JANSSEN PHARMACEUTICA. Veel pillen op zijn boog

Janssen Pharmaceutica opent in Geel “Plant 4”. Met een prijskaartje van 4,4 miljard frank de grootste investering ooit in de Belgische farma-sektor. Janssen is Vlaams verankerd “in mensen en beton” en zweert bij zijn onafhankelijkheid (zij het onder de vleugels van Johnson & Johnson). Maar het overheidsbeleid, de Belgische prijzen voor geneesmiddelen en de loonkosten spelen de reus uit Beerse parten. Hoe groot is het geduld ?

Vandaag 26 oktober bekijken Staf Van Reet, Ajit Shetty en Valentino Tanca zichzelf ietwat nauwkeuriger in de spiegel. Zit het jasje goed, zit het dasje goed ? Het Belgisch-Indisch-Italiaanse triumviraat, dat Janssen Pharmaceutica leidt, treedt op als gastheer voor een rits hoogwaardigheidsbekleders, onder wie eerste minister Jean-Luc Dehaene, minister van Sociale Zaken Magda De Galan en Vlaams minister-president Luc Van den Brande, maar ook Ronald Gelbman, de uit de VS overgekomen topman van de farma-divisie van Johnson & Johnson.

In het Kempense Geel staat een zware pil op het menu : de officiële ingebruikstelling van Geel, Plant 4, de chemiefabriek die Janssen Pharma naar de 21ste eeuw moet loodsen. Plant 4 (investeringskost : 4,385 miljard) is de grootste investering ooit in de Belgische farma-sektor. Janssen wordt, om het met de woorden van algemeen direkteur Ajit Shetty te zeggen, het Centre of Excellence binnen de Johnson & Johnson-groep. Als het op aanmaak van chemische stoffen aankomt, heeft Janssen nu letterlijk alles in huis.

Het zal vooral bij Luc Van den Brande als muziek in de oren klinken, als Shetty straks op de bühne de slogan lanceert dat “Janssen Pharma zich verankert in beton” en “een Kempens bedrijf is én wil blijven”. Een akte van geloof, de moeilijke Belgische en snel veranderende internationale kontekst ten spijt (zie ook kader : De Tien Geboden).

FIERHEID EN MOEDELOOSHEID.

Achter openlijke fierheid gaat vaak moedeloosheid schuil. Volgens Staf Van Reet, gedelegeerd bestuurder en voorzitter van de Janssen Research Foundation, kost het in de jaren negentig al vlug “10 à 12 miljard frank” en “10 à 12 jaar” om een nieuw geneesmiddel aan te maken. De personeelskost (bij Janssen Pharma 7 miljard frank op jaarbasis), weegt erg zwaar door. Ajit Shetty, stoïcijns : “In de jaren zeventig brachten we een nieuw geneesmiddel op de markt voor pakweg 1,5 miljard frank. Veel heeft te maken met interne produktiviteit en we deden ter zake grote inspanningen. Maar andere elementen spelen ons meer parten : het overheidsbeleid, de Belgische prijzen voor geneesmiddelen en last but not least de loonkosten. “

Als het overheidsbeleid ter sprake komt, fronst sekretaris-generaal Dirk Collier stevig de wenkbrauwen. Een beetje ontstemd ook : “België voert een ad hoc-beleid, ” zegt hij. “Er wordt alleen de vraag gesteld : wat kost het en hoe kan het zo goedkoop mogelijk ? Wat het eventueel bijbrengt, is niet relevant. Terwijl iedereen weet dat een goed geneesmiddel de hospitalizatiekosten sterk doet tuimelen. Dat totaalbeeld, waar Frankrijk of Duitsland wél oog voor hebben, ontbreekt hier. Helaas. Over steun voor onze onderzoeksinspanningen wil ik het hier nog niet hebben. Ook niet over de papiermolen, alweer kostenverhogend, waar we op last van de overheid door moeten. Intussen gaan Belgen over de grens geneesmiddelen inslaan. “

Bij monde van zijn topmanagers dringt Janssen Pharma ook aan op een “redelijk” prijsniveau. De hier vigerende prijzen behoren tot de laagste van Europa. Goed voor de konsument, maar of researchgerichte bedrijven dat volhouden ? “Wij voelen ons gevizeerd, ” zegt Van Reet droogjes. “Wil men een hoogstaande gezondheidszorg ? Of beschamen wij de vraag van de patiënt ? “

En dan is er nog de loonkost, een oud Belgisch zeer. De vakbonden voelen zich “onwel en onzeker” bij een aantal bedenkingen ter zake. Shetty : “Het ergste is dat België niet alleen een handicap meesleurt tegenover ontwikkelingslanden, maar nu ook tegenover ontwikkelde landen. Een arbeider van 100 frank per uur, kost 62 frank in Frankrijk. En door het systeem van werktijdverkorting zijn onze researchers een volle maand minder aktief dan de kollega’s in de VS. “

WONDERTUIN.

