Jan Lamers’ reis door 90 culturen in 90 dagen

In Canada zwaaien burgers van Sri Lankese, Haïtiaanse, Thaise of andere origine trots met de nationale vlag. Jan Lamers, de voormalige baas van Uitgeversbedrijf Tijd, doorkruiste Canada in drie maanden en vroeg aan beleidsmakers, ‘natives’ en immigranten hoe dit land economisch succesvol en tegelijk cultureel tolerant kan zijn.

J an Lamers nam in maart van vorig jaar ontslag als gedelegeerd bestuurder van Uitgeversbedrijf Tijd, de uitgeverij van onder meer De Financieel-Economische Tijd. Enkele maanden later begon hij aan een persoonlijke ontdekkingstocht in het multiculturele Canada. Het idee achter dit project, dat hij ‘Canadadrive’ noemt, groeide over de jaren. “Vooral uit ergernis en frustratie,” zegt hij, omdat er in Vlaanderen nog steeds geen constructief en toekomstgericht immigrantenbeleid wordt gevoerd. En dat terwijl raciale spanningen steeds vaker als een etterbuil openbarsten, de onverdraagzaamheid tussen de verschillende gemeenschappen zichtbaar toeneemt, de babyboomers stilaan hun pensioen naderen en het populisme zijn intrede maakt in het politieke discours.

De allicht historisch verankerde onwil van veel Vlamingen om zich neer te leggen bij de multiculturele realiteit van vandaag en zich voor te bereiden op de multiculturele noodzaak van morgen, deden Lamers – naast mediagoeroe ook gediplomeerd socioloog – nieuwsgierig kijken in de richting van Canada. In dit uitgestrekte land verloopt het uittekenen van een multiculturele samenleving veel vlotter. De verschillende etnische groepen, die in totaal 31 miljoen inwoners vertegenwoordigen, leven tenslotte al jarenlang harmonieus samen met behoud van hun eigen taal en tradities. En jaarlijks komen er ruim 250.000 immigranten bij. Hoewel deze multiculturele stabiliteit uiteraard niet over één nacht ijs is gegaan, zijn de Canadese immigratieproblemen marginaal in vergelijking met de onze. Om het waarom hiervan te achterhalen trok Lamers, die als student al zijn hart aan Canada had verpand, zijn Mounty-hoed, berenpels en stoute schoenen aan en trok negentig dagen lang door het bontgekleurde land, als een doorgewinterd Inuit-jager op zoek naar verklaringen voor deze markante verschillen.

15.000 kilometer in 90 dagen

Tussen augustus en oktober 2002 reed Lamers samen met zijn dochter Helena van St. John’s, het meest oostelijke punt van het Amerikaanse continent, via Quebec, Montreal, Ottawa, Toronto en Winnipeg naar de westelijk gelegen uithoek Vancouver Island. In ruwe trekken volgden ze daarmee de Trans-Canada Highway, die ongeveer 7800 kilometer lang is. Aangezien er tijdens de reis vaak is geïmproviseerd en dus geregeld van het parcours afgeweken, legden ze in drie maanden tijd zo’n 15.000 kilometer af. Kortom: een uniek, opwindend en vooral leerzaam avontuur door een van ‘s werelds meest ongerepte en grootste landen.

Zo trokken ze in hun Volvo Cross Country – jawel, de reis werd uitgebreid gesponsord – onder meer langs het prachtige Ontario-meer, het gure Newfoundland, de eindeloze leegte van de Chewan-vlaktes en de grillige riviertjes van British Columbia. Overal hielden ze halt om met lokale politici, bedrijfsleiders en immigranten te praten, hierin af en toe zelfs bijgestaan door de Canadese ambassade en het ministerie van Buitenlandse Zaken in Ottowa.

Tijdens de reis pende Lamers elke dag zijn bevindingen neer op zijn speciale en fraai ontworpen website (www.canadadrive.be), geïllustreerd met de foto’s van dochter Helena. Op die manier trachtte Lamers een interactief discussieforum te bieden aan iedereen die zich ook maar enigszins bij de immigratieproblematiek betrokken voelt. Wat uit deze elektronische brainstorm uiteindelijk is voortgevloeid, zou – als alles volgens plan verloopt – in het voorjaar door uitgeverij Lannoo worden gebundeld onder de titel ‘Canadadrive: een reis door 90 culturen in 90 dagen’. Lamers polste ook al naar de mogelijkheden om met het filmmateriaal en de talrijke interviews een televisiedocumentaire ineen te knutselen.

Kleine omgeving, klein denken

Uit de talloze gesprekken met ‘natives’, beleidsmakers en immigranten sijpelden al enkele ernstige conclusies door, waar men in Vlaanderen ongetwijfeld iets aan heeft. Zo stelde Lamers vast dat ondanks de sterke aanwas van de visible minorities in de Canadese grootsteden, er geen rellen, criminaliteit of massale werkloosheid heerst. Sterker nog: de economie groeide er dit jaar met ruim 3%.

