Kadaster van vermoedelijke fraudeurs

Alle rekeningen bij Belgische financiële instellingen worden geïnventariseerd. De regering besliste in juli een ‘centraal aanspreekpunt’ op te richten waar alle informatie over de klanten van de banken van het land bijeengebracht wordt.

1. Waarom een centraal register voor bankrekeningen?

In april 2011 werd het bankgeheim versoepeld. De Nationale Bank van België (NBB) moest een ‘centraal aanspreekpunt’ inrichten waar alle informatie over de klanten van Belgische banken samengebracht wordt. De fiscus moet bij de banken onderzoek kunnen doen als hij aanwijzingen van fraude heeft, bijvoorbeeld een buitensporige levensstijl, niet-aangegeven rekening in het buitenland, enzovoort.

Niets nieuws onder de zon, tenzij dat al twee jaar gewacht werd op de invoering van het nieuwe register, bij gebrek aan een wettekst die de werkingsmodaliteiten regelt. Die is er nu. Vanaf volgend jaar moeten de belastingambtenaren niet langer elke bank aanspreken om toegang te krijgen tot de rekeningen van een oneerlijke belastingbetaler. Ze kunnen te rade gaan bij de NBB om te weten te komen of hij een of meerdere rekeningen heeft en bij welke bank.

2. Wie wordt geficheerd?

In het nieuwe repertorium staan alle klanten van Belgische banken: Belgen, buitenlanders, natuurlijke personen, rechtspersonen en verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid. De financiële instellingen moeten naast de identiteit van hun klanten ook de informatie over hun rekeningen en contracten doorgeven. “Voor wie een bankrekening uit het vizier van de fiscus wil houden, blijft het interessant een burgerlijke vennootschap op te richten”, zegt François Parisis van Puilaetco Dewaay.

3. Welke rekeningen worden bedoeld?

Zichtrekeningen, termijnrekeningen, spaarrekeningen en effectenrekeningen die gekoppeld zijn aan een zichtrekening. In het register worden bovendien ook contracten opgenomen: hypothecaire kredieten, leasingcontracten, leningen en verkopen op afbetaling van meer dan 2000 euro, en kredietopeningen. Alle klanten komen dus op de ene of de andere manier in het bestand terecht. Voor de fiscus maakt dat de zoektocht naar fraudeurs er een stuk makkelijker op.

4. Wat geven de banken aan?

Hun meldingsplicht gaat over rekeningen die op om het even welk ogenblik van het betrokken kalenderjaar bestaan hebben. “Dat gaat veel verder dan de bestaande rekeningen en contracten op te eisen aan het einde van het kalenderjaar”, benadrukt Marc Marlière, die in het advocatenkantoor Xirius gespecialiseerd is in fiscaal recht. “Dankzij die verplichting kan de fiscus de evolutie van een rekening opvolgen zolang ze bestaat of specifieke operaties opsporen die gedaan werden voor een of andere fiscale constructie.”

De banken zijn niet verplicht de verrichtingen van hun klanten of het saldo van de rekening mee te delen. Het bestand bevat geen cijfergegevens over de financiële situatie van de titularis, vult Parisis aan. “Voor zover aan de voorwaarden van de opheffing van het bankgeheim voldaan is, krijgt de fiscus automatisch toegang tot het financieel patrimonium van een belastingplichtige. Zodra de rekeningnummers bekend zijn, kunnen de banken zich niet langer verzetten tegen de vraag om informatie.”

5. Wanneer heeft de informatieoverdracht plaats?

De informatie over 2010, 2011 en 2012 moet ten laatste op 1 februari 2014 bezorgd worden en de gegevens over 2013 tegen 31 maart 2014. Vervolgens wordt het bestand elk jaar eind maart bijgewerkt. Sabrina Scarna, advocaat-fiscalist bij Tetra Law, vindt dat teruggrijpen naar het verleden stuitend. “Die retroactiviteit heeft geen reden van bestaan. Ze lijkt me volkomen onwettig. De banken wordt gevraagd om inlichtingen te verstrekken die voorafgaan aan de inwerkingtreding van de wet van april 2011.” De eerste gegevensoverdracht van contracten die in 2014 lopen, heeft ten laatste plaats op 31 maart 2015.

6. Wie heeft toegang tot het bestand?

Slechts bepaalde ambtenaren van de belastingadministratie zijn bevoegd om het ‘centrale aanspreekpunt’ te raadplegen en dat enkel bij vermoeden van fraude. Bovendien is de toegang slechts mogelijk als de belastingplichtige zich weerbarstig opstelt. Met andere woorden, als hij weigert mee te werken, ofwel omdat hij niet reageert op de vragen om inlichtingen van de administratie, ofwel omdat hij bepaalde informatie verheelt. Alleen ambtenaren van de directe belastingen kunnen een aanvraag indienen om het aanspreekpunt te raadplegen.

7. Wat is de rol van de Nationale Bank?

Die is beperkt tot brievenbus. Een keer per jaar delen de banken de lijst van de lopende of tijdens het jaar afgesloten klantenrekeningen en -contracten mee. “Het is dus geen onlinebestand”, merkt Parisis op. Dat had het werk van de controleur en van de ontvanger kunnen vergemakkelijken. “Dat betekent ook dat de belastingadministratie nooit over recente informatie beschikt. Ze weet niet permanent bij welke bank een belastingplichtige klant is. Het instrument beantwoordt meer aan de behoeften van de belastingcontroleur die de fiscale toestand van de belastingplichtige in voorbije aanslagjaren nagaat, dan aan die van de ontvanger die de tegoeden die een belastingplichtige op een rekening bij een bank heeft staan, wil aanslaan om zijn belastingschulden te betalen.”

8. Betekent dit het einde van spaarboekjesfraude?

Ja en nee. Ja, omdat het tot nu toe voor de belastingplichtige gemakkelijk was om te ontsnappen aan de 15 procent roerende voorheffing op ontvangen intresten van meer dan 1880 euro door meerdere rekeningen aan te houden bij verschillende banken zonder dat aan de fiscus aan te geven. Voortaan kan de fiscus te weten komen of de belastingplichtige meerdere spaarrekeningen heeft bij verschillende instellingen. Ook dan moet de belastingplichtige nog weigeren om mee te werken, want pas onder die voorwaarde kan de belastingcontroleur toelating krijgen om meer te weten te komen over de omvang van het financieel patrimonium.

9. Is er nog een grijze zone?

De Nationale Bank bevestigt dat ze met de verschillende actoren samenwerkt om de termijnen die in de wettekst vermeld staan te halen. De invoering dreigt technisch niet van een leien dakje te lopen. Allerlei praktische kwesties steken nu al de kop op.

Wat gebeurt er bijvoorbeeld als de rekening in de loop van het jaar een andere titularis krijgt, bijvoorbeeld bij een erfenis? De geplogenheden kunnen van de ene tot de andere bank verschillen. In plaats van een nieuwe rekening te openen, geven sommigen er de voorkeur aan de naam van de bestaande titularis te vervangen.

En wat met rekeningen in onverdeeldheid? Bijvoorbeeld: ik geef mijn bankrekening aan mijn zoon, maar ik behoud het vruchtgebruik. “Als de bank de zaken correct uitvoert, dan moet ze normaal alleen op naam van de vruchtgebruiker een tweede rekening openen waarop de inkomsten gestort worden”, verduidelijkt Scarna. “Moeten dan de twee rekeningnummers doorgegeven worden?” Antwoord: ja. “Ook als de rekeningen geopend werden bij verschillende financiële instellingen”, zegt Rodolphe de Pierpont van sectorfederatie Febelfin.

10. Is dit een verdere stap in de richting van een vermogenskadaster?

Volgens Marlière bestaat daarover niet de minste twijfel. “Dit is een verdere stap in de geleidelijke opheffing van het bankgeheim. Na de verplichting om rekeningen in het buitenland in de belastingaangifte te vermelden en om in de toekomst buitenlandse rekeningnummers aan het centraal aanspreekpunt te melden, evenals het bestaan van individuele levensverzekeringen bij een in het buitenland gevestigde verzekeringsmaatschappij. Dit is dus een voorbode van het vermogenskadaster waar de liberalen zo tegen gekant zijn.”

Parisis deelt die mening niet. “Voor de meeste belastingplichtigen is er niets nieuws. De informatie waartoe de belastingcontroleurs toegang krijgen, is onvoldoende geschraagd om van een echt vermogenskadaster te kunnen spreken. Het rekeningenregister heeft in de eerste plaats de bedoeling om het werk van de administratie te vergemakkelijken als ze onderzoek uitvoert bij de banken. Je zou eerder moeten spreken van een kadaster van het vermogen van fraudeurs.”

SÉBASTIEN BURON

De fiscus moet niet langer elke bank in het land aanspreken om toegang te krijgen tot de rekeningen van een oneerlijke belastingbetaler.

Tot nu toe was het voor de belastingplichtige gemakkelijk om te ontkomen aan de roerende voorheffing van 15 procent op de intresten van meer dan 1880 euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content