De bedrijfssite van Janssen in Beerse houdt zowat het midden tussen een universitaire campus en een klein, maar met opvallend veel groen opgesmukt dorp. Zelfs om half zeven ‘s avonds zie je door de vensterramen nog een resem witte kielen zitten, de professors Barabas van deze tijd. Koortsachtig op zoek in de biologische wondertuin die “onderzoek” heet.

Dokter Paul Janssen wees hen vanaf 1953 de weg, met de stichting van een bedrijfje voor geneesmiddelenonderzoek. De rest is meer dan een myte. Vanuit Beerse, en onder het toeziend oog van Johnson & Johnson (1961), werd het gezicht van de moderne geneeskunde mee bepaald. In ruim veertig jaar hebben de Janssen-researchcentra (hoofdzakelijk Beerse) bijna 120.000 nieuwe molekulen en ruim zeventig nieuwe geneesmiddelen “uit het niets” gecreëerd. Momenteel wordt het hoofd gebroken over nieuwe evoluties inzake kanker- en aidsonderzoek. “Er is geen andere plaats in de wereld waar de voorbije veertig jaar zoveel nieuwe en belangrijke geneesmiddelen zijn ontdekt, ” meldt de Janssen Wegwijzer die elk jaar opnieuw aan 15.000 bezoekers in Beerse wordt overhandigd.

Het onderzoeksbudget, goed voor 20 % van de omzet, gaat stevig de hoogte in : 4,2 miljard in 1990, 4,8 miljard in 1991, 5,1 miljard in 1992, 5,8 miljard in 1993, 6,7 miljard in 1994. De aanvraag voor patenten maakt eenzelfde boog richting hemel. Een derde van het totale personeelsbestand, of ruim 1100 mensen, zijn studaxen. Van Reet : “Janssen wil anders zijn. Wij zijn een onderzoeksgedreven bedrijf. Andere farma-bedrijven bepalen welke produkten ze willen commercializeren en de research moet volgen. Het bekende blockbuster-syndroom. Wij vertrekken vanuit het fundamenteel onderzoek. Pas in een ver gevorderd onderzoeksstadium, bepalen we welke richting we inslaan. Onderzoek vergt tonnen geld en sommige produkten zorgen nooit voor voldoende return. Wij vinden dat dit moet kunnen. Het volledige researchbudget moet dat opvangen. Aan het ene produkt win je geld, aan het andere stop je geld toe. Of zoals Dokter Paul Janssen ooit zei : research is ons doel, al de rest is middel. De grenzen van de geneeskunde verleggen, dat is onze eerste en belangrijkste job. “

Binnen de farma-divisie van Johnson & Johnson, inmiddels goed voor om en bij de 150 miljard frank aan omzet, is Janssen Pharmaceutica niet de grootste speler, wel de fijnste. “Beerse wordt vanuit het hoofdkwartier in New Brunswick aangezien als het kennislabo bij uitstek, ” zegt Van Reet. In vakbondskringen hoor je de bewering dat de “greep” van J&J op Janssen Pharma groter en groter wordt. Met de lancering van Risperdal (dat patiënten uit hun schizofrenie moet halen) bewijst Janssen hoe dan ook zijn kunnen, niet het minst op de Amerikaanse markt. In de VS zorgde Risperdal binnen de zes maanden na zijn lancering (februari 1994) voor 100 miljoen dollar aan sales. Zelfs voor J&J een nooit eerder geregistreerd rekord. Met Prepulsid, het maag- en darmmiddel, heeft Janssen ook al een steltloper gelanceerd : vorig jaar goed voor 500 miljoen dollar aan omzet wereldwijd. En wat heeft Janssen Pharma in petto als orgelpunt voor deze eeuw ? Staf Van Reet : “Er bestaan nog altijd geen doeltreffende geneesmiddelen om een herseninfarct te bestrijden. Wij zitten op een goed spoor. De Wereld Gezondheidsorganizatie neemt ons, samen met de andere centra (Leuven, Antwerpen, Pasteur Instituut Parijs), onder de arm voor HIV-onderzoek. Niemand betoont veel interesse voor onderzoek naar parasitaire en tropische ziekten, wij wel. We schieten stevig op met verschillende vormen van kankeronderzoek en denken binnenkort min of meer efficiënte geneesmiddelen te kunnen leveren. Wat de Ziekte van Alzheimer betreft, zitten we in faze 3 van het onderzoek, wat duidt op de betrokkenheid van patiënten. Ja, we hebben voor de komende jaren nogal wat nieuwe pijlen op onze boog staan. “

