Improving credit growth suggests continuing recovery of domestic demand in the eurozone

De groei in de eurozone leeft op, maar zal dat blijven duren? Econoom Bart Van Craeynest, die op 1 juni zijn baan bij de vermogensbeheerder Petercam inruilt voor een stek bij sectorgenoot Econopolis, denkt van wel. De kredietverlening aan de privésector stijgt weer in de eurozone, signaleerde hij vorige week in een tweet. Die stijging is een goed voorteken. Als gezinnen en bedrijven lenen, is het om geld te laten rollen.

Dat ontbrak tot nog toe. “De heroplevende groei in de eurozone van het voorbije jaar kwam vooral van de export”, zegt Van Craeynest. “De stijging van de kredietverlening aan de privésector lijkt erop te wijzen dat ook de binnenlandse vraag op gang komt. De betere groeicijfers voor de eurozone beloven geen eendagsvliegen te zijn.”

Groei door export is goed, maar groei door binnenlandse vraag is nog beter, aldus Van Craeynest. “In de eurozone is de binnenlandse vraag veel groter dan de export. Die heeft dus meer impact op de groei. Teer je enkel op export, dan ben je afhankelijk van de rest van de wereld. Ook de wisselkoersen kunnen roet in het eten gooien.”

Niet dat er reden is voor euforie. De kredietverlening aan de gezinnen en de bedrijven stijgt wel, maar die toename blijft heel bescheiden: 0,1 procent in maart 2015 tegenover maart 2014. Toch is dat goed nieuws. “Het is het eerste positieve cijfer sinds 2012”, zegt Van Craeynest. “Een jaar geleden zat de kredietverstrekking nog stevig in het rood: in maart 2014 zat het niveau 2,2 procent onder dat van een jaar eerder.”

Ook voor de Europese Centrale Bank (ECB) is het recente cijfer een opsteker. “De ECB probeert al een hele tijd het kredietmechanisme op gang te krijgen”, zegt Van Craeynest. “Dat begint te werken. De lage rente heeft eindelijk de reële economie bereikt. De banken verlenen weer kredieten.”

Is de economische crisis voorbij? “Het is te vroeg om te juichen”, zegt Van Craeynest. “Op korte termijn zitten we goed. Het eerste kwartaal van 2015 wordt zeker zogoed als het laatste van 2014, toen de binnenlandse vraag in de eurozone steeg met 1,3 procent op jaarbasis. Of we ook vertrokken zijn voor de lange termijn, is een ander verhaal. Structurele problemen zoals de zware overheidsschulden, de lage productiviteit en de oplopende vergrijzingskosten hebben we nog niet opgelost.”

De politici schieten maar beter in gang. De omstandigheden zijn gunstig. De olieprijs is laag en de euro is zwak, deels door het soepele monetaire beleid van de ECB. “In een ideale wereld grijpen politici zulke meevallers aan voor een omwenteling. In een minder ideale wereld zeggen ze: ‘Er is weer groei, waarom zouden we moeten ingrijpen?’ Perifere eurolanden zoals Ierland, Spanje en Portugal hebben al heel wat hervormingen doorgevoerd. In kernlanden als Frankrijk is nog niet veel gebeurd, en Italië gaf even de indruk van een grote ommekeer. Het meeste werk moet daar nog gebeuren, ook in België. Vaak schieten overheden pas in actie als ze geen kant meer uit kunnen. Dat zal ook nu zo zijn.”

@JozefVangelder

“Het is nog te vroeg om te juichen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content