In de ban van de meet

David Desmet Farmaceutisch communicatie- en PR-adviseur

Vorige zondag werd in New York de moeder van alle marathons gelopen, het nec plus ultra voor kilometervreters. Trends volgde er de leden van de Belgische Managers Marathon Club. En vroeg hun wat het recept is om die felbegeerde meet in The Big Apple te halen.

New York (VS).

Zondag 3 november, 6.30 uur. Ondanks het ontiegelijk vroege uur heerst er uptown een drukte van jewelste. Aan de NY Public Library vertrekken achthonderd bussen die de 33.000 deelnemers aan de 32ste Marathon van New York verschepen naar de start op Staten Island. Zo’n 15.000 vrijwilligers proberen het hele gebeuren in goede banen te leiden en pompen de massa goede moed in. En nog eens 2000 politieagenten moeten straks de naar schatting 2 miljoen toeschouwers opvangen.

Daartussen, de veertien deelnemende leden van de Belgische Managers Marathon Club ( MMC). De in 1988 opgerichte club is met de marathon van New York editie 2002 niet aan zijn proefstuk toe. Ruim tweehonderd managers werden door de MMC al begeleid naar hun eerste marathon. En aan het enthousiasme te zien van ‘pater familias’ Wilfried Silon (62) zijn de veertien dit jaar niet de laatste. Silon is voor de ruim 120 leden van de MMC een goeroe. Hij heeft er dan ook 36 marathons opzitten. Wanneer Wilfried iets zegt, hangt iedereen aan zijn lippen.

Deadline

Zo ook zaterdagochtend 19 oktober in het Sportcentrum van het Zoniënwoud te Watermaal-Bosvoorde. Na de laatste gezamenlijke ochtendtraining geeft Wilfried Silon toelichting aan de leden die straks naar New York afreizen. Hij overlaadt zijn poulains met tips en gouden raadgevingen, en beschrijft secuur de procedure die ze straks zullen ondergaan tijdens die monsterorganisatie die de marathon in The Big Apple is.

Een van de aanwezigen, Serge Grysolle, loopt straks zijn eerste marathon. De 48-jarige advocaat die ook gemeenteraadslid is in Aalst klopte begin 2001 aan bij de MMC. “Ik ben lid geworden omdat ik vóór mijn vijftigste verjaardag mijn eerste marathon wilde lopen.”

Ook de 39-jarige Ludo Constant schoof een leeftijdsgrens naar voor als deadline. “Eigenlijk is het een mix van doelstellingen, waarbij mijn veertigste verjaardag zeker een rol speelt,” zegt de human-resourcesmanager van Gentronics. Constant liep dit jaar in april al de marathon van Londen, maar vond de geleverde trainingsinspanningen zo groot dat hij meteen ook die van New York op zijn palmares wilde plaatsen.

En op het gevaar af eentonig te worden: ook Véronique Santens (38) schermt met de leeftijdsgrens. “Ik had eerst de bedoeling om de marathon in 2003 te lopen, maar zodra ik begon te trainen, kon het niet snel genoeg gaan,” zegt de medebestuurster van de textielgroep Beaulieu.

“Aangezien een marathon lopen ook een grote dosis mentale weerbaarheid vraagt, doe je er goed aan je een doel voor ogen te stellen én dit aan familie en vrienden te vertellen,” zegt Wilfried Silon. Zo is er geen weg terug. “Dus: bazuin het rond dat je volgend jaar de marathon van New York gaat lopen en schrijf je er nu al voor in.”

Tot zover plan A: je vastpinnen op het lopen van een marathon. Tijd om over te schakelen naar plan B: het trainen voor die marathon. “Neem in ieder geval voldoende tijd om je voor te bereiden,” aldus Silon. “Wie van nul moet beginnen, rekent best op minimaal twee jaar. Iemand die conditioneel 21 km aankan, kan met een geschikt trainingsplan op één jaar klaar geraken.”