Ajit Shetty, Indiër van origine en gehuwd met een nichtje van dokter Paul Janssen, zit al die tijd aandachtig, ascetisch bijna, te luisteren naar de woorden van het hoofd van de O&O-afdeling. Zelf is hij binnen Janssen Pharma verantwoordelijk voor administratief beheer én produktie. Zijn Nederlands is smetteloos. Ajit Shetty : “Staf maakt meer en meer afspraken met nieuwe, kleinere researchbedrijven. Zo hebben we een samenwerking lopen met het Vlaamse Tibotec of met Gliatech in Ohio. De Amerikanen helpen ons bij komplementair onderzoek voor Alzheimer. Zij testen, in opdracht vanuit België, ook nieuwe molekulen voor Janssen. Zo zit de markt nu eenmaal in elkaar : je kan geen grote speler zijn op alle terapeutische domeinen. Ook Glaxo-Wellcome is dat niet. Wil je vooraanstaand zijn op bepaalde terreinen, dan is samenwerking met derden aangewezen, of je kan ook goede ideeën bij derden aankopen. Je moet niet alles zelf willen doen. “

TRENDBREUK.

De spelers in de internationale farma-markt wagen zich niet op glad ijs. De farma-markt is géén risky business (want : vrij hoge rendementen en stevige groei), maar wel big business. Wie alle spelers samentelt, komt aan het ronde omzetbedrag van 6000 miljard frank op jaarbasis.

De huidige farma-bedrijven werden vaak groot onder de hoede van een chemiereus. En vandaag zoeken meer en meer farma-bedrijven nestwarmte bij elkaar om de rat race te trotseren.

Janssen ontsnapt aan die dubbelde wetmatigheid : het zette zijn eerste stappen niet onder het goedkeurend oog van een chemiegigant, en het blijft voorlopig ook op eigen benen staan. Het farma-milieu kent, zoals elk milieu, zijn small talk : Janssen Pharma zou een wat leuke schietschijf zijn. Wie zijn oor te luisteren legt bij de grotere farma-bedrijven, ontwaart snel en gevoelsmatig spontane interesse voor de “zonen en dochters” van dokter Paul. “Maar we zijn niet te koop, ” zeggen Staf Van Reet en Ajit Shetty in koor. “Nu niet en meer dan vermoedelijk morgen ook niet. Wie aandelen van ons moederbedrijf Johnson & Johnson wil kopen, moet op de beurs van New York terecht. “

Janssen Pharma voelt zich goed bij moedermaatschappij en gigant (15,7 miljard dollar aan sales, 81.000 jobs, aanwezig in 50 landen) Johnson & Johnson, en vice versa. De navelstreng houdt stand sinds 1961. De vanuit New Jersey gepredikte politiek is er één van decentralizatie, verregaande autonomie, gekoppeld aan voldoende ondersteuning. Het zijn axioma’s die in de Kempen naar waarde worden geschat. The Economist schreef recent dat J&J, via zijn samenwerking met Merck, meer en meer de OTC-toer op wil (OTC staat voor over the counter de geneesmiddelen die geen voorschrift behoeven). Maar dit hoeft volgens Staf Van Reet geen bedreiging in te houden voor de Kempense researchlabo’s, die gelden als “wereldklasse”. “Beerse is hét kenniscentrum bij uitstek voor J&J, ” weet Van Reet. J&J weet ontzettend goed wat het aan Janssen Pharma heeft. En dat is meer dan alleen maar een think tank of een cash cow (de farma-afdeling van J&J, die tekent voor een derde van de groepsomzet, was goed voor ruim de helft van de groepswinst, Janssen droeg ruimschoots bij).

Staf Van Reet : “Wij met Janssen hebben geen nood aan een grote fusie of een nieuwe partner. De farma-divisie van Johnson & Johnson, waarin vier bedrijven (2 Europese, 2 Amerikaanse) thuishoren, is geruisloos doorgegroeid tot de nummer vijf in de wereld. We spreken over 150 miljard aan business. De interne synergieën tussen die vier bedrijven (Cilag, Ortho en Mc Neil) zorgen voor meer business. “

Ajit Shetty heeft zo zijn kijk op het modefenomeen van de mega-fusies in de farma-sektor : “De fusies zijn ingegeven door slechts één bekommernis : personeelskosten drukken, om de kolossale onderzoeksuitgaven te kunnen dragen. Wat doen Glaxo en Wellcome na de fusie ? Duizenden en duizenden banen schrappen, om zoveel mogelijk geld naar R&D te draineren. Het is bij alle partnerships eender. “

Janssen ziet zich niettemin met een gelijkaardig probleem gekonfronteerd. Of de Belgische loonkost geen hypotheek legt op de toekomst van Beerse ? Staf Van Reet kijkt sip en antwoordt somber, maar pas na een ijselijke stilte : “Ja. ” De daaropvolgende lange zucht zegt meer dan duizend woorden.

KAREL CAMBIEN

STAF VAN REET EN AJIT SHETTY (JANSSEN PHARMACEUTICA) “Research is het middel én het doel. “

JANSSEN PHARMACEUTICA Voortdurend investeren in nieuwe uitrusting.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content