“Ik wil dromen verkopen”

De zin voor avontuur maakte van Sylvie Carpentier een heuse ondernemer. Na tien jaar vast dienstverband bij Exxon en Coca-Cola, nam deze handelsingenieur uit Meulebeke het failliete Rambagh over. Haar doel? Een Aziatisch lifestyleconcept dat doet dromen.

Ietwat verveeld laat Sylvie Carpentier (33) ons binnen in een van de twee Rambagh-shops aan de Brusselse Hoogstraat. Er is net een container uit het Verre Oosten gearriveerd. Het is heel goed dat hij er is, maar waarom zonodig nu, met een journalist in het portaal?

Meteen krijgen we de volledige rondleiding, in een sfeer van geurige wierookstokjes en Tibetaanse klankschalen. Beneden vooral antieke meubelen uit China en Japan, met een hoop overvolle manden exotisch ogend kerstgerief in de middengang – het is nu eenmaal de periode. Achteraan een resem kamertjes waarin prachtige antieken deuren, lage zeteltjes en opiumtafels uit India staan. Boven evenzeer een sfeer van China en Japan – nieuw maar absoluut authentiek.

“En dit is mijn ultieme droom,” zegt Sylvie, terwijl ze de deur naar de tuin openduwt. “Ik wil van de tuin straks een plek maken waar mensen de beste thee kunnen drinken. Neen, Rambagh is geen meubelzaak. Rambagh mag dan wel de naam van het paleis van de laatste maharadja uit Jodhpur zijn. Wist je dat het Perzische woord ‘Aram Bagh’ tuin der dromen betekent?”

Van meubelen tot thee

Al tien jaar leeft Sylvie Carpentier met de ambitie ooit zelf een zaak te starten. Ze werd geboren in een familie van ondernemers – vader Willy Carpentier is eigenaar van een houtbedrijf ( NV Willy Carpentier Houtindustrie) in Meulebeke. Na haar studie handelsingenieur aan de KU Leuven en een Vlerick-licentie in financieel management, kwam ze bij Exxon terecht. Bij de grote multinational uit de petroleumbranche kreeg ze de smaak van de retail te pakken: ze was er immers verantwoordelijk voor de 38 Esso-snack&shops in Vlaams-Brabant. Een mini-KMO binnen een multinatio- nal als het ware en dat deed Carpentier zin krijgen in meer.

Na vijf jaar stapte ze over naar de Coca-Cola Company. Ze proefde er op diverse manieren van marketing. Zelfs letterlijk, want Carpentier is (samen met Gaetan Van Maldeghem) verantwoordelijk voor de smaak van Fanta Pomelo en stond mee aan de wieg van Nalu. Toen al had ze een passie voor shoppen. Of beter: het bezoeken en proeven van winkels, in België en het buitenland.

“Ik was altijd wel geïnteresseerd naar het ‘achter-de-schermen’-verhaal van een winkel. Hoe zitten die dingen in elkaar? Ik sprak er vaak over met vrienden. Ik dacht niet in de eerste plaats aan een meubelzaak. Ik zag het in de sfeer van de wellness, de fitness of zelfs iets als AS Adventure. Ik was ook niet meteen verkocht toen ik Rambagh leerde kennen. Ik had een soort déclic nodig. En die kwam er toen ik besefte dat ik hier een compleet lifestyleconcept van kon maken.”

Rambagh werd goed vijf jaar geleden opgestart door Guy Marechal en Alexander De Beir, een Fransman en een Belg, die op luttele jaren vijf winkels openden in diverse Belgische steden. De merkbekendheid van Rambagh ging pijlsnel de hoogte in, maar de verkoop vlotte niet. De stichters waren dan misschien vooruitstrevend in hun zin voor chinoiserie en het Oosten, maar misschien hebben ze zich op iets te korte tijd vergaloppeerd, zegt Carpentier, die de naam Rambagh, de twee Brusselse winkels én de hele stock overnam in haar NV Arlini. “Ik ben er eind november vorig jaar ingesprongen. Het was een donderdagavond, dat vergeet ik nooit. Want pas ‘s anderendaags heb ik ontslag genomen. Een week later, op 4 december 2002, ging de winkel hier open. Vier dagen later de andere winkel, iets verderop in de straat.”

Wat volgt, noemt Carpentier haar persoonlijke ontdekkingsreis. Met volle teugen geniet ze van de oosterse cultuur waarin ze terechtgekomen is. Ze schafte zich zelfs al het Tibetaans gebedenboek aan, op aanraden van een klant. Maar er is meer. “Ik ben bijna meteen op zoek gegaan naar Belgische en internationale partners om mijn concept uit te bouwen. Rambagh was vroeger een grossiersgroothandel, ik wil veel meer doen dan meubelen verkopen, al zal dat wel mijn kernactiviteit blijven.”

Dus ging ze een partnership aan met La Maison Coloniale. Deze Franse producent (die tot nu toe bijna uitsluitend de thuismarkt bespeelde) laat sinds zes jaar meubelen maken in Indonesië, China en India. Carpentier verkreeg de exclusiviteit voor België, en heeft op de bovenverdieping van Rambagh een heuse megacorner geïnstalleerd. “Voor hen is het de eerste shop in the shop. Mij sterkt het in mijn gevoel dat ik zo meerdere partnerships kan aangaan. Ik denk aan textiel, een reisbureau, een schoonheidssalon met ayurvedische massages of ‘tai chi’-sessies en… Dan is er ook de thee. Ik werk momenteel een samenwerking uit met Mariage Frères, een theelabel uit Frankrijk. Het kan een mooie aanvulling zijn op wat ik hier al aanbied.”

Authentiek antiek

Aan de overname van Rambagh ging geen grootse studie vooraf. Sylvie Carpentier werkt sowieso vooral vanuit het buikgevoel. Bepaalde personeelsleden nam ze over, anderen pasten niet langer in het nieuwe concept.

“Ik wou in maart van dit jaar al naar het Oosten vertrekken, maar het sars-virus stak daar een stokje voor. Het wordt nu maart volgend jaar, maar mijn missie is dezelfde: op zoek gaan naar nog meer partners in steden als Sjanghai, Hongkong en Saigon. Ik zou heel graag artiesten vinden die voor mij lakwerk of textiel kunnen maken. Ik wil ook op zoek gaan naar authentiek antiek. Niet die opiumtafel die je overal in Antwerpen al kunt vinden, maar net die coup de coeur, waarvan ik weet: dat zal ook mijn klant willen. Momenteel heb ik nog een vrij grote stock meubelen staan, maar ik moet ook vooruit- denken en nu al het betere werk ginder achter gaan zoeken. Ik ben echt niet van plan om containers te laten overkomen waar niets verrassends in zit. Dat doet het merendeel van de winkels in België, maar ik vertik het.”

Carpentier geeft zichzelf drie jaar om het concept in België duidelijk op punt te zetten. Daarna zal ze eventueel de stap naar het buitenland zetten. “Ik ben nog maar aan het begin van mijn reis,” vertelt ze, zichtbaar enthousiast. En ze schenkt nog wat groene thee bij.

Veerle Windels

“Volgend jaar vertrek ik naar Sjanghai, Hongkong en Saigon. Mijn missie: nieuwe artiesten vinden.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content