Een trainingsprogramma is voor elke loper anders. Het hangt af van de resultaten van de medische check-up in de bewegingskliniek van het Maria Middelares-ziekenhuis in Antwerpen. Ook Ludo Constant, die al tien jaar loopt en drie jaar lid is van de MMC, beklemtoont dat individuele karakter. “Je moet je echt laten begeleiden. Alleen dan krijg je een correct trainingsschema, in functie van je eigen fysiek en je persoonlijke hartritme.” Op het schema staan duurlooptrainingen, heuvelbeklimmingen, sprints enzovoort. Een veelgemaakte fout is te snel willen trainen. Hierdoor vraag je niet alleen te veel van je lichaam, je maakt bovendien geen enkele progressie omdat je steeds boven je ideale hartritme gaat. “Ik wil steeds vooroplopen,” lacht Serge Grysolle. “Dan komt Wilfried op zijn fiets naast mij rijden en praat op mij in om me te temperen. En ik moet toegeven, hij geeft gelijk. Alleen is het blijkbaar een karaktertrek van mij.” Dat zal later nog blijken.

Time management

Als manager heeft Véronique Santens sowieso de handen vol. Daarnaast telt het gezin Santens-De Clerck vijf kinderen.

Serge Grysolle runt samen met zijn broer een druk advocatenbureau. Zijn avonduren brengt hij door met vergaderen en politiek beoefenen. En ook de vier kinderen ten huize Grysolle-Debeuckelaere vragen de nodige aandacht.

De beroepsactiviteit van Ludo Constant slorpt eveneens heel wat tijd op. Met het adagium ‘geen tijd’ moet je bij deze verstokte lopers dus niet afkomen. Hoe slagen ze erin om nog te trainen voor een marathon?

Constant is al zes jaar verantwoordelijk voor het personeelsbeleid van het technologiebedrijf Gentronics. “Een gemiddelde werkweek telt vlug een kleine vijftig uren,” rekent hij voor. Dat betekent dat hij ‘s morgens om 6.00 uur al aan het lopen is, of na de werkuren nog de loopschoenen aanbindt. “Toegegeven, onderweg naar huis bekruipt me wel eens de gedachte om die avond te spijbelen. Maar zodra de drempel genomen is, voel ik me daar steeds goed bij.”

Serge Grysolle loopt tijdens de week twee dagen over de middag. “Ik betrap mij erop dat ik soms rond 11.00 uur al de kriebels krijg. Zeker als ik over een saai dossier gebogen zit.” Ook tijdens het weekend staat steevast een training geprogrammeerd. “Echt waar, ik kijk er naar uit.”

Véronique Santens heeft van alle drie de minste regelmaat en loopt alleen als de agenda het toelaat. “De ene week loop ik vier keer, terwijl het er in een andere week soms niet van komt,” bekent ze. “Als ik echter een paar dagen niet heb kunnen lopen, word ik zenuwachtig. Dan moet ik echt naar buiten om mijn uurtje te lopen.”

Toch geeft ze toe dat de voorbereidingen voor een marathon niet te onderschatten zijn. “Ik heb veel motivatie nodig. De trainingen voor een marathon duren mij te lang en zijn te tijdrovend,” zegt ze. Ook op het gezinsleven heeft zo’n beslissing een ingrijpende impact. “Ik heb er eerst met mijn man en kinderen over gesproken. Tenslotte dragen zij ook mee de gevolgen van mijn beslissing.” Santens begon met lopen onder impuls van een vriendin. Maar die heeft intussen moeten afhaken na een blessure. ” Isabelle Tuytens ( nvdr – van Concordia Textiles) was de drijvende kracht achter mijn beslissing om die marathon te lopen. Ook voor haar zet ik nu door.”

Midlifecrisis

Ludo Constant beaamt dat je best een partner hebt die ten volle achter de marathonbeslissing staat. “De maanden vóór de marathon bouw je de sociale verplichtingen af. Een etentje met vrienden en een flesje wijn zijn er dan beter niet bij. Ook op het vlak van voeding heb je bepaalde eisen, dus zonder ondersteuning red je het niet.” Daarom fietst zijn partner mee tijdens de lange duurlooptrainingen. “Intussen praten we wat.”

Serge Grysolle lost het anders op: Caroline Debeuckelaere (45) is podologe en dreef de psychologische ondersteuning zo ver dat ze besloot om mee te trainen, en meteen ook de marathon te lopen. En toch blijft lopen een eenzame bedoening. “Het groepsgebeuren is belangrijk om vol te houden, en om je te motiveren. Maar in wezen loop je toch alleen, je loopt als het ware tegen jezelf.”

