Inspiratie uit het Heilige Land

TEL AVIV Israël rekent op technologie voor zijn veiligheid. © REP

Nergens tieren start-ups zo welig als in Israël. Voka Oost-Vlaanderen organiseerde een inspiratiereis naar het land, op zoek naar de geheimen van het succes.

Verloren rijden in het land dat het satellietnavigatiebedrijf Waze heeft voortgebracht: het kan. De buschauffeur doet het bijna elke dag. Het kan ook figuurlijk. Israël is een vreemd doolhof waar de invloed van religie en een militaire opvoeding heel tastbaar is. Tegelijk is Israël het start-upland bij uitstek. Gevoed door een directe en agressieve verkopersmentaliteit, veel aandacht voor ondernemerschap, en een overheidsbeleid dat erop is gericht bedrijven te creëren.

Israël telt veruit het grootste aantal start-ups ter wereld, gemeten per hoofd van de bevolking: zowat één per 1350 inwoners. De durfkapitalisten in het land investeerden in 2018 ruim 6 miljard dollar. Per hoofd van de bevolking is dat 674 dollar. Dat is meer dan het dubbele van de 303 dollar in de Verenigde Staten.

Redenen genoeg voor de werkgeversorganisatie Voka Oost-Vlaanderen om een inspiratiereis naar het land te organiseren. De agenda is een caleidoscoop van de Israëlische technologiescene. Contacten met Israëlische en Palestijnse ondernemers, uitleg over de lokale manier van zakendoen, en gesprekken met start-ups en flink uit de kluiten gewassen bedrijven, zoals Mobileye, 1700 man sterk en gespecialiseerd in technologie voor zelfrijdende voertuigen. Het bedrijf werd in 2017 door Intel gekocht voor 15,3 miljard dollar, een record voor een Israëlisch bedrijf.

Open innovatie

De delegaties van UZ Gent en AZ Maria Middelares waren onder de indruk van Seevix Material Sciences, dat spinnenzijde verwerkt in medische toepassingen, en Corneat Vision, een bedrijf dat een kunstmatig cornea (het hoornvlies aan de voorkant van het oog) heeft ontwikkeld. Eyal Zimlichman, de CIO van Sheba Medical Center, met 2000 bedden het grootste ziekenhuis van Israël, imponeerde met zijn openinnovatiemodel. Start-ups moeten hun data en toepassingen ter beschikking van het ziekenhuis laten, maar behouden wel het gros van de intellectuele-eigendomsrechten. “In die richting moeten wij ook gaan”, meent Catherine Van Der Straeten, diensthoofd van het Health Innovation and Research Institute van het UZ Gent.

De Israëlische overheid heeft door financiering en een gunstige regelgeving een onnavolgbaar ecosysteem uitgebouwd” – Jeroen Lemaire, In The Pocket

Minstens zo belangrijk als het goedgevulde programma zijn de banden die tussen het vijftigtal deelnemers worden gesmeed. “Zakendoen is een people’s business“, grijnst Wolfgang Florizoone, managing directeur van het marketingcommunicatiebureau Gutzandglory. De Gentse schepen van Economie Sofie Bracke (Open Vld) wil dan weer weten hoe Gent zich op de kaart kan zetten als technologiehub.

Stefan Bovy, directeur cloud & IT infrastructure program bij Proximus, bekijkt welke technologie nuttig kan zijn voor het Belgische telecombedrijf. “Deze groep is een mix van jonge ondernemers, ervaren serieondernemers en CEO’s uit diverse sectoren”, vindt Stijn Wijndaele, partner bij het digitaliseringsbedrijf ScaleFactory. “Als jonge ondernemer zit je met vragen: hoe bouw je een duurzame organisatie die kan groeien? Hoe versterk je het commerciële team zonder de no-nonsenseaanpak te verliezen? Wat is de beste volgende stap voor mijn bedrijf? Een paar gesprekken hebben me veel antwoorden opgeleverd.”

De impact van het leger

In één week geeft Israël niet al zijn geheimen prijs. De relatie tussen Joden en Arabieren is veel complexer dan de gemiddelde bijdrage in de Belgische media kan weergeven. De impact van religie blijft groot, al werd in Tel Aviv enkele maanden geleden een eerste busdienst gelanceerd op de sabbat, de Joodse rustdag.

De invloed van het leger op de economie is onmiskenbaar. Het land, met amper 9 miljoen inwoners en een moeilijke relatie met zijn Arabische buurlanden, rekent op technologie en cyberbeveiliging voor zijn veiligheid. Een neveneffect van de moeilijke relatie met de buren is dat Israëlische bedrijven zich vanaf dag één op verre landen richten, met de Verenigde Staten als eerste afzetmarkt.

De verplichte legerdienst – een jaar en vier maanden voor meisjes, twee jaar en acht maanden voor jongens – geeft de jongeren niet alleen extra tijd om uit te vissen wat ze in hun latere leven willen doen. Er is ook een heel detectiesysteem, dat vanaf het voorlaatste jaar van het secundair onderwijs jongeren screent op hun inzetbaarheid in de elite-eenheden. Voor de knapste koppen zijn het leger en de inlichtingendienst Mossad een soort speeltuin, waar ze naar hartenlust kunnen experimenteren met de nieuwste technologie, met schier onbeperkte middelen. “Dan pas gaan ze naar de universiteit of het hoger onderwijs. Ze komen later op de arbeidsmarkt, maar zijn beter gevormd en meer matuur. Dat kapitaal aan talent stuwt Israël omhoog naar de top van de internationale technologie”, analyseert Geert Moerman, de gedelegeerd bestuurder van Voka Oost-Vlaanderen.

GEERT MOERMAN
GEERT MOERMAN “Israëlische jongeren komen later op de arbeidsmarkt, maar zijn beter gevormd en meer matuur.”

Onderwijs en overheid

Ook in het hoger onderwijs is de aandacht voor het bedrijfsleven nooit ver weg. Technion, voluit Israel Institute of Technology, is de topuniversiteit voor technische en ingenieursstudies. Het instituut werd mee gesticht door Albert Einstein en is intussen goed voor drie Nobelprijzen. “Er worden regelmatig hackatons gehouden om businessideeën van studenten te verfijnen”, vertellen Sammy Apsel en Aurelia Berneman, twee jonge Belgen die er lessen volgen. “Zowat 90 procent van de laatstejaars spreidt zijn vakken over twee jaar, omdat ze al aan het werk zijn.” In Haifa, dat aan de voet van de 125 hectare beboste hellingen van Technion ligt, zijn tal van kleppers neergestreken om studenten in te lijven, waaronder Apple, EY, IBM, Intel en Microsoft.

Ook de overheid speelt een grote rol om het start-upecosysteem te voeden, weet Raphaël Nejman, ook een naar Israël uitgeweken Belg en de COO van Terralab, een incubator en risicokapitaalverschaffer voor startende ondernemers. Het eerste fonds van Terralab haalde 25 miljoen dollar op, het tweede 35 miljoen en het derde sluit in juli wellicht af op 40 à 50 miljoen dollar. “Wij leveren die bedrijven werkruimte, juridisch advies, personeels- en publicrelationsdiensten, financiering enzovoort, zodat zij zich op de ontwikkeling van hun producten kunnen concentreren.”

Terralab is een van de negentien spelers die opgenomen zijn in het Incubators Incentive Program. Daarmee legt de overheid, voor de eerste 100.000 dollar die een incubator investeert in een bedrijf, er 600.000 dollar bovenop. Terralab en co krijgen 20 tot 25 procent van de aandelen, de overheid niets. Bovendien moet het overheidsgeld alleen worden terugbetaald als het bedrijf een succes wordt, door een deel van de winst te laten terugvloeien, of na een succesvolle exit.

Die gulle overheidsfinanciering trekt op zijn beurt internationale investeerders aan. Dat maakt het voor de Israëlische start-ups gemakkelijker om vervolginvesteringen aan te trekken, zelfs in het geval dat de incubator zou passen. Het incubatorprogramma is niet het enige. De website van de Israel Innovation Authority vermeldt enkele tientallen ondersteuningsmechanismes, waardoor bijvoorbeeld zelfs alle goedgekeurde kosten voor onderzoek en ontwikkeling van hernieuwbare energie gedurende twee jaar worden terugbetaald.

En in België?

