Japanse toestanden bij de Fed

In de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve Board ( Fed) van voorzitter Alan Greenspan, heerst zo’n ongerustheid over de gezondheidstoestand van de Amerikaanse economie, dat zij vorige week de basisrentevoeten met een half procentpunt verlaagde tot een historisch lage 1,25%. In de loop van vorig jaar bracht de Fed de rentevoeten al naar beneden van 6,5% naar 1,75%. Daar komt nu nog eens een nieuwe daling bovenop, zodat we stilaan kunnen gewagen van een van de meest forse monetaire expansies uit de naoorlogse geschiedenis.

Parallel met het opendraaien van de monetaire kraan sloeg ook de budgettaire situatie in de Verenigde Staten de voorbije twee jaar volledig om. Belastingverlagingen, de oorlog tegen het terrorisme en de normale automatische stabilisatoren die bij een stevige terugval van de economische groei in werking treden, zorgden ervoor dat een begrotingssurplus van 2% van het bruto binnenlands product veranderde in een deficit van dezelfde grootteorde. Deze gecombineerde monetaire en budgettaire stimulus zou er in normale omstandigheden toe moeten leiden dat de Amerikaanse economie nu tekenen van oververhitting vertoont, met een reële groei én een inflatie die beide zo’n 5% bedragen. De groei haalt echter amper 2%.

Het meest zorgwekkende voor Greenspan en de Fed is dat de opeenvolgende rentedalingen weinig of geen effect lijken te hebben op de geldhoeveelheid. Veel analisten schijnen deze basisles uit de monetaire economie totaal vergeten te zijn. De centrale bank mag met de rentevoeten doen wat ze wil, als het verwachte effect op de geldhoeveelheid er niet komt, kan ze de impact van het monetaire beleid op de economische activiteit én op het prijspeil wel vergeten. De invloed op de economische activiteit is trouwens sowieso van voorbijgaande aard. Op middellange termijn werken wijzigingen in het monetaire beleid één op één door in het prijsniveau.

De diverse indicatoren van de evolutie van de geldhoeveelheid in Amerika geven aan dat de stijging niet in verhouding staat tot wat we op basis van de forse rentedaling mogen verwachten. De VS komen stilaan in het straatje van Japan terecht: het monetaire beleid werkt niet meer. De enige nog resterende uitweg voor de Fed is directe monetaire financiering van het Amerikaanse begrotingstekort. Zo’n actie zou op termijn zonder twijfel de deflatiespiraal breken. Over de (tijdelijke) positieve invloed daarvan op de economische groei moeten we echter de grootste twijfels koesteren. Zo men monetaire financiering hanteert om tekorten als gevolg van belastingverlagingen te financieren, kan het allemaal nog meevallen. Op dit punt zou de Amerikaanse beleidsmix dus uiteindelijk redelijk goed kunnen zitten.

Tegen de achtergrond van het gespartel van Alan Greenspan en de Fed verdient het beleid van de Europese Centrale Bank ( ECB) enig krediet. Wel is het wat kinderachtig dat de ECB onlangs weigerde om de rentevoeten te verlagen om de Europese politici een lesje te leren. Die hebben toenemende kritiek op de budgettaire stipulaties van het Stabiliteitspact. Dat lesje kunnen we tussen de lijnen lezen van de verklaring die ECB-president Wim Duisenberg aflegde na de beslissing van de ECB. Ook in euroland dringt een daling van de rentevoeten op en bij de volgende ECB-vergadering komt die er meer dan waarschijnlijk ook. Het grote voordeel van het terughoudende beleid van de ECB is dat de basisrentevoet van 3,25% nog flink wat neerwaarts potentieel behoudt. Voor de Fed daarentegen is het orthodoxe beleidsvat zo goed als af.

Johan Van Overtveldt [{ssquf}]

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content