IN EERSTE VERSNELLING

In het algemeen belang

Sinds naast de vrijheid van vestiging binnen de Europese Unie ook de vrijheid van dienstverlening inzake verzekeringen werd ingevoerd (via de derde Richtlijn leven en niet-leven), namelijk per 1 juli 1994, is een geheel nieuw Europees verzekeringslandschap tot stand gekomen.

In het Europa der 15 mag elke verzekeringsmaatschappij nu vanuit het thuisland rechtstreeks en zonder lokale vestiging over de gehele Unie verzekeringen verkopen, onder toepassing van de home country control of m.a.w. de toepasselijkheid van de spelregels van het thuisland. Dit houdt in dat een verzekeraar qua productenaanbod en prijszetting enkel verantwoording verschuldigd is aan zijn eigen verzekeringscontroleoverheid.

CONCURRENTIE.

Dat zulks een geheel nieuwe en veel scherpere concurrentiestrijd voor gevolg zou hebben, was meteen duidelijk : er bestaan in Europa nogal wat verschillen qua verzekeringsproducten en vooral qua tarificatie. Het meest bekende voorbeeld is dat van de zuivere overlijdensverzekering die in het Verenigd Koninkrijk minder kost dan bijvoorbeeld in België.

De verzekeraars hebben algemeen gesproken niet zeer alert gereageerd op de kansen die dit nieuw wetgevend kader hen bood. Het meest simpele bewijs daarvan is het feit dat twintig maanden na de geboorte van de laatste generatie Richtlijnen, er zich nog geen substantiële verschuivingen van verzekeringsportefeuilles hebben voorgedaan. Eén gegeven hebben de meeste verzekeraars en hun beroepsfederaties en verantwoordelijke ministeries wel begrepen : een dergelijke liberale markt houdt niet alleen kansen maar ook bedreigingen in. Het realiseren van het juridisch kader hebben ze niet kunnen tegenhouden noch vertragen. Op het vlak van de integratie van de Richtlijnen in de 15 nationale wetgevingen was wel nog actie mogelijk.

HET ALGEMEEN BELANG.

Daarvoor volstond het de teksten van de Richtlijnen goed na te lezen, en vast te stellen welke hun achillespees was : het algemeen belang, ook bekend als the general good. Eigenlijk maken de Richtlijnen op het grote principe van de “home country control” slechts één substantiële uitzondering : elke verzekeraar die op een ander EU-territorium actief is, moet de plaatselijke rechtsregels van algemeen belang respecteren.

Eigenlijk impliceert deze uitzondering dat iedere lidstaat toestemming krijgt om in te vullen welke regels uit zijn wetgeving hij dermate belangrijk acht, dat ze aan elke derde tegenstelbaar moeten zijn. Weliswaar moet dergelijke invulling overeenstemmen met de interpretatie die het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen voordien al gegeven heeft. Vooralsnog is dit evenwel niet de hoofdbekommernis geweest van de nationale overheden, die alle een lijst aan het opstellen zijn van de rechtsregels waarvan zij oordelen dat ze “van algemeen belang” zijn. Dergelijke lijst moet immers kunnen overgemaakt worden aan de buitenlandse verzekeraars die in vrije dienstverlening verzekeringen willen verkopen.

Vooreerst is het merkwaardig dat straks twee jaar na het totstandkomen van de Eenheidsmarkt, er nog altijd discussie is rond die algemeen-belangregels. Alle lidstaten treuzelen een beetje en vertragen daardoor de economische verwezenlijking van een open markt. Bovendien is een algemene tendens waar te nemen die hierop neerkomt dat het begrip algemeen belang extensief geïnterpreteerd wordt en de lijst een vrij lange opsomming wordt. Men maakt het de buitenlandse verzekeraars in de meeste thuislanden dus niet gemakkelijk : er is immers een enorm gamma aan plaatselijke wetgeving dat gerespecteerd moet worden. In de praktijk brengt dit zeker mee dat die buitenlandse verzekeraars niet louter onder hun “home country control” hun producten op vreemde markten zullen kunnen aanbieden, doch zowel qua distributie, verzekeringstechniek en polisvoorwaarden zich aan ieder land substantieel zullen moeten aanpassen.

TAL VAN BEPERKINGEN.

Het basisidee dat een Europese verzekeraar over de gehele Unie een uniforme Europese polis zou kunnen commercialiseren is veraf. Wat bijvoorbeeld te zeggen over het feit dat nagenoeg alle lidstaten waarschijnlijk zullen eisen dat de lokale regels qua verzekeringsbemiddeling nageleefd worden. De verzekeringsmakelaars die internationaal willen opereren in vrije dienstverlening zullen aan de meeste lokale vereisten moeten voldoen inzake opleiding, beroepservaring, diploma’s enzoverder. Dit vergemakkelijkt de vrije dienstverlening niet en zal waarschijnlijk voor gevolg hebben dat enerzijds de verzekeringsmaatschappijen op lokale makelaars een beroep zullen moeten doen, en anderzijds die makelaars zelf naar joint ventures zullen zoeken met lokale makelaarskantoren. Dat dit voor de grotere makelaarskantoren méér voor de hand ligt dan voor puur lokaal opererende bemiddelaars is duidelijk. Niet alleen de wet- Cauwenberghs op de verzekeringsbemiddeling maar ook de evolutie in het integratieproces der verzekeringsrichtlijnen, lijkt dus véél meer armslag te gaan geven aan de grotere makelaarskantoren en de kleinere bemiddelaar van de markt weg te vegen.

IN WIENS BELANG ?

De protectionistische reflex ten voordele van de thuismarkt is nadrukkelijk aanwezig in de interpretatie die in de diverse lidstaten aan het algemeen belang wordt gegeven. De consument blijft daarbij voorlopig wat in de kou staan, want hem werd voorspeld dat die open verzekeringsmarkt het productenaanbod zou verhogen, en dat hij de ideale verzekeringspolis zou kunnen afsluiten aan een gunstige prijs. Zover zijn we voorlopig dus nog niet, en het is voelbaar dat de meeste internationale verzekeringsgroepen wegens de complexiteit van de lokale algemeen-belangregels aarzelen om zich in vrije dienstverlening op een andere markt te profileren.

Op termijn dreigen de direct writers de grote overwinnaars van de Eenheidsmarkt te worden. Zij pogen immers zonder omwegen rechtstreeks de klant te benaderen met een zeer gunstige kostenstructuur. Hoe efficiënt deze direct writers ook qua schadebeheer opereren, is reeds in een aantal landen, zoals het Verenigd Koninkrijk en Nederland, duidelijk bewezen. Intussen dreigt de Eenheidsmarkt inzake verzekeringen een traag op gang komende diesel te worden, die op zijn weg vele hindernissen “van algemeen belang” ontmoet. Of dit alles eerder het belang van sommigen dan wel het algemeen belang dient, is maar de vraag.

ERIC CAUWELSJEAN-PAUL TIMMERMANS

Eric Cauwels en Jean-Paul Timmermans zijn juridische raadgevers bij Price Waterhouse

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content