“Je mag hier nooit naïef zijn”

Als de Verenigde Staten niezen, krijgen ze aan de andere kant van de Rio Grande een longontsteking. Van alle opkomende economieën in Latijns-Amerika is Mexico het ergst getroffen door de crisis. Voor de Belgen ter plekke is het een kwestie van uitzweten. Want het land biedt mogelijkheden voor doorzetters. Al ligt de weg vol met wolfijzers en soms ook schietgeweren.

De avond valt wanneer we de stad Léon in Midden-Mexico binnenrijden. De lange rit is niet te wijten aan een gebrekkige wegeninfrastructuur; Mexico heeft goede tolsnelwegen en luchthavens. Met Rudy Herman, plantmanager van VCST de México, de producent van auto-onderdelen uit Sint-Truiden, wandelen we door vijftienduizend vierkante meter bedrijfshallen. Onder enkele schaarse eilandjes licht controleren arbeiders geautomatiseerde robots en machines. “Besparing op niet-noodzakelijke verlichting”, lacht Herman. VCST investeert in vijf jaar 60 miljoen dollar en maakt hier sinds 2006 aluminium en stalen onderdelen voor Amerikaanse autobouwers: geavanceerde ABS-remsystemen voor Continental, tandwielen voor versnellings- bakken van Caterpillar, assen voor versnellingsbakken van General Motors en tandwielen voor Ford-fabrieken in het Noord-Mexicaanse Chihuahua.

De spitstechnologie contrasteert met het traditionele beeld van Mexico als assemblageplek, maar de goedkope productie is al grotendeels weer verhuisd. ConTeyor uit Merelbeke, een van de grote Europese fabrikanten van verpakkingsmateriaal in textiel voor auto-onderdelen, trekt na vijf jaar succesvolle activiteit in Midden-Mexico ook weer weg. In de hightechfabriek van VCST maken lage lonen toch nog het verschil. Omdat elk geautomatiseerd proces voor de ‘veiligheidsproducten’ die hier worden gemaakt, wordt afgesloten met een visuele inspectie. Ingenieurs verdienen een derde tot de helft van de lonen in de VS of in Europa. “Dat is ook een mooie besparing”, argumenteert Rudy Herman. Opleiding en scholingsgraad zijn bevredigend. Mexicaanse universiteiten besteden veel aandacht aan de praktijk. “Het komt eropaan Mexicanen een Europese bedrijfscultuur bij te brengen. En vooral toeleveranciers moet je constant bijsturen om slordigheden te bannen. Het kost veel energie, maar het werkt.”

Terwijl het moederbedrijf in België herstructureert en afslankt, ontpopt de fabriek in Léon zich als groeipoot van VCST. Niet dit jaar, waarin de omzet wellicht op 25 miljoen dollar blijft steken. Maar tegen 2012 acht Rudy Herman 80 miljoen dollar (aanvankelijk gepland voor eind 2010) wel haalbaar. Alle projecten lopen iets trager, er werd tijdelijke werkloosheid ingevoerd, aangemoedigd en deels gesubsidieerd door de overheid. Maar in volle crisis kon de Mexicaanse vestiging een nieuw contract binnenhalen van de motorenproducent Cummins. “GM en Ford sluiten fabrieken in de VS, een kettingreactie die ons ook treft, zodat we op 40 procent draaien van de capaciteit. Maar zodra alle overcapaciteit in de autosector is weggewerkt, zal de heropstart in Mexico gebeuren.”

Ford bouwt aan zijn motorenfabriek in Chihuahua en een productielijn voor kleine wagens nabij Mexico-stad. Automobiel is de belangrijkste industrietak van Mexico en – Brazilië achterna – streeft het land naar meer toegevoegde waarde en creatie van eigen automodellen. Ondanks omzetdalingen tot 30 procent, zijn de Belgische toeleveranciers van auto-onderdelen (VCST, Aspel, Manesa, Epiq) overtuigd dat de crisis meer Amerikaanse autoproducenten naar Mexico zal doen afzakken.

