‘IK WAS EEN BEETJE MEGALOMAAN’

Jean Van Milders stond in de schijnwerpers als oprichter van de cateringgroep Carestel en als voorzitter van voetbalclub AA Gent. Op zijn 85ste vult hij de dagen met het familiepatrimonium, kunst en wijn.

“Is dat niet belachelijk?”, vraagt Jean Van Milders aan fotograaf Jelle, die hem wil laten poseren met een voetbal in de hand. Die bal moet symbool staan voor de prominente rol die de Kempense zakenman heeft gespeeld in het voetbalwereldje. De stichter van de dienstenleverancier Carestel werd in de jaren negentig vooral bekend als voorzitter van voetbalclub AA Gent. Van Milders nam geen blad voor de mond, en botste regelmatig met de gevestigde waarden in het voetbalmilieu. Het leverde hem het predicaat autoritair en dwars op. Van Milders orkestreerde ook de expansie van Cares-tel in autowegrestaurants, luchthavencatering, hotelmanagement, het uitbaten van seniorenflats en de productie van vacuümbereide gerechten. Maar na de beursgang eind jaren negentig verslikte Carestel zich in zijn ambitieuze expansie in Scandinavië.

De hoge schuldenlast, de aanslagen van 11 september 2001 en het faillissement van Sabena dreven Carestel en zijn aandelenkoers het moeras in. Het leidde ook tot spanningen tussen Jean Van Milders en diens broer Emile, die de helft van de aandelen bezat maar niet betrokken was bij het management. Michel Van Hemele, de nieuwe CEO die Van Milders had weggeplukt bij de uitzendgroep Solvus, snoeide hard om Carestel recht te trekken. Enkel de autoweg- en luchthavencatering werd behouden. Het maakte Cares-tel een hapklare brok voor kandidaat-kopers, en eind 2006 volgde de overname door Autogrill. Die Italiaanse cateringgroep haalde Carestel meteen van de beurs.

Toch heeft Carestel Van Milders geen windeieren gelegd. De fiere pater familias vult zijn dagen zelfs voornamelijk met het beheer van het familiepatrimonium via de familieholding Assart. Strak in het maatpak gestoken, met das én pochetje, en de zilveren manen achterover gekamd, ontvangt hij ons in zijn naar eigen zeggen goedkoop gekochte witte kustvilla in Knokke. De uitspraak toont meteen dat Van Milders een volbloed zakenman is gebleven. Vroeger in de ochtend zou de deur wel gesloten gebleven zijn. Elke dag start met een zwempartij in het buitenzwembad. “Ik sta op en spring er naakt in. Dat houdt mij fit”, klinkt het. De tuin is gelukkig goed afgeschermd. Even later blikt Van Milders terug op het verleden, zijn notities bij de hand. Zijn levensverhaal blijft regelmatig haperen aan een zwarte bladzijde, gevuld met verdriet over het verlies van zijn dochter Bernadette, ooit topvrouw bij de luchtvaartmaatschappij Sabena.

“Ik ben geboren in Geel, een echte Kempenaar. Ik heb er de karakteristieken van. Een Kempenaar is nogal zwijgzaam, werkzaam, gastvrij, een beetje cynisch soms. Thuis waren we bierbrouwers. Van mijn vader heb ik volharding geleerd. Hij was afkomstig van de streek rond Puurs. In de eerste wereldoorlog werd zijn brouwerij kapotgeschoten en vernield. Met de vergoeding voor de oorlogsschade kocht hij een brouwerij in Geel. Daar zijn mijn zuster, broer en ik geboren. Het bewijst dat hij geen moedeloos man was, maar een streber, volhardend.

“We waren vroeg wees. Mijn moeder is gestorven op haar 49ste en mijn vader was 61. Ik werd wees op 23 jaar, wat een groot effect heeft op je leven. Je staat er alleen voor, en ofwel word je moedeloos, ofwel zeg je ‘verdomme, ik moet erdoor’. Dat is bij mij en mijn broer waarschijnlijk waarom we het tamelijk ver gebracht hebben. Het heeft me ertoe aangezet om vroeg te trouwen, op 24 jaar, ook om niet meer alleen te zijn. Dan heb ik snel kinderen gekregen. We zijn begonnen met de tweeling Luc en Bernadette. Het bewijst mijn productiviteit, de minste inspanning met de meeste opbrengst. ( lacht)

“Ik had nooit de ambitie om brouwer te worden, maar mijn moeder vroeg mij om de brouwerij voort te zetten. Uit respect voor haar en uit gehoorzaamheid heb ik dat gedaan. Ik ben uiteindelijk 25 jaar bierbrouwer geweest, en ik heb daar nooit spijt van gehad. Het heeft me realiteitszin bijgebracht. En je leert over menselijke verhoudingen. Ik heb me bijna geprostitueerd om bier te verkopen ( lacht). Van een kleine brouwerij hebben wij het gebracht tot een middelgrote brouwerij. Ik had veel concurrentie van de trappisten van Westmalle. Ik had gestudeerd met de prelaat van de abdij van Tongerlo en heb hem gevraagd of ik bier kon maken onder de naam Abdij van Tongerlo. En zo ben ik begonnen met het norbertijnenbier van Tongerlo, dat nog altijd op de markt is.