Daarmee demonstreren de steden hoe immigratie economisch voordeel kan opleveren zonder tot sociale problemen te leiden, ook als er – zoals in Toronto – meer dan 300.000 moslims leven. De reden hiervoor ligt overigens voor de hand: er wordt werk gemaakt van de gelijke behandeling op de arbeidsmarkt en in de bedrijven. Negentig procent van de immigranten, vluchtelingen incluis, is er aan de slag. Dat zo’n aanpak het integratieproces aanzienlijk bevordert, wordt bewezen door de samenstelling van het Canadese parlement: ruim 25% van de leden is niet in het land geboren.

“Migratie en de zoektocht naar drinkbaar water worden de problemen voor de 21ste eeuw,” voorspelt Lamers. “Alleen wordt daar in Vlaanderen vaak met geen woord over gerept. Hier klampt men zich vast aan een monocultuur gebaseerd op de Guldensporenslag, vaandelzwaaien en een cultureel patrimonium waarvoor men niet bereid is het nodige geld uit te geven. Meer en meer raak ik ervan overtuigd dat een kleine omgeving mensen ook conditioneert tot klein denken.”

Volgens Lamers is een succesvol immigratiebeleid niet zozeer een kwestie van politieke bevoegdheden, maar vooral van waarden en een respectvolle houding. “En die moet van jongsaf worden aangeleerd. Hier kun je aan de toog scoren met racistische grappen, maar in Canada zul je daar zeker over aangesproken worden. Als we vandaag beginnen te investeren in een multicultureel Vlaanderen, waarin kleurrijke verschillen als een evidentie worden aanvaard en als waarde gewaardeerd, dan zie ik binnen twee generaties beterschap optreden.”

Bovendien is Lamers ervan overtuigd dat je rond Vlaanderen en Europa geen muren kunt optrekken. De toenemende migratie en globalisering zijn onvermijdelijk en volop bezig. Daarom vindt hij het hoog tijd dat dit proces ook van overheidswege wordt gemanaged, dat er doelstellingen worden vooropgezet en middelen ter beschikking gesteld om die te realiseren. “Of je het nu graag hebt of niet,” gaat Lamers verder, “we hebben dringend immigranten nodig. Want als het zo voortgaat, maakt Europa over enkele decennia nog amper 6% van de wereldbevolking uit. En dat terwijl een kleine groep jongeren de financiële lasten van een enorme groep gepensioneerden moet dragen. Als we niet anticiperen, tekenen we simpelweg ons failliet.”

Immigranten doen de test

Gesterkt door zijn Canadese ervaringen pleit Lamers dan ook voor een proactief immigratiebeleid. Canada rekruteert al jaren over de hele wereld geschikte en geschoolde immigranten, die bovendien worden gescreend voor ze het land binnenkomen. Met een beetje geluk en vooral een door de lokale overheid gesteunde begeleiding wacht hen daar echter meestal een job én een uitgebreide integratiecursus. Na drie jaar krijgen de immigranten een taalexamen en een test die peilt naar hun kennis over de basiswetten en gewoonten van het land. Het slagen voor dit examen is een basisvoorwaarde om als Canadees staatsburger te worden erkend en stemrecht te krijgen.

“Logisch toch?” zegt Lamers. “En dat moet ook zo bij ons. Want binnen een culturele heterogeniteit heb je ook een sterke gemeenschappelijke noemer nodig: in Canada zijn dat de taal en de tolerantie. Maar die principes worden al dertig jaar consequent uitgevoerd sinds Pierre Trudeau, de toenmalige premier, de wet over multiculturalisme doorvoerde. Niet-Canadezen hebben geen stemrecht, maar wel dezelfde rechten en plichten. Iedereen mag met andere woorden zijn eigen taal, gewoontes en feesten behouden. En dat kan omdat Canadezen met respect voor de ander zijn opgegroeid en ook geen reden tot klagen hebben. In Vlaanderen huiveren we al als we iemand een hoofddoek zien dragen. Wij willen toch ook niet leven in een maatschappij die bepaalt welke kleren we moeten aantrekken? Als we al struikelen over dit soort thema’s, zie ik de toekomst somber tegemoet.”

Nochtans bewijzen de Canadezen dat een multiculturele samenleving wel degelijk werkt op verschillende niveaus. Tenminste, als de beleidsmakers een constructieve visie op lange termijn uitstippelen, die wordt ondersteund door gerichte investeringen, een respectvolle attitude en een strikte controle. In Canada resulteert zo’n aanpak in een economisch welvarende samenleving, waar burgers van Sri Lankese, Haïtiaanse, Thaise, Afrikaanse of andere origine trots zwaaien met de Maple Leaf, de nationale vlag.

Hoewel het Vlaanderen volgens Lamers de nodige inspiratie kan bieden, bleven de reacties op Canadadrive vanuit politieke hoek vooralsnog uit. Allicht hebben de meeste poltici het te druk met het voorbereiden van de komende verkiezingen. Benieuwd of ze erna wel zullen reageren.

Dave Mestdach [{ssquf}]

“In Vlaanderen kun je aan de toog scoren met racistische grappen, maar in Canada zul je daar zeker over aangesproken worden.”

“Iedereen in Canada mag zijn eigen taal en gewoontes behouden, omdat Canadezen met respect voor de ander zijn opgegroeid.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content