Luchtvaartcontracten

Van het dertigtal Belgische investeringen in het land zijn er nogal wat actief in de automobielsector en elektronica. Vitalo maakt in Monterrey uitsluitend vacuümvormen van plasticverpakkingen voor de elektronische industrie, telecom en medische apparaten, maar de meeste bedrijven bespelen de twee branches. Zoals Aspel Molding de México in Querétaro. De volle dochter van Aspel Group uit Eupen produceert kunststoffen onderdelen voor autotoepassingen (Bosch, Valeo, Hutchinson, MCI) en witgoed (Prettl Appliances Services). “Sinds we in 2004 begonnen, groeiden we gemiddeld 13 procent per jaar”, zegt general manager Christian Stuppardt. Maar de afhankelijkheid van General Motors eist haar tol.

Stuppardt werkt aan diversificatie in de defensie- en de farmaceutische industrie. Hij kijkt ook uit naar de komst van Bombardier, dat onlangs in Querétaro neerstreek met een initiële investering van 200 miljoen dollar. De Canadese vliegtuigbouwer wil een toeleveringscluster opzetten. Er zijn sinds enkele jaren tientallen luchtvaarttoeleveranciers in Baja California en Chihuahua, maar Midden-Mexico wordt de nieuwe trekpleister. Automotiveproducenten hopen een greintje mee te pikken, ook de Vlaamse luchtvaartlobby Flag is geïnteresseerd. Mogelijk kondigt Asco tijdens de Belgische handelsmissie (van 21 tot 25 maart) een luchtvaartcontract aan.

Willy Kerckaert, de Belgische automotivepionier in Mexico, startte in 1989 in Chihuahua het bedrijf voor metaalpersing Manesa. “Een ware goudmijn, tot we twee jaar geleden de crisis in de autosector voelden aankomen. De omzet zakte brutaal nadat een aantal onrechtstreekse klanten failliet waren gegaan – wat ons miljoenen heeft gekost.” Toch gelooft Kerckaert dat het om een tijdelijke inzinking gaat, “de goede tijd komt terug”. In afwachting negotieert hij de overname van bedrijven die in Detroit onder chapter 11 (bescherming tegen schuldeisers) werken. Kerckaert was ook medeoprichter van Yamaver in Guadalajara, ‘het Silicon Valley van Mexico’ met bedrijven zoals General Electric, IBM, Hitachi en Hewlett-Packard.

Yamaver werd in 2004 eigendom van Epiq (Elex holding van Roland Duchâtelet) uit Tessenderlo en omgedoopt tot Epiq México. Het schakelde over van plasticdeksels voor IBM-computers op elektronica voor Amerikaanse autoconstructeurs. “Tussen 2006 en 2007 verdubbelde de omzet; 30 procent groei per jaar was een redelijke prognose”, vertelt general manager Arnaud Bozonnet. Maar vorig jaar werd amper 10 procent groei genoteerd en dit jaar stabiliseert de omzet wellicht. “Klanten kwamen vanzelf om in het kader van Nafta (de Noord-Amerikaanse vrijhandelszone, nvdr) de VS-markt te bedienen. We gaan nu investeren in nieuwe injectietechnologie, deels met eigen middelen en deels met steunprogramma’s van de deelstaat om diversificatie aan te moedigen.” Behalve sensoren voor automotive, ruitenwissers voor Valeo, koplampen voor Ford en achterlampen voor de nieuwe BMW X6, wil Epiq Mx zich ook toeleggen op witgoed, zoals elektronische kaarten in tandenborstels van Braun, en in energiezuinige verlichtingssystemen van Luxtronic.

Amerikaanse infectie

Het zag er lang naar uit dat Mexico vrij ongeschonden uit de crisis kon komen. Een voorzichtig macro-economisch beleid door opeenvolgende regeringen moest een herhaling van de zelf veroorzaakte tequilacrises uit de jaren zeventig, tachtig en negentig voorkomen. De buitenlandse schuld bleef laag (30 procent van het bbp); besparingen tijdens de topjaren belandden in een stabilisatiefonds (goed voor 1,8 procent van het bbp); de private noch de publieke sector is sterk afhankelijk van kredieten; Mexicaanse banken worden conservatief gerund en hoewel op één na in buitenlandse handen, bleven ze immuun voor rommelhypotheken.

Tot in oktober de financiële markten in paniek sloegen omdat enkele grote Mexicaanse bedrijven opgezadeld zaten met giftige beleggingen en massaal uit de peso naar de Amerikaanse dollar vluchtten. Sinds augustus verloor de Mexicaanse munt tegenover de dollar bijna de helft van haar waarde. “Een depreciatie die louter op perceptie gebaseerd is en op vrees voor verdere devaluaties. Daar zijn nochtans geen objectieve redenen voor”, meent Bart Pattyn regional managing director van Coface. Reële redenen voor de koersdaling zijn dat Mexico voor 80 procent van zijn export afhankelijk is van de VS en dat de ‘ remesas‘ opdrogen (naar schatting 24 miljard dollar die zo’n twintig miljoen – al dan niet legale – migranten in de VS naar huis sturen).

Als de Amerikaanse economie hapert, riskeert Mexico stil te vallen. Maar president Calderón heeft relancemaatregelen afgekondigd die samen 6,5 procent van het bbp uitmaken: naast een verlaging van energiekosten en steunmaatregelen voor kmo’s, wil de regering werk maken van verbeteringen van de infrastructuur. Het gaat om de aanleg van wegen, spoorwegen, de uitbouw van havens, nieuwe raffinaderijen: een injectie van 50 miljard dollar tot 2012.

Belgen ontdekken Mexico

Latijns-Amerika is voor Vlaamse bedrijven onbekend terrein, nauwelijks goed voor 1 procent van de Vlaamse export. Sinds Mexico in 1999 met de Europese Unie een vrijhandelsakkoord sloot, is de Europese export nochtans verdubbeld tot 12 miljard euro. Ook het aantal directe buitenlandse investeringen steeg fors, vooral in 2007 toen Europese bedrijven 40 procent van de 27 miljard dollar aan buitenlandse investeringen voor hun rekening namen. De Belgische investeringen stegen sinds 1999 van nul tot een matige 882 miljoen dollar in 2008. Voorlopers waren Solvay en UCB, Dexia, de specialist van bakkerijingrediënten Puratos, het hijskranenbedrijf Sarens en de baggeraar Jan De Nul.

Het bedrijfsklimaat laat nog heel wat te wensen over, maar consulent Frantz Guns, met dertig jaar ervaring in het land, ziet heel wat vooruitgang. Bureaucratische hindernissen worden geleidelijk gesloopt. Er worden ook stappen ondernomen om corruptie te bestrijden bij openbare aanbestedingen en de Federale Commissie voor Concurrentie probeert privileges af te bouwen. “Toch mag je hier nooit naïef zijn. Streef een goede balans na tussen een gezonde dosis wantrouwen en persoonlijke warmte in zakenrelaties.” Cartamundi, wereldleider in spelkaarten, besliste in december 2006 om zich in Mexico te vestigen en ging amper één jaar later van start met een lokale partner. De chocoladefabrikant Callebaut investeert 50 miljoen dollar. Katoen Natie is een van de internationale logistieke bedrijven die nu kansen grijpen in Mexico.

Behalve in productie van auto-onderdelen en elektronische componenten, zijn er tal van mogelijkheden in modernisering van landbouwprocessen. Die sector groeide vorig jaar met 4,5 procent. Taminco uit Gent kocht in 2003 de plaatselijke afdeling van UCB voor het aanmaken van amines. “We groeiden tot nu jaarlijks met 10 procent. Nu de crisis toeslaat, is dat nog de helft. Maar van Argentinië tot Mexico is de agrobusiness in volle ontwikkeling”, zegt Miguel Angel Nava, verkoopmanager voor Latijns-Amerika.

Biobest uit Westerlo zag een originele niche: het bedrijf kweekt in zijn Canadese filiaal hommels die via een lokale distributeur, Imex in het centraal gelegen Guadalajara, verspreid worden bij serrekwekers in Mexico. “De verkoop stijgt jaarlijks met 25 procent, dankzij overheidssteun in sommige deelstaten om de biocultuur te bevorderen”, getuigt Hugo Hernandez van Distribuciones Imex. Volgens Hernandez kan de Mexicaanse markt over twee jaar groot genoeg zijn voor de lokale kweek van hommels. “Creatieve Vlaamse kmo’s kunnen hier gouden zaken doen”, weet Frantz Guns, “zolang ze met twee voeten stevig op de grond blijven staan.” (T)

Door Erik Bruyland in Mexico/ Foto’s Reporters

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content