“Terwijl ik brouwer was, werd ik geselecteerd om business administration te studeren aan de universiteit van Pittsburgh. Dat was in 1957. In België bestond dat nauwelijks. Ik was zowat de eerste Belg die zo’n Amerikaans universitair diploma kreeg. Wie sprak er toen al van budgettering, kostprijsberekening, human resources? Het heeft mijn visie op zaken volledig veranderd. Na mijn terugkeer ben ik bier beginnen te exporteren naar Frankrijk en Duitsland. Op een bepaald moment hadden we 50 cafés in Parijs. Ik was een beetje megalomaan ( lacht). Ik heb daar in de VS ook het belang van autostrades gezien en heb daar ook de business van voeding langs die autostrades gezien. Dat heeft mij er later toe aangezet om met Carestel te beginnen. “De concurrentie van andere brouwers werd almaar groter. We hebben de brouwerij dan verkocht. De opbrengst hebben we verdeeld. Mijn broer Emile had intussen concessies verkregen voor het bottelen van Coca-Cola, eerst in Turnhout, dan ook Antwerpen en Gent. Een concessie van Coca-Cola beheren, is niet zo moeilijk. De productiewijze is gestandaardiseerd. Je hebt 85 procent van de markt, dus verkopen is zo moeilijk niet. “Ik heb nood aan uitdagingen. Als er geen moeilijkheden zijn, zoek ik ze op, om ze op te lossen. En zo ben ik nog altijd. En zo ben ik met Carestel begonnen. Ik heb dat volledig bestuurd, terwijl ik ook de Coca-Colabottelarij in Gent bestuurde. Door in Gent te komen, ben ik daar ook in het voetbal verzeild geraakt.

“Carestel is naar de beurs getrokken, en we zijn tot in Scandinavië gegaan. We begonnen ook met residenties voor senioren. Dan is er ook buitenrestauratie bijgekomen, in voetbalstadions. We konden tot 6000 man eten geven. Ik ben ook als eerste begonnen met vacuümkoken. Daarvoor werd de dochter Hot Cuisine opgericht. In onze fabriek in Gent bereidden we tot 100.000 maaltijden per dag. We hebben later ook een fabriek in Zweden opgestart. En we hadden een hotelafdeling. We zijn franchisee geworden van Holiday Inn, en baatten een tiental hotels uit in België en Frankrijk. Maar hotels zijn een moeilijk beroep dat erg veel geld vergt. Bouwen duurt minstens twee jaar en dan duurt het nog eens twee à drie jaar eer je bezetting voldoende is om break-even te halen.”

Mijn familie eerst

“Ik werd stilaan een dagje ouder. Luc, mijn enige zoon, werkte eerst in de VS bij JP Morgan, kwam terug naar België waar hij de betaalzender Filmnet stichtte. Uiteindelijk klopte hij aan bij Carestel. Het was altijd mijn droom om de tweeling, Luc en Bernadette, samen als opvolger te hebben. Dat zou magnifiek geweest zijn. Luc heeft meer de eigenschappen van mijn echtgenote, maar Bernadette had meer mijn inborst. Zij was zeer dynamisch. Maar zij is naar Sabena gegaan. Zij heeft zich achteruitgesteld voor Luc. Ze dacht dat hun verschil in inborst spanningen gebracht zou hebben. Dat wou ze vermijden.

“Toen Sabena-CEO Paul Reutlinger besliste om 12 tot 14 vliegtuigen te kopen, was Bernadette daartegen. Zij was commercieel directeur en wist dat er maar twee vliegtuigen nodig waren. Reutlinger dwong haar ontslag te nemen. Ik zei, ‘dat is het mooiste geschenk dat je ooit gekregen hebt, en we gaan je goed verdedigen’. Ik wou dat mijn goede vriend Louis Verbeke dat zou doen, maar hij kon niet. Hij was de advocaat van Sabena.

