‘In Berlijn mag je weird zijn’

Benny Debruyne
Benny Debruyne Redacteur van Trends

De start-upscene van Berlijn profileert zich als het Europese Silicon Valley in wording. Kan Vlaanderen daar lessen uit trekken? “Om talent aan te trekken moet je een interessante omgeving kunnen aanbieden”, zegt kenner Nick Decrock.

Nick Decrock ontvangt me in Kaai.16, de Hasseltse broedplaats die hij in 2008 oprichtte voor creatieve ondernemers en starters. Die creatieve hotspot, waar zo’n twintig bedrijven gevestigd zijn, wil een soort miniatuurversie zijn van de start-uphubs van Silicon Valley in San Francisco en die in Londen en Berlijn. Duitsland geldt meer dan ooit als de motor van de Europese economie. Berlijn profileert zich als het Europese Silicon Valley in wording. Decrock is een kenner van de Berlijnse start-upscene en hij heeft er vele contacten.

Wat zijn de kenmerken van de Berlijnse start-upscene?

NICK DECROCK. “Silicon Valley bestaat al dertig jaar, maar de geschiedenis ervan gaat terug tot de jaren dertig. De startersscene in Berlijn is nog jong. Dat ze zo veel aandacht krijgt, komt vooral doordat ze zich goed in de markt zet. De echte hub van Europa is Londen; de scene is daar ook veel groter. De reden waarom Berlijn vaak wordt vergeleken met Silicon Valley, is dat de start-upcultuur er veel dichter bij Silicon Valley staat dan die in Londen, Stockholm of Singapore.

“De drie basisfactoren die de Amerikaanse stadssocioloog Richard Florida aanhaalt als redenen waarom creatieve mensen zich in een stad vestigen, zijn sterk aanwezig in Berlijn: talent, tolerantie en technologie. Net als in San Francisco is het in Berlijn oké om weird te zijn. Er hangt een bohemiencultuur, er is een undergroundscene en veel cultuur. Berlijn is no-nonsense en progressief. Zeker het oosten heeft nog rauwe kanten, in tegenstelling tot het veeleer chique Londen. Je kunt in Berlijn ook ontzettend goedkoop wonen, en dat komt jonge starters met weinig middelen goed uit. Ze kunnen zich gemakkelijk vestigen in oude, leegstaande kantoorgebouwen.”

Hoe komt het dan dat de jonge start-upscene in Berlijn meer aandacht naar zich toe trekt dan Londen?

DECROCK. “In Berlijn zoeken de start-ups elkaar op, meer dan in andere steden. In de Rosenthalerstrasse is een oud restaurant uitgegroeid tot dé ontmoetingsplaats voor starters, waar zelfs contracten worden ondertekend. Berlijnse ondernemers delen graag hun ervaringen, zelfs als ze zijn mislukt. Ze praten voortdurend over waar ze mee bezig zijn, niet alleen op Facebook of Twitter, maar ook op een radioprogramma voor starters. Heb je een straat waar een paar start-ups bij elkaar zitten, dan wordt die meteen ‘Silicon Allee’ genoemd. Berlijners zijn goed in marketing.”

Is het Berlijnse model overzetbaar naar België?

DECROCK. “De grootste start-upgemeenschap in België is Betagroup in Brussel. Daarnaast heb je ecosysteempjes in Gent, Antwerpen en Kaai.16 Hasselt. Om talent aan te trekken moet je een interessante omgeving kunnen aanbieden. Het is ontzettend duur om in die steden te wonen en te werken. En een nultolerantie voor cannabis afkondigen zoals Antwerpen onlangs heeft gedaan, is dodelijk voor de tolerante cultuur die je nodig hebt om creatieve mensen aan te trekken. Eigenlijk is die maatregel een vorm van tegenmarketing voor de stad. Vlaanderen is ook weinig tolerant voor ondernemers. Geld verdienen wordt gezien als iets vies en mislukken doe je maar beter niet.

“De overheid hoeft niet veel instanties te creëren, maar moet de voorwaarden scheppen voor het ondernemerschap. Je kunt het vergelijken met tuinieren: je hebt vruchtbare grond, wind en zon nodig, en dan groeien de planten vanzelf. De start-upcultuur in Berlijn is heel organisch gegroeid, ze is niet van boven opgelegd.”

De grond bij ons is minder vruchtbaar?

DECROCK. “De Vlaamse en de federale overheid doen de jongste jaren opeens heel hard hun best om creativiteit en innovatie te steunen door acceleratoren, incubatoren en allerlei instanties op te richten. Aan de ene kant is het goed dat er iets gebeurt, maar aan de andere kant is die aanpak veel te top-down, en dat kan verstikkend werken. De overheid zou vooral een economisch klimaat moeten creëren dat het ondernemerschap stimuleert. In andere landen zie je dat starters minder sociale lasten betalen in de eerste jaren dat ze nog geen winst maken. De aandelenstructuur is er ook eenvoudiger, het belastingklimaat is voordeliger en ondernemers kunnen er gemakkelijker visa krijgen om talent uit andere landen aan te trekken.

“De overheid hoeft niet altijd zelf het initiatief te nemen, ze kan beter spontane initiatieven steunen. Toen Amsterdam vaststelde dat er creatieve dingen gebeurden in een oud gebouw, bood het zelf aan de elektriciteit te betalen. Meer dan een initiatiefnemer, moet de overheid een facilitator zijn.”

Is het niet te eenvoudig om aan te nemen dat de bedrijfjes vanzelf wel zullen groeien?

DECROCK. “De overheid kan nog een belangrijke rol vervullen: die van klant. Dat heeft mee geleid tot het succes van Silicon Valley. Daar was vruchtbare grond met een goed belastingklimaat, je had er de universiteit van Stanford, een aantrekkelijke culturele omgeving en grote bedrijven als Hewlett-Packard die als trekker konden fungeren. Maar vaak wordt vergeten dat de overheid — waaronder het Amerikaanse leger en de NASA — veel opdrachten gaf aan de bedrijven in Silicon Valley. Bij ons zouden de NMBS, bpost of andere overheidsdiensten aan startende ondenemingen kunnen aanbieden om in hun gebouwen te komen werken en gebruik te maken van hun infrastructuur en overheidsgegevens.

“De NMBS deed net het tegenovergestelde. Toen we met ons reclamebureau Nocus enkele jaren geleden een mobiele app voor de treinregeling maakten, sloot ze de toegang tot de treingegevens af. Een andere partij werd zelfs bijna voor de rechtbank gesleept. Pas jaren later besloot de spoorwegmaatschappij zelf een app te maken. In Londen en Stockholm heeft de overheid wel begrepen hoe het moet door opendataplatformen op te richten en te investeren in snel internet. Vergelijk dat met Brussel, waar we pas volgend jaar 4G hebben.”

Moet België zich als start-upland wel meten met Berlijn of Londen?

DECROCK. “België hoeft geen Berlijn of Londen te zijn, maar ook hier kunnen bedrijfjes worden opgericht die naar het buitenland trekken om te groeien en kapitaal op te halen. We moeten ook aantrekkelijker worden voor buitenlands talent. Ook in Berlijn komt heel wat start-uptalent uit het buitenland. Het grootste succesverhaal van de Berlijnse scene is Soundcloud; dat bedrijf werd opgericht in Stockholm en kwam naar Berlijn omdat de stad internationaler is en een grotere muziekcultuur heeft. Vlaanderen kan zich ook specialiseren in start-ups in bepaalde niches, zoals gezondheidszorg, biotechnologie en duurzaamheid. Op die terreinen staan we nu al sterk.”

Veel hangt af van het aanwezige kapitaal. In België is dat er te weinig vanaf een bepaald bedrag. Is het in Berlijn beter?

DECROCK. “De verhuizing van de Europese durfkapitalist Earlybird VC van Hamburg naar Berlijn heeft veel betekend voor de stad. De investeerders zaten dichter bij de start-ups en Earlybird heeft goede connecties met Amerikaanse investeerders. Waarom gaan we niet eens met Earlybird praten? Ik heb vorig jaar met een medewerker van Earlybird gesproken. Het bleek dat ze niet eens wisten dat er zoiets als een Belgische start-upscene bestaat. Netlog, Engagor, Twitspark, Mobile Vikings of Acquia van Dries Buytaert kenden ze wel, maar ze wisten niet dat dit Belgen waren. We hebben dringend meer rolmodellen nodig.”

BENNY DEBRUYNE

“Je kunt het vergelijken met tuinieren: je hebt vruchtbare grond, wind en zon nodig, en dan groeien de planten vanzelf”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content