Er was veel kritiek op de reddingsoperaties, omdat de overheden in ruil voor de risico’s die ze overnamen, geen kapitaalbelang kregen in KBC, en dus niet mee aan de winsttafel zitten als het beter gaat.

VANHEVEL. “Ja, maar we hebben een dure prijs betaald voor de verkregen steun. Dit was het resultaat van lange onderhandelingen. Het akkoord is wat het is.”

Kunnen we de al geboekte afschrijvingen op de CDO-portefeuille (voor 6,6 miljard euro in totaal), ook beschouwen als een grote reserve, waaruit na verloop van tijd waarde kan gerecupereerd worden?

VANHEVEL. “We hebben bij de waardering van de CDO’s eerder een donkere bril opgezet. Er moet eerst 33 procent van de Amerikaanse en Europese bedrijfswereld in moeilijkheden geraken, voor we meer moeten afschrijven dan die 6,6 miljard euro. En is dat het geval, dan kunnen we terugvallen op de garantieregeling met de federale overheid. Dat geeft ons comfort voor de toekomst.”

Een derde van de bedrijven die failliet zou gaan, dat is toch een belachelijk pessimistische veronderstelling?

VANHEVEL. “Ik heb, samen met mijn collega’s van het directiecomité, afgeleerd voorspellingen te maken en verwachtingen te formuleren. We hebben de jongste zes maanden zoveel zien gebeuren waarvan we dachten ‘dit kan toch niet?’. We bekijken het van kwartaal tot kwartaal.

“De resultaten van de meeste andere banken geven aan dat het ergste van de financiële crisis wellicht voorbij is. De markten ontspannen wat, er komt wat vertrouwen terug. Maar het is niet omdat er nu signalen van beterschap zijn op het economische front, dat het morgen allemaal rozengeur en maneschijn is. We gaan uit van een geleidelijk, voorzichtig herstel. Kan het sneller gaan? Misschien. Komt er een nieuwe dip? Mogelijk. Ondertussen is ons marsorder: hard werken, bezig zijn met onze klanten en kijken naar de kosten. Dat is de boodschap voor iedereen in de organisatie.”

Welk KBC zal er eind dit jaar op de tekentafel liggen?

VANHEVEL. “We zijn op een grondige, degelijke, rustige maar vastberaden manier bezig om onze strategie te herzien. Met minder risicoactiviteiten, zodat we terug het profiel zullen hebben dat we vroeger hadden en dat binnen het kader dat Europa ons oplegt. Daarnaast moeten we de overheidssteun terugbetalen. Die drie elementen zijn de drie puzzelstukken die in elkaar moeten passen in het hervormingsplan dat we eind september aan Europa voorleggen. Wat dat zal opleveren, daar wil ik vandaag nog niet op vooruitlopen.”

Is het vandaag moeilijk om het personeel te motiveren – eerst maanden zwaar weer gehad, nu is er het vooruitzicht van afbouwen en herstructureren?

VANHEVEL. ( strijdvaardig) “De resultaten bewijzen dat het personeel vertrouwen heeft in de instelling. De winstcapaciteit en de veerkracht van onze mensen, onze ruggengraat dus, zijn niet gekraakt. We zijn niet kapot te krijgen, ook al davert de grond onder onze voeten. De inzet van de medewerkers maakt op het einde van de dag het verschil.

“We blijven krediet verlenen in België en onze kernlanden. We blijven export of overnames financieren. We blijven klanten verzekeren. Onze marktenzaal blijft open. We blijven dus risico’s nemen, weliswaar binnen een strikter kader. Er is veel te doen over kredietschaarste in België, maar op jaarbasis steeg ons uitstaand kredietvolume op de Belgische markt met 5 procent in het eerste kwartaal. Dat is 3,8 miljard euro extra krediet. Niet beloofd, maar gerealiseerd.”

Was u ook aangenaam verrast dat de verliezen op de klassieke kredietportefeuille nog binnen de perken blijven?

VANHEVEL. “Ja, in die zin dat we met aandacht de projecties van een aantal analisten over de kredietverliezen in Oost-Europa gelezen hebben. Hoe erg het niet zou worden. Maar ik ken Oost-Europa als mijn binnenzak. We voelen aan wat daar leeft. Ik heb grote ogen getrokken toen ik de doemscenario’s las over de regio. Wij hebben onze eigen projecties over de mogelijke kredietverliezen gemaakt en ik stel vast dat die tot nu toe juist zijn. Als er één domein is dat we zeer goed beheersen, naast andere zaken uiteraard ( lacht), is het de kredietverlening. We transfereren deze knowhow al jaren naar onze tweede thuismarkt en daar plukken we nu de vruchten van. De kredietverliezen zullen nog oplopen, maar zelfs dan denken we maximaal 2 à 2,3 procent op onze uitstaande kredietportefeuille te verliezen in Centraal- en Oost-Europa.”

Hoe lang wil u dit doen?

VANHEVEL. “Ik begin pas, en u vraagt al wanneer ik stop! ( lacht) U kent mijn drie prioriteiten. Daar ben ik toch even zoet mee. Ik zou een beeld willen gebruiken, maar ga dat niet doen. Of toch wel. Ik ben een atleet. Tijdens mijn trainingen indertijd liepen we 20 keer 400 meter, en dan vroeg de trainer: doen we er nog 5 keer 400 bij? Ja natuurlijk, want altijd meer, altijd langer, dát maakt het verschil.”

Door Daan Killemaes

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content