“Dat gebeuren heeft haar wel een slag gegeven. Ze is dan getrouwd met de zoon van de ambassadeur van Italië bij de UNO. Daardoor had zij relaties met het hof. Op vraag van François-Xavier de Donnéa, toen burgemeester van Brussel, en het hof, is zij voorzitter geworden van Brussel 2000 cultuurhoofdstad. Ze heeft dat goed gedaan. En dan heeft ze borstkanker gekregen en is ze kort nadien gestorven. Dat is wat mij betreft zeer zwaar ( stil). Als je een kind van die kwaliteit verliest, zit dat in heel je lichaam. Ze heeft twee schitterende zonen, de ene werkt bij JP Morgan in Londen, de andere in Dubai. Het is mijn grote taak om voor hen te zorgen.

“Ik heb vier kinderen, tien kleinkinderen en drie achterkleinkinderen. Mijn kinderen zijn mijn aandelen, de kleinkinderen mijn dividenden en mijn achterkleinkinderen mijn bonus. Wij zijn een zeer hechte familie onder leiding van die dame die je net gezien hebt.

“Of het niet goed boterde met mijn broer? We waren twee diverse persoonlijkheden ( denkt na). We hebben toch 45 jaar samengewerkt. Als je zo lang met iemand samenwerkt of leeft, komen er onvermijdelijk spanningen en woordenwisselingen. Maar we hebben nooit fundamentele ruzie gehad. Dat werd in de media fel uitvergroot. Voor hij stierf, hebben we in het ziekenhuis sereen en in alle vrede van elkaar afscheid kunnen nemen.

“Dat de interactie met Luc aanvankelijk zeer moeizaam liep? Ja, natuurlijk. Als je dit allemaal in een mensenleven realiseert, moet er gewerkt worden. Ik werkte van ‘s morgens tot ‘s avonds en was veel afwezig. Mijn kinderen heb ik niet kunnen opvoeden. Mijn echtgenote heeft dat gedaan. En dan is hij op internaat gegaan. Maar ik was zeer gelukkig dat Luc bij Carestel wou komen werken. Hoewel dat eerst niet zo gemakkelijk was. Maar dat neemt niet weg dat het je zoon is, en je daarvan blijft houden.

“Dat ik autoritair overkwam, is gewoon omdat we vroeg wees waren. Ik had aan niemand rekenschap te geven. Ik was niet zo voor die hotelbusiness. Luc wel, maar ik heb hem niet tegengewerkt. En de Zweedse markt was slecht ingeschat. Alles werd trouwens ook beslist in de raad van bestuur.”

Vergissen is menselijk

“Ik ben twaalf jaar voorzitter geweest van Creyf’s Interim (later herdoopt in Solvus), dat van Ackermans & van Haaren was. Ik heb daar Michel Van Hemele binnengebracht als gedelegeerd bestuurder. Mijn taak gedurende twaalf jaar als voorzitter is geweest een clash tussen Luc Bertrand (CEO van Ackermans, nvdr) en Van Hemele tegen te houden. Bertrand is op zijn minst gezegd een autoritair man, maar Van Hemele laat zich niet doen. Toen ik wegging, heb ik aan Van Hemele gevraagd of hij iemand kende die Carestel samen met Luc zou kunnen leiden. Carestel was te zwaar voor één persoon. Twee dagen later zei hij ‘ik ben kandidaat’. Dat is ( aarzelt) een grote misstap van mijnentwege geweest, om mijn vertrouwen aan Van Hemele te geven. Ik zou er nog adjectieven aan kunnen toevoegen, maar mijn beleefdheid verhindert dat.

“Dat ik de ontmanteling van Carestel niet zelf heb kunnen doen en Van Hemele dat achter mijn rug heeft gedaan, is het enige waar ik spijt van heb. Alle mensen die voor mij gewerkt hebben, heeft hij buitengezet. En Van Hemele heeft heel de raad van bestuur rond zich getrokken. De onafhankelijke bestuurders gaven mij de indruk dat zij niet altijd voor de vennootschap zorgden, maar hoofdzakelijk voor zichzelf. Was hij er niet geweest, hadden we de zaak voortgezet. Je sticht iets, het is een kind, en je ziet dat verder graag evolueren.

“Van de beursgang zelf heb ik nooit spijt gehad. De beurs is een geldmiddel dat niets kost. Je krijgt geld van de beurs. Je passeert langs de kassa via de dividenden die je uitkeert. Dat er werd geschreven dat het bedrijf gedoemd was, dat de resultaten werden bijgekleurd? Belachelijk. De balansen werden regelmatig uitgestuurd. Het bedrijf werd regelmatig binnenstebuiten gekeerd. Gedoemd om te verdwijnen? We zijn gunstig verdwenen ( glimlacht).