Hoe inspirerend de reis van Voka Oost-Vlaanderen ook was, het is niet zo eenvoudig dat concept zomaar om te zetten in de Belgische praktijk. Jeroen Lemaire, de stichter en CEO van de digitale productenstudio In The Pocket, vindt het positief dat Gent het investeringsbudget voor innovatie en technologische vernieuwing met 33 miljoen euro optrekt tot 110 miljoen euro, maar dat is toch nog van een andere orde dan wat we hier zien. “De Israëlische overheid heeft door financiering en een gunstige regelgeving een onnavolgbaar ecosysteem uitgebouwd. Digitaal talent uit Amsterdam of Berlijn verhuist naar hier voor een topjob, niet omgekeerd. Bij ons heb je twee unicorns (start-ups met meer een waardering van een miljard dollar of meer, nvdr), hier twintig. Wanneer je hier een bedrijf begint, zijn er voorbeelden, is er geld beschikbaar en zijn er structuren. Ze trekken binnen de kortste keren naar de Amerikaanse markt. In België blijft het worstelen om de overheid en de privé creatief te laten samenwerken.”

Overheidsinvesteringen moeten in Israël alleen worden terugbetaald als het bedrijf een succes wordt, of na een succesvolle exit.

Ook Sofie Bracke weet dat de technologiehoofdstad van Europa worden wellicht te hooggegrepen is voor Gent, “maar we koesteren wel veel ambitie. Technologie zal ons leven drastisch veranderen, en wij willen die inzetten om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. Als overheid moeten we bijvoorbeeld een regierol spelen voor het datagebruik. In onze regio zijn alle bouwstenen voorradig om, net zoals in Jeruzalem, een bloeiend techecosysteem uit te bouwen. Alleen kunnen de lijnen tussen die bouwstenen sterker zijn, en wil het stadsbestuur samen met andere partners inzetten op community builders voor onze economische speerpunten: mensen die echt bouwen aan het ecosysteem voor cleantech, healthtech, biotech en de digitale economie.”

TECHNION De topuniversiteit voor technische en ingenieursstudies.
TECHNION De topuniversiteit voor technische en ingenieursstudies.

5000 euro om de ambassadeur niet te zien

Verbazing en vraagtekens bij Voka Oost-Vlaanderen en Flanders Investment & Trade: om een ontmoeting te mogen organiseren met Israëlische ondernemers op de Belgische ambassade moest geld op tafel worden gelegd. Niet weinig zelfs: zowat 5000 euro. De ambassadeur bleek dan nog eens met vakantie in België te zijn. Hij werd vervangen door zijn adjunct, Pascal Buffin.

Die had er al niet de gemakkelijkste week op zitten. Hij werd twee keer door het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken op het matje geroepen. Niet vanwege het Aalsterse carnaval, maar omdat ons land, dat in februari de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties leidt, DCIPalestine had uitgenodigd om te komen spreken voor de Raad. Een topman van de ngo die zich inzet voor Palestijnse kinderen, zou anti-Israëlische boodschappen op sociale media hebben geplaatst.

Ook de Palestijnen mikken op economische groei

De eerste contacten had de Oost-Vlaamse delegatie met Palestijnse bedrijfsleiders. Ondanks de erg moeilijke relatie met Israël willen de lokale ondernemers vooral vooruit. Dat is niet gemakkelijk. Palestina heeft een erg kleine economie. Het bruto binnenlands product (bbp) bedroeg volgens de Wereldbank 14,6 miljard dollar (13,5 miljard euro). Dat is amper een miljard meer dan de verkoop van Mobileye aan Intel opleverde. Het bbp van België is 454,2 miljard euro.

Wat de zaken niet vergemakkelijkt, is dat Palestina niet aangesloten is bij het internationale octrooisamenwerkingsverdrag, vindt Ann De Clercq, de stichter en zaakvoerder van het grootste Belgische patentenadvocatenbureau De Clercq & Partners. Daardoor kunnen Palestijnse ondernemers hun innovaties moeilijk internationaal beschermen.

Toch zijn er succesverhalen. Bassim Khoury leidt Pharmacare, een bedrijf met 330 werknemers dat geneesmiddelen voor mens en dier en cosmetica produceert en verkoopt. Yasmine Al Joseph richtte in 2010 haar chocoladewinkeltje Yasmin Sweets Company op, dat werk biedt aan twaalf mensen.

In Haifa ontmoeten we Hasan Abo-Shally, een productmanager bij Microsoft die na zijn uren Hasoub leidt, een accelerator voor Arabische ondernemers. Die heeft al ruim 300 evenementen georganiseerd. “We veranderen langzaam de mentaliteit: niet meer passief het systeem de schuld geven, maar ons lot in eigen handen nemen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content