JURIDISCHE MIRADORS

Onrustwekkende parallellen

Wie ouder is dan zestig, zal het nog wel weten : de periode 1940-’44 vormde het hoogtepunt van staatsinterventie in onze economie. Dat ging gepaard met dwangmatige overheidsbestellingen, voedselrantsoenering, bestendige geldinflatie, opeising en verplichte tewerkstelling. De bevrijding in 1944 betekende dan ook de meest doortastende liberalisering die we in deze eeuw mochten meemaken.

Sindsdien krijgt de bevolking opnieuw dosis na dosis staatsbevoogding toegediend : stijgende belastingdruk, tomeloze regulering van handel en nijverheid, sovjettisering van de bodem via ruimtelijke ordening, quasi-verplichte tewerkstelling van werklozen. Onlangs werd het rijke panorama van de staatsinterventie vervolledigd met een pijnlijk symbool : het transitkamp voor de internering van illegale vluchtelingen, in afwachting van hun mogelijke deportatie.

De pittoreske details hieromtrent ( C-130) mogen ons de essentie van dit symbool niet doen vergeten : onze groei-economie, waarin iedereen die wil werken zijn plaatsje op de markt kan vinden, werd geleidelijk omgeturnd in een herverdelingseconomie, waarin alleen nog degenen binnen mogen die fiscaal en parafiscaal meer opbrengen dan zij aan uitkeringen zouden kosten.

WEDERZIJDS BESTELEN.

In de jaren vijftig en zestig was ons land het paradijs voor honderdduizenden werklustige Poolse, Italiaanse, Turkse en Marokkaanse families. Waarom moeten we het nu omwallen met juridische miradors om Oost-Europese en Afrikaanse welvaartzoekers eruit te houden ? Wat is er sindsdien zo veranderd ? Is er geen plaats meer ? Zijn de Vlamingen en de Walen plotseling racisten geworden ?

Geen van deze antwoorden snijdt enig hout. In onze gesocialiseerde economie eisen we van onze werknemers een extreem hoog economisch product, om dat vervolgens grotendeels te onteigenen voor de financiering van de torenhoge sociale uitkeringen van het verleden (de staatsschuld), van het heden en van de toekomst. De arme drommels uit Afrika en Oost-Europa, waarover Chris De Stoop zo schrijnend schrijft, kunnen dit product niet opbrengen en zijn in onze gesocialiseerde economie “verlieslatend”. Kras gezegd : zij mogen niet meespelen in het welvaartsstaatsspelletje van het grootscheeps wederzijds bestelen, omdat men vreest dat zij meer zullen stelen dan men hen kan bestelen. Vandaar de juridische miradors die Johan Vande Lanotte, de rode Pruis, maar al te graag opricht.

NAZI-ECONOMIE.

Op dit sociale drama ent zich een politieke tragikomedie : degenen die vanuit oprechte gevoelens van mededogen de miradors afwijzen van De Stoop tot de bisschoppen zijn tegelijkertijd fervente verdedigers van het economisch systeem dat deze miradors noodzakelijk maakt. Liberaal rechts anderzijds, de traditionele verdediger van een open groei-economie waarin miradors niet passen, gaat vrij kritiekloos op de lijn van Tobback en Vande Lanotte staan.

Voor de welmenenden uit beide kampen moet ik ten zeerste de lezing aanbevelen van het recente boek van Martin De Vlieghere : “Wij verkiezen een Führer. De economische oorzaken van racisme en oorlog in de twintigste eeuw”.

Dit boek bevat onder meer een haarscherpe ontleding van de nazi-economie. De economische alchemie van de nazi’s blijkt volledig gestoeld te zijn op keynesiaanse recepten, waar ook menige hedendaagse regering haar macro-economische mosterd haalt. De Vlieghere toont aan hoe de Duitse nazi-economen grotendeels het marktmechanisme hebben uitgeschakeld door een politiek van volledige tewerkstelling, geldinflatie, prijscontroles en rantsoenering.

FÜHRER.

Dikwijls wordt ons voorgehouden dat de keynesiaanse “demand side”-economie van de nazi’s een succes was. Niets is echter minder waar : in 1939 was het systeem economisch zo onhoudbaar geworden dat de nazi’s wel verplicht waren op strooptocht te trekken, teneinde de bezette gebieden economisch te plunderen en miljoenen dwangarbeiders in te voeren. Om Clausewitz te parafraseren : de oorlog was voor de nazi’s het politieke middel om economische moeilijkheden op te lossen.

Het verhaal over de economische alchemie van de nazi’s vertoont onrustwekkende parallellen met huidige tendensen in Europa. Zolang wij vasthouden aan onze “sozialstaatliche” economieën, waarin het fiscaal en parafiscaal extractievermogen van de mens meer telt dan zijn vermogen om een surplus te creëren voor vrije consumenten, zal Europa zich moeten omringen met steeds hogere wallen en zich moeten bedienen van steeds meer methodes die eigen zijn aan politiestaten.

De Vlieghere slaat de spijker op de kop, wanneer hij stelt dat een democratische rechtsstaat onverzoenbaar is met het huidige peil van socialisering. Als de economie is omgetoverd tot één reusachtige bedrijfshuishouding, kunnen we maar beter een manager (een gids, een Führer) verkiezen in plaats van een kostelijk parlement. En als De Stoop de was weer buiten wil laten hangen, moet hij eerst de rode vlag weer binnenhalen.

BOUDEWIJN BOUCKAERT

Prof. dr. B. Bouckaert is voorzitter van de vakgroep Grondslagen van het Recht, fakulteit Rechtsgeleerdheid, Universiteit Gent.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content