“Nu, achteraf bekeken was het toch goed dat het niet meer werd voortgezet, omdat het te zwaar en te moeilijk werd. Ik ben nu dus gelukkig dat het zo gelopen is. We beschikken over een belangrijk vermogen, dat ik zelf gerealiseerd heb. En mijn kinderen komen niets te kort.”

Iemand met hobby’s

“Mijn hobby is kunst. Ik koop veel op veilingen, bij Sotheby’s en Christie’s. Mijn appartement in Brussel hangt vol kunst. Kunst brengt meer op dan de beurs. Ik verzamelde al toen ik 18 jaar was. Het eerste wat ik kocht was een Jakob Smits, een tekening, voor 1250 frank. Die heb ik nog altijd. Nu is dat veel geld waard. In de gang hangt een schilderij van de Amerikaanse popartkunstenaar Tom Wesselmann. Dat is niet meer te betalen.

“Ik kocht ook altijd wijn. Die liet ik hier enkele jaren liggen, en de wijn die ik te veel had, verkocht ik via veilingen bij Sotheby’s of Christie’s. Met de opbrengst kocht ik weer wijn in en kon ik de kelder vergroten. ( Na een bezoekje aan zijn rijkelijk gevulde wijnkelder) Mijn kinderen hebben me nu verboden nog iets te verkopen. Ik drink graag wijn, maar drink steeds minder. Soms een glaasje ‘s middags op restaurant. Mijn vrouw heeft me nog nooit dronken gezien, en dat terwijl ik toch 25 jaar bierbrouwer ben geweest.

“Ik was ook 18 jaar voorzitter van voetbalclub Verbroedering Geel. De deken, de burgemeester, dendoktoor en de brouwer waren vroeger in een parochie de belangrijkste mensen. En op zeker moment vroegen ze me voorzitter te worden. Ik heb hen van tweede gewestelijke naar tweede klasse gebracht.

“In Gent werd ik uitgenodigd bij eerste minister Wilfried Martens. Ik had meteen zo’n nek en zei tegen iedereen dat ik bij de eerste minister mocht. Bleek dat we daar met tien zakenlui bijeen zaten. Gent zat toen in tweede klasse met schulden… terribel. Samen kregen we 45 miljoen frank bijeen. Ik moest voorzitter worden, anders staken de anderen dat geld er niet in. Ik ben dat 12 jaar geweest. Zonder de minste medewerking van de stad. De enige steun was dat we geen stadstaksen moesten betalen. Voor de rest niks. We hebben een terrein gekocht, tribunes gebouwd, later businessseats en een restaurant. En dan een manager aangeworven, Michel Louwagie. Alles wat hij kent, heeft hij van mij geleerd, zegt hij zelf.

“Ik ben erevoorzitter bij AA Gent. Vroeger was ik president donneur, nu president d’honneur, met apostrof ( lacht). Ik heb er veel geld ingestoken en die schuld grotendeels kwijtgescholden. Ik heb er ook heel veel tijd ingestoken, en graag. Maar wat mij stoort en pijn doet, is dat mijn opvolgers zeggen dat ik de club heb achtergelaten met een grote schuld (10 à 20 miljoen werd gezegd, nvdr). Elke week lijkt het wel te vermeerderen. Ik betwist die schuld. Ik heb daar nooit iets over gezegd, maar nu wel. Aan de activazijde hadden wij spelers die we goedkoop kochten en die tegen aankoopprijs gecatalogeerd stonden. Mijn opvolgers hebben die allemaal met een grote meerwaarde verkocht en zo de schuld opgelost. Ik heb de afrekening eens gemaakt, en daaruit blijkt dat ik de club heb achtergelaten met een positief vermogen.

“Ik heb als eerste de hoge schuldenlast van de voetbalclubs aangeklaagd. Je kunt je natuurlijk de vraag stellen waarom een zakenmens zoals ik, die voorzichtig is in zijn investeringen, zo vrijgevig is in iets als voetbal dat niets opbrengt. Maar voetbal is een passie. Ik was meer supporter dan voorzitter. Dat is misschien niet zo slim, maar als ik daar 9000 of 10.000 Gentenaars ‘Buffalo, Buffalo’ hoor roepen, krijg ik vochtige ogen. En wat ook een beetje speelt: voorzitter zijn van een eersteklasseclub geeft toch een beetje aanzien, denk je dan.

“Ik heb hard gewerkt en veel gerealiseerd. Daar ben ik trots op. Ik ben ook trots op mijn familie en zeer trots op mijn kleinkinderen en op de kinderen van Bernadette. De grootste tegenslag in mijn leven was ongetwijfeld haar overlijden. Telkens als we hier samenkomