“Je moet nu niet meer weglopen van de beurs”

De beurskoersen blijven dalen, de beleggers weten niet waar zich te wenden. Hoe reageert Monique Leys, gedelegeerd bestuurder van effectenbank Dierickx, Leys en Cie in Antwerpen? “Ik verwacht betere koersen over één of twee jaar. Ik raad mijn klanten niet af om aandelen te kopen.”

Begin vorige week woelde Monique Leys in haar slaap. Wat hing er de beurs nu weer boven het hoofd? “Een collega stond van pure ongemakkelijkheid ‘s nachts om drie uur op om naar de koersen te kijken. Er is zoveel irrationaliteit in de markt.” Bij de Strijd der Strategen, de jaarwedstrijd tussen twaalf Belgische beursexperts, georganiseerd door De Financieel-Economische Tijd, staat Monique Leys vandaag op de tweede plaats. Vader Leys was wisselagent en Monique leerde het vak aan de gezinstafel. In 1996 fuseerde Verbeeck, Leys met Dierickx tot Dierickx, Leys & Cie. De Antwerpse effectenbank bedient vandaag 7000 klanten.

MONIQUE LEYS (DIERICKX, LEYS & CIE). “Neen, ik kijk voor het slapen gaan naar de resultaten op Wall Street en dan ken je de trend.”

Is de belegger in paniek?

LEYS. “De Bel 20 is voor tien jaar gestart. Van 1991 tot nu zit je vandaag op de slechtste maanden. De belegger is niet in paniek, hij is ongerust. De klant vraagt veel meer advies, piekert. Tot voor kort had hij meer zelfvertrouwen. Nu klinkt het: zou u dat ook doen? Er wordt tijd besteed aan de klant. Hij ziet de dalende koersen rechtstreeks op Teletekst en op Kanaal Z en reageert prompt. We hebben geen boze klanten en geen klanten die procederen over ons beleggingsadvies. Integendeel, wij winnen klanten bij. Bij de pensioenfondsen en hun verkopen kan men zich vragen stellen. Misschien zijn ze te weinig gecontroleerd op hun impact op het totale financiële stelsel en te veel enkel op de waarborgen voor de polishouder.”

U praat meer met de klanten?

LEYS. “Ja, dat heb ik altijd gedaan en ik blijf het zeker doen. Nu zeker de helft van mijn werktijd, en dat is een tikkeltje meer dan een jaar geleden. Mijn werktijd bedraagt 50 à 60 uur.”

Uw beroep wordt moeilijker?

LEYS. “Zeker en vast. Als ik vandaag vergelijk met de rust en kalmte van 1982 met zijn kasbons en staatsleningen en de handel in Belgische aandelen. Vandaag passeert de hele wereldhandel in effecten en alle transparante financiële producten bij Dierickx, Leys & Cie en dat met een druk ritme.”

Wat u vandaag meemaakt, heeft u nooit eerder gezien?

LEYS. “Neen, dit is nieuw door zijn intensiteit en wispelturigheid. Een beursklap zoals vorige week maandag en dinsdag en een situatie zoals bij Delhaize, dat is ook voor mij anders dan vroeger. Zwarte Dinsdag in 1987 was verschillend, we waren toen op de eerste plaats bekommerd of de orders wel doorgingen. Als ze niet op tijd in het luikje lagen op de beurs van Brussel zat je met twijfels, hoe zal de koers morgen zijn? Vandaag maakt de elektronica dat gepieker overbodig. In 1987 was de inzinking na twee maanden voorbij en nu niet, we kwakkelen al jaren.”

Fortis noteert aan een koers-winstverhouding van 9, Delhaize nog amper aan 6. Dat zijn waarden die we jaren niet meer gezien hebben. Waar ligt volgens u de bodem?

LEYS. “Je moet ermee oppassen om de koers-winstverhouding als enige relevante indicator te weerhouden. Ook het dividendrendement speelt bijvoorbeeld een belangrijke rol. Maar op fundamentele basis zijn heel wat aandelen nu zeker koopwaardig. Fundamentele analyse is echter maar een deel van het plaatje. De beurskoersen weerspiegelen ook het globale vertrouwen in de economie en dat vertrouwen is nu echt weg. Het zal tijd vergen om dat te herstellen.”

Denkt u dat de factor Irak al in de huidige koersen verdisconteerd zit?

LEYS. “Laat het ons hopen. Na wat er de voorbije twee weken gebeurd is, zal het er wel voor een stuk in zitten. Waarmee ik echter niet gezegd heb dat we de bodem hebben bereikt.”

Wanneer komt er beterschap?

LEYS. “Ik verwacht betere koersen over één of twee jaar. Wat denken jullie? Ik raad mijn klanten niet af om aandelen te kopen. De fundamentals van de beurs zijn goed, er is een lage inflatie en een lage rentestand, én er zijn gezonde en goedkope aandelen die op een onrechtvaardige manier afgestraft werden. Wat is er, bijvoorbeeld, fout met Delhaize? Eventueel de schuldgraad, maar dat is zo sedert de overname van Hannaford in 2000. De koers valt van 32 naar 22 naar 17 euro. Het bedrijf is transparant en waarschuwt tijdig de markt.”

Was er voorkennis in het spel?

LEYS (aarzelt). “Ik meen van niet.”

Is Delhaize het slachtoffer van een grotere aandacht voor de schuldgraad?

LEYS. “De hoge schuldgraad van Delhaize is toch al een paar jaar een gekend gegeven? Na een negatief artikel in The Wall Street Journal kreeg het aandeel al eerder een fameuze pandoering. De voorbije weken is Delhaize in waarde blijven zakken. Ik stel me de vraag of Delhaize nu niet te veel afgestraft wordt. Ze maken toch nog winst. Nu lijkt het erop alsof het elk moment gedaan kan zijn.”

U zou durven kopen?

LEYS. “Ja.”

Is de Vlaming een bekwame belegger?

LEYS. “Zo’n 60% à 70% van de aandelenclientèle van mijn vader eind jaren zestig was Franstalig en ouder dan zestig. De Vlamingen kochten vroeger kasbons en staatsleningen. Door het ruimere aanbod en hun groeiende sofisticatie is die situatie op twintig jaar volledig omgeslagen. De Vlaamse belegger kan mee met de Nederlandse, Franse, Duitse en Britse. Ook zijn risicoprofiel is rijker geworden. Vermogensplanning is voor heel wat Vlamingen geen vreemd woord meer. Anderzijds, de spaarder kocht vroeger aandelen voor de lange termijn. Nu kopen te veel beleggers lichtzinnig aandelen zonder een bedrijf of een sector te kennen en dat voor de korte termijn, om meteen winst te cashen als enige doel. Vroeger was er spaargedrag, de jongste tijd was er meer hebzucht.”

Leest u bij?

LEYS. “Niet over beurstechnieken, niet over wat er gebeurde in 1929, wel lees ik teksten over gedragspsychologie. Ik wil beter begrijpen waarom de beleggers irrationeel reageren.”

U haalde de film Wall Street uit de videotheek?

LEYS (lacht). “Neen, maar dat is misschien een goed idee.”

Valt het woord deflatie bij de analisten en tijdens uw evaluatievergaderingen?

LEYS. “Ja, maar zeer, zeer sporadisch. De consumenten zouden gestimuleerd moeten worden door de overheid.”

Vindt u het aanvaardbaar dat de grote financiële instellingen de beursorders van hun cliënten intern compenseren?

LEYS. “Wij zijn daar in alle geval tegen. Als de grote spelers op het eind van de dag enkel het saldo van de orders van hun cliënten naar de beurs sturen, dan levert dat voor hen een forse besparing op. Maar daardoor is de transparantie ook helemaal zoek. Euronext ijvert dan ook enorm om alle orders verplicht naar de beurs te sturen. Volgend jaar gaat Euronext trouwens zijn tarieven herzien. Wanneer die te fel de hoogte in gaan, zal de druk van de grootbanken alleen maar groter worden om intern te compenseren.”

Financiële instellingen formuleren vaak adviezen over een beursgenoteerd bedrijf, terwijl ze ook kredieten verlenen aan datzelfde bedrijf. Hoe staat u daar tegenover?

LEYS. “Dat kan echt niet. Analisten moeten objectief en onafhankelijk hun werk kunnen doen. Dat is trouwens een sterke troef voor een effectenbank als de onze. We geven een sell, een buy of een hold zonder dat de cliënten schrik moeten hebben dat dit advies beïnvloed werd door het feit dat het bedrijf een krediet bij ons heeft.”

Ziet u om die reden ook cliënten terugkeren naar de effectenbankiers?

LEYS. “Ik denk het wel. We spelen die troef van totale onafhankelijkheid uit. Ook op het vlak van fondsen. Of wij nu fondsen, aandelen, obligaties of een ander product verkopen, het is ons om het even. We kunnen die objectiviteit garanderen. We hebben niet de verplichting om per maand zoveel omzet in een bepaald fonds te halen.”

Is het een traditie bij Dierickx, Leys & Cie dat de analisten een grote vrijheid krijgen?

LEYS. “Analisten zijn geen papegaaien. Ze hebben de vrijheid van een eigen mening, maar ze moeten wel een zekere methodologie volgen. Alle aanbevelingen gebeuren na intern overleg. Ook deontologisch moeten ze een aantal spelregels naleven. Een order doorgeven en daarna de cliënten ernaast plakken, dat kan dus niet. Iedere klant wordt op dezelfde manier behandeld.”

Dankzij internet zijn de particuliere beleggers meestal even snel op de hoogte van nieuwsfeiten als de analisten. Hebben zij nog wel een bestaansreden?

LEYS. “Zeker en vast. Iedereen beschikt misschien even snel over de informatie, maar zij gaan die informatie verder analyseren. Uiteindelijk zit de toegevoegde waarde van een analist niet meer in het bekomen van de informatie, maar in het verwerken ervan.”

Is er een evolutie merkbaar in de adviesstrategie van Dierickx, Leys & Cie voor, tijdens en na de dotcomhype?

LEYS. “Onze politiek is de voorbije jaren niet echt veranderd. Voor ons is een goede spreiding altijd zeer belangrijk geweest. In het verleden zijn er natuurlijk cliënten geweest die absoluut technologieaandelen in portefeuille wilden hebben, maar we hebben hen zeker nooit gepusht.”

Wie zijn uw cliënten?

LEYS. “Onze deur staat open voor iedereen. We zijn ook actief op verschillende fronten: losse orders, vermogensbeheer, fondsen enzovoort. Zo zijn we gespecialiseerd in opties. Een minimumbedrag wordt niet verlangd van de cliënt, tenzij voor vermogensbeheer. Daar ligt de drempel op 100.000 euro. We hebben ook een paar institutionele beleggers als klant. Voor hen wordt er door de effectenbankiers een harde strijd gestreden, waardoor de marges zeer laag zijn.”

Is er een groot cliëntenverloop?

LEYS. “Neen. We hebben momenteel zowat 7000 klanten en geregeld komen er nieuwe bij. We hebben natuurlijk geen zicht op het feit of een klant ook transacties bij een ander doet. Maar we hebben een trouw publiek.”

Heeft u advies verstrekt over aandelen die in de voorbije drie à vier maanden positief of negatief in de kijker zijn gelopen?

LEYS. “Zullen we met de positieve beginnen? Agfa-Gevaert hebben we aanbevolen na de managementwissel. Daarnaast staat ook de Nationale Bank van België op ons kooplijstje. Twee negatieve uitschieters zijn Fortis en Delhaize. Fortis vonden we al een tijdje aantrekkelijk wegens de gezonde mix tussen bank en verzekeringen. Maar je ziet maar, het kan altijd nog lager. Hetzelfde bij Delhaize.”

Is het moeilijker voor een vrouw dan voor een man om mee te draaien aan de top van deze branche?

LEYS. “Eind jaren zeventig ben ik in een mannenwereld begonnen en dat is nog altijd zo. Maar nu ben ik niet meer de enige. Ik denk bijvoorbeeld aan Véronique Leleux. Thuis zit ik dan nog eens opgescheept met drie mannen. Maar voor mij speelt dat geen rol. Ik heb in de raad van bestuur gezeten van de beurs van Antwerpen en van Brussel, en het was niet omdat ik er als vrouw bij was, dat plots de vergaderingen anders verliepen.”

Hebt u zelf de neiging om meer vrouwen in uw team op te nemen?

LEYS. “Misschien wel. Ik denk dat er hier procentueel meer vrouwen zitten dan bij andere banken. Dierickx, Leys & Cie heeft een directiecomité van twee vrouwen en één man.”

U mijdt cocktails, soupeetjes?

LEYS. “Neen. Wel word ik altijd meteen aangeklampt over de beurs. In het weekend ben ik vaak aan zee, gelukkig in Wenduine en niet in Knokke. In Wenduine zijn er minder beleggers die zeelucht zoeken. Ik durf er nog zeggen dat ik effectenbankier ben.”

U blijft geloven in het beurssprookje?

LEYS. “Je moet nu niet meer weglopen van de beurs. Wel kun je best rekening houden met de klassieke aandachtspunten: selectief te werk gaan, portefeuille spreiden enzovoort. Er zijn nu heel wat koopwaardige aandelen. Ik weet niet of je nu vandaag, morgen of volgende maand moet kopen. Maar ik ben ervan overtuigd dat op lange termijn alles weer goed komt.”

Frans Crols, Dirk Van Thuyne [{ssquf}]

fcrols@trends.be

“Ik weet niet of je nu vandaag, morgen of volgende maand moet kopen. Maar ik ben ervan overtuigd dat op lange termijn alles weer goed komt.”

“Vroeger was er spaargedrag, de jongste tijd was er meer hebzucht.”

“Ik wil beter begrijpen waarom de beleggers irrationeel reageren.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content