J’accuse (trop)

Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

Substituut-generaal Johan Gielen klaagt aan. Niet alleen voor het Antwerpse Arbeidshof. Maar ook in Trends. “Er zijn gewoon te veel wetten en strafnormen. Het is onrealistisch en onbillijk ervan uit te gaan dat iedereen die moet kennen.”

“Ieder wordt geacht het sociaal strafrecht te kennen,” poneert substituut-generaal Johan Gielen van het Antwerpse Arbeidshof. De docent Sociaal Recht aan de Katholieke Hogeschool der Kempen voegt er in één adem aan toe: “Een enorme hoeveelheid sociale strafbepalingen is echter onoverzichtelijk verspreid over verschillende wetten en reglementeringen. Met alle schadelijke gevolgen vandien. Als magistraat word je geacht recht te zoeken. Maar dikwijls is het moeilijker de wet te zoeken. Er zijn er gewoon te veel.” Harde woorden van een man, die wordt geacht de overtreders van deze sociale normen voor de rechter aan te klagen.

Gielen treedt voor het hof van beroep op in strafdossiers, die in eerste aanleg door de correctionele rechtbanken werden behandeld. Net als zijn collega’s geeft de Turnhoutenaar ook advies aan het Arbeidshof, en dit in burgerlijke zaken (bijvoorbeeld arbeidsovereenkomsten en sociale zekerheid).

Wie kent de wet?

De magistraat behandelde in een opgemerkte rede bij de start van het gerechtelijk jaar het thema van de rechtvaardigheidsgronden, waardoor een strafrechtelijke gedraging (ook in de sfeer van het sociaal recht) haar onwettelijk karakter verliest. Voorbeelden zijn overmacht of handelingen onder dwang (zie Kader: Uitvlucht vooruit).

Concludeert Gielen: “Het begrip rechtvaardigingsgrond wordt erg strikt geïnterpreteerd, met als gevolg dat werkgevers en werknemers het sociaal strafrecht moeilijk kunnen ontlopen. Het begrip misdrijf wordt echter elk parlementair jaar uitgebreid. De wetgever wil elke sociale norm repressief afdwingen: met een straf. Bedrijfsleiders én hun personeel worden bijgevolg in een strafrechtelijk kader geduwd, zonder het dikwijls zelf te beseffen. Het adagium ieder wordt geacht wet te kennen wordt door het almaar regulerender optreden van de overheid een fictie: onrealistisch en zelfs onbillijk.”

Rechters komen tussen

Substituut-generaal Gielen ziet echter een andere, mogelijk tegengestelde tendens. In de driehoek wetgever-administratie-rechter neemt het gewicht van de laatste als billijkheidsfactor toe. Eén en ander is een gevolg van een uitspraak van het Arbitragehof van 14 juli 1997. Volgens die uitspraak mag de arbeidsrechtbank bij de behandeling van de invorderingsprocedures van administratieve boetes zich ook uitspreken over de inhoud van de boete, en die zelfs verminderen. Tot voor kort sprak de rechtbank zich alleen uit over het feit of de boete al dan niet werd betaald. Gielen: “De arbeidsrechtbank had weinig marge. Nu is er een echte beroepsmogelijkheid.”

De regering greep in februari 1998 ernstig in in de procedures van het sociaal strafrecht. Vroeger werden álle sociale inbreuken eerst door de auditeur behandeld. Die moet nu twee of – voor zware misdrijven – zes maanden na de ontvangst van het procesverbaal van de sociale inspectie een beslissing treffen, zoniet buigt de administratie zich over de zaak. De procureur kan een zaak naar de correctionele rechtbank doorverwijzen, ze seponeren of een minnelijke schikking voorstellen (met relatief hoge mimimumstraffen). Na een sepot (of een vrijspraak door de rechter) kan de administratie van Arbeid en Tewerkstelling nog altijd een sanctie opleggen. Hiertegen kan men bij de arbeidsrechtbank in beroep gaan.

Cryptische kritiek

Gielen schetste tijdens zijn rede in cryptische bewoordingen het te verwachten resultaat van de wijzigingen. Volgens hem “valt te vrezen dat, gelet op hun respectieve maatschappelijke opdracht, de rechtspraak van de arbeidsgerechten en deze van de strafrechtbanken met betrekking tot de ingeroepen rechtvaardigingsgronden niet eenvormig zal zijn.” Dit is een verwijzing naar de samenstelling van de arbeidsrechtbanken. Naast een beroepsrechter, zetelen er ook één syndicaal georiënteerde en één patronaal verbonden lekenrechter. Het is een publiek geheim dat deze rechters de wet ruim durven te interpreteren.

Gielen vreest dus dat er een kloof zal ontstaan tussen de uitspraken van de correctionele rechtbank – die rechtvaardigingsgronden strikt interpreteren – en de meer praktijkgerichte arbeidsrechtbanken. Wat is erop tegen dat het recht minder eenvormig is, maar dichter bij de mensen staat? Gielen: “De rechtsonderhorige dreigt te verdwalen bij gebrek aan houvast. Het rechtsbesef vervaagt als je geen algemene lijn hebt, maar een case bij case opgebouwd recht.”

Kmo’s de dupe?

Bovendien ontstaat er een zekere ongelijkheid. Grote bedrijven kunnen het zich veroorloven om de betaling van een boete op de lange baan te schuiven en een topadvocaat in te schakelen. En de werknemer kan voor zijn verdediging een beroep doen op de zeer competente specialisten van de vakbond.

“Ik verwacht een grote toevloed van zaken voor de arbeidsrechtbanken,” voorspelt Gielen. “Het is echter de vraag of de zelfstandige ondernemer – die het al erg moeilijk heeft zijn weg te vinden in de wetgeving – de dure juridische weg zal kiezen.”

HANS BROCKMANS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content