Intergarden wijkt uit naar India

Melanie De Vrieze Freelance

In ons land kan je welgeteld zes weken per jaar augurken kweken. Heeft een Belgische augurkenteler dan veel vakantie? Neen, hij gaat naar India. Intergarden heeft daar 3800 boeren voor zich werken. Er is maar één probleempje: onze jongeren lusten geen pickles meer.

In de vestigingen van Intergarden in België, Hongarije, Duitsland en In- dia passeren jaarlijks 60 miljoen bokalen zuurwaren op de lopende band. Ongeveer 70 % van de productie is augurken, de overige 30 % bestaat uit zilveruitjes, rode paprika, krieken, kappers en gemengde groenten. De bokalen verlaten de productievestigingen met het eigen label Greenhouse of zijn voor private labels bestemd. Intergarden levert de augurken vooral aan de retail, in meer dan dertig landen. Frankrijk, Nederland, België en de Scandinavische landen zijn de belangrijkste markten. Vorig jaar realiseerde Intergarden een omzet van 35 miljoen euro en een externe groei van 8 %. En dat terwijl de sector in het beste geval stabiel te noemen is.

Intergarden werd in 1989 opgericht door Geert Spanoghe, die nu nog strategisch advies aan het bedrijf verleent. Spanoghe ging zijn augurken kweken in Hongarije, de moestuin van Rusland voor de augurkenteelt. Door de lage lonen en grondstofprijzen wist Intergarden de kosten onder controle te houden.

“Met de looninflatie beginnen die voordelen nu af te zwakken,” legt gedelegeerd bestuurder Marcel Schers uit. “Maar lonen van minder dan 4 euro per uur zijn nog altijd lager dan in Noord-Europa.”

Hoe vernieuw je een augurk?

Marcel Schers hangt een weinig optimistisch verhaal op van de sector. Zure smaken zijn steeds minder in trek. “Het is heel moeilijk om jongeren aan te spreken,” stelt Schers. “Bovendien worden zuurwaren vaak stiefmoederlijk behandeld door de supermarkten, hoewel ze een belangrijke omzetdrager zijn.” Zuurwaren bevinden zich ook in een marktsegment waar weinig vernieuwing in zit. “We proberen creatief te zijn, maar uiteindelijk draait alles toch om de prijs,” poneert Schers.

De harde prijzenslag is in alle landen een groot probleem. Dankzij enkele investeringen en overnames in Hongarije, Duitsland, India en België beschikt Intergarden het hele jaar over de benodigde grondstoffen en basisproducten. “In India kunnen we nu ongeveer elf maanden per jaar augurken telen. In België kan dat maar zes weken en in Hongarije twee maanden,” verklaart Schers.

De eerste stappen naar India liepen in 1995 verkeerd af. “We hadden daar een joint venture opgericht, maar het cultuurverschil te veel onderschat,” zegt Schers. Toch was het voor Intergarden een interessante leerervaring. De KMO probeerde het opnieuw in 2001 met een buitenlands voedingsbedrijf. Deze keer met succes. Momenteel werken 3800 boeren voor Intergarden. Alle bedrijven liggen, omwille van kwaliteitsnormen, op maximaal twee uur van de teeltgebieden. Intergarden begeleidt en bewaakt het teeltproces en ziet toe op het gebruik van chemicaliën bij de bestrijding van ziekten en parasieten. De telers krijgen zaden, kunstmest, pesticiden en de nodige kennis en technologie voor een optimale teelt. De inkomens van de boeren zijn aanzienlijk gestegen door de betere teelresultaten.

Intussen woedt de prijzenpolitiek verder. Wat als de bodemprijs behaald wordt? “Voorlopig zijn we daar nog niet,” zegt Schers. “Maar als dat gebeurt, moeten we verder zoeken naar manieren om de efficiëntie te verbeteren. We laten ons niet makkelijk verdringen.”

Melanie De Vrieze

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content