Jobs en de gedisciplineerde markt

In september 2013 werd op de G20-top in Sint-Petersburg opnieuw een oproep gedaan voor inclusieve groei, omdat “te veel van onze burgers nog niet profiteren van het wereldwijde herstel”. De geschiedenis toont aan dat wanneer vooruitgang gebeurt ten koste van veel achterblijven, dat uiteindelijk een averechts effect heeft.

Maatregelen voor meer groei en jobcreatie zijn dringend noodzakelijk. Volgens de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) zijn op een wereldwijde arbeidsgeschikte bevolking van 5,3 miljard, sinds 2012 bijna 200 miljoen mensen werkloos. De werkloosheidsgraad is met 12,6 procent het hoogst onder de jongeren, zelfs al zijn 19 miljoen onder hen uit het arbeidscircuit verdwenen. Het nominale werkloosheidscijfer ligt hoger in de ontwikkelde economieën, terwijl de opkomende markten vaak kampen met aanzienlijke ondertewerkstelling, en ontwikkelingslanden dan weer te weinig kwalitatieve banen kunnen aanbieden.

De jongerenwerkloosheid was voor de financiële crisis al hoog, vooral in de ontwikkelde landen. Die zorgwekkende trend duurt al dertig jaar, samen met de gestage daling van het aandeel in het bbp van het inkomen uit arbeid. Dat leidde tot inkomensongelijkheid in vele delen van de wereld. De IAO verwacht dat, bij gelijk beleid, de totale werkloosheid in de periode 2014-2017 op 6 procent blijft, en de jongerenwerkloosheid stijgt naar 12,9 procent.

Te veel mensen hebben moeite om de eindjes aan elkaar te knopen, zelfs nu we de crisis te boven komen. Verschillende leiders hebben die bekommernissen geuit op de G20-top. Ze legden vooral de nadruk op inclusieve groei. Anderen wezen op een sociaal beleid en een investeringsvriendelijke omgeving als belangrijke voorwaarden om de vraag naar arbeid te stimuleren.

We moeten de inzetbaarheid verhogen van degenen die door de industriële vooruitgang uit de boot vallen, we moeten de arbeidsmarkt flexibeler maken en nagaan of onze instellingen een goede werking van onze markten niet hinderen. Indien het goed gemanaged wordt, kan ons marktgeleid systeem de meesten onder ons aan werk helpen en een basisinkomen bezorgen, als werknemer of als zelfstandige.

Kwalitatieve jobs creëren is de meest dringende prioriteit voor 2014. Dat moet mogelijk zijn door de markt haar werk te laten doen. Eerlijke concurrentie en een billijk inkomen uit arbeid zijn basiskenmerken van een goed functionerende markt. Ik noem dat een ‘gedisciplineerde’ markteconomie. Die hanteert duidelijke en afdwingbare regels. We willen niet dat spelers het spel verlaten omdat ze ontmoedigd worden door onrechtvaardige regels of een partijdige scheidsrechter.

Een gedisciplineerde markt helpt ook om ideeën om te zetten in business, omdat alles wat waarde heeft, verhandeld kan worden. We hebben veel van die ideeën nodig om de grenzen van de vernieuwing te verleggen en zo meer welvaart te creëren voor iedereen. We moeten er ook voor zorgen dat we doeltreffend gebruikmaken van alle technologie. In Korea noemen we zo’n omgeving, waarin toegevoegde waarde gegenereerd wordt uit ideeën, de ‘creatieve economie’.

Het is ons doel met die strategie in de komende vijf jaar de werkgelegenheidsgraad op te voeren van 64 tot 70 procent. Eerst hebben we gekeken of we wel een gedisciplineerde markt hadden. Tegelijkertijd versterken we onze opleidings- en onderwijssystemen om de inzetbaarheid van jongeren te bevorderen, geven we startende bedrijven technische en financiële ondersteuning, en verstevigen we het sociale vangnet. Wij hopen dat die inspanningen grote sectoren helpen om op te klimmen in de waardeketen, en kmo’s om te werken zonder overheidstussenkomst.

Wij hopen dat, door onze best practices te delen en te leren uit successen en mislukkingen, wij duurzame werkgelegenheid kunnen creëren in de context van wereldwijde samenwerking zoals de G20. Het wordt niet gemakkelijk, maar de beloning is groot: een wereldgemeenschap waar dromen en talenten volledig tot uitdrukking kunnen komen en waarin nieuwe banen tot stand komen.

De auteur is president van Zuid-Korea

ARK GEUN-HYE

We willen niet dat spelers het spel verlaten omdat ze ontmoedigd worden door onrechtvaardige regels of een partijdige scheidsrechter.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content