Een belangrijke vraag werd nog niet beantwoord. Wat verantwoordt dergelijke inspanningen? “Mijn grenzen verleggen,” aarzelt Véronique Santens. “Ik loop intussen meer dan vijf jaar, en je gaat daar steeds verder in.” Voor Serge Grysolle, die achtervolgd werd door een politieke maalstroom, was de drijfveer iets persoonlijker. “Ik had dat nodig na een periode van enorme drukte en stress in mijn politieke bestaan. Noem het koppigheid en eergevoel,” lacht het VLD-gemeenteraadslid. En hij voegt er fijntjes aan toe dat die andere deugd – idealisme – er met de jaren is afgesleten.

Ludo Constant is er langzaam ingerold. “Vroeger was ik vrij sportief, maar tijdens mijn studentenjaren was daar nog maar weinig van te merken. Na de zotte jaren pak je de draad weer op, en ik voelde mij daar goed bij.” Al kan het ook een vorm van midlifecrisis zijn, grapt hij. “Hoe anders verklaar je dat iemand in één jaar tijd twee marathons loopt en daarnaast de Mont Blanc beklimt?”

D-Day

Bij de eerste marathon van New York, in 1970, kwamen er 55 atleten over de eindmeet. Vorige zondag probeerden 33.000 lopers Central Park te bereiken.

Ondanks de massa verloopt de startfase wonderwel vlot. De deelnemers worden onthaald als ware helden. Indrukwekkend hoe een wereldstad compleet wordt afgestemd op D-Day, al is de economische impact voor de stad natuurlijk evenmin te versmaden (zie kader: Wat brengt de marathon op?).

De dag ervoor hebben de buitenlandse bezoekers een zes kilometer lange gezamenlijke trainingsloop gehouden tijdens de International Friendship Run, waarna het richting Tavern on the Green (Central Park) ging voor de pasta-party, gesponsord door Ranzoni. Een all American-show dus, met een nobele reden. Langeafstandslopers hebben nood aan koolhydraten waarop het lichaam kan terugvallen. Pasta als lekkere en natuurlijke drug met andere woorden.

Onze drie lopers tonen zich oprecht euforisch bij aankomst. Net als alle andere MMC’ers – die overigens allemaal vlot de 42,165 kilometerstreep halen – zijn ze dol enthousiast over de sfeer die in New York heerst tijdens de marathon. De Belgische delegatie schreeuwt haar zonen en dochters toe van op first avenue, waar de renners zowat 27 kilometer onder hun zolen hebben zitten. Maar ook elders op het parcours staat een massa toeschouwers de lopers toe te juichen. New York kent de minste opgevers van alle marathonsteden, maar wie die kolkende massa gadeslaat, snapt waarom: orkestjes, dansers, een gigantische uitzinnige bende schraagt de ‘marathon men’ naar de eindmeet.

Véronique Santens danst als het ware over die meet, en denkt hardop na over een volgende deelname. Iets wat voor vertrek nagenoeg uitgesloten was. Ludo Constant heeft zijn debuut al wel in Londen gehad, maar ook hij toont zich oprecht opgetogen. En zowel Serge Grysolle als zijn echtgenote zetten een indrukwekkende tijd neer, die de al hoog opgelaaide emoties zo mogelijk nog meer doet ontvlammen. Al startte hij wel iets te vlug, geheel in de lijn met zijn karakter, analyseert hij.

Wilfried Silon, die voor de start overtuigd was van het potentieel van ‘zijn’ managers, is eveneens de held van de dag. Stuk voor stuk vliegen ze bij aankomst rond zijn nek. Niemand haalde dan wel de 80.000 dollar en de Pontiac die gereserveerd zijn voor wie als eerste over de meet komt, de overwinning op henzelf verblijdt ze met een veel grotere vreugde.

Lieven Desmet

Wie van nul moet beginnen, kan ten vroegste over twee jaar zijn eerste marathon lopen.

Een veelgemaakte fout is te snel willen trainen. Wie zijn ideale hartritme overschrijdt, maakt geen enkele progressie.

Op het gezinsleven heeft de beslissing om een marathon te lopen een ingrijpende impact.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content