Jongerenwerkloosheid is geen alibi voor immobilisme

De jongerenwerkloosheid mag dan wel sneller toenemen dan die van de 25- tot 65-jarigen, het gaat nog altijd om een normaal en tijdelijk verschijnsel. Allerlei factoren (tijdelijke contracten, lagere opzegvergoedingen,…) maken dat jongere werknemers de eerste slachtoffers zijn wanneer de economie kopje-onder gaat. Maar beweren dat hiermee een nieuwe generatie werklozen-voor-het-leven tot stand dreigt te komen, is een te snelle conclusie. Nochtans is het dat waarvoor onder andere de vakbonden waarschuwen. Arbeidsmarktexperts lachen die pessimistische analyses weg. Aan het begin jaren van de jaren tachtig, toen België voor het eerst werd geconfronteerd met massale jongerenwerkloosheid, werd al het angstbeeld van een verloren generatie gehanteerd. Uiteindelijk kwam iedereen toch op zijn poten terecht.

Vanwaar dan dit doemdenken? Er bestaat een eenvoudige verklaring voor: sommige pessimisten hanteren een geheime agenda. De toenemende jongerenwerkloosheid is het perfecte alibi om niet langer na te denken over het probleem van de vervroegde uittreding van ouderen op de arbeidsmarkt. En inderdaad, vooral de vakbonden laten zich hier duidelijk gelden: voor hen kan er geen sprake van zijn om de discussie over het brugpensioen opnieuw te openen. Integendeel zelfs, zo luidt het bij de vakbonden, dankzij de vervroegde uittreding van 50-plussers komt plaats vrij voor jongere werklozen.

Wie dit beweert, heeft niet het minste besef van enkele essentiële aspecten van human-resourcesbeleid en arbeidseconomie. In de praktijk wordt een werknemer die met brugpensioen gaat, vaak niet zomaar vervangen door een jongere werknemer. Dat is ook normaal, want die beschikt niet over de nodige competenties. Schoolverlaters komen in aanmerking voor intredefuncties, niet voor jobs die worden uitgeoefend door mensen met decennialange ervaring. Een tweede fout die de vakbonden maken, is de gedateerde en door wetenschappelijk onderzoek achterhaalde stelling dat er een vaste hoeveelheid jobs beschikbaar is op de arbeidsmarkt. In een moderne economie ligt het aantal jobs niet vast, maar moet integendeel het kader worden ge-creëerd waardoor er jobs bijkomen die op hun beurt voor extra arbeidsplaatsen zorgen.

Vervroegde uittreding past niet in dat plaatje. Integendeel zelfs. De evolutie van de werkloosheidscijfers van de voorbije dertig jaar toont aan dat de toegenomen werkloosheid (en dus ook de uitstroom van onder andere bruggepensioneerden uit de arbeidsmarkt) bij een economische heropleving niet wordt gecompenseerd door een even grote daling van de werkloosheid. Daardoor wordt het aantal werklozen op langere termijn almaar groter. Deze evolutie is niet het gevolg van een verloren generatie jongeren, maar wel van een groeiend legioen inactieven, vooral 50-plussers. Die verdienen evenveel aandacht als de jonge werklozen.

Focus

De mythe van de verloren generatie,blz. 42

Door Alain Mouton

De mythe van de ‘verloren generatie’ wijst op een verborgen agenda van de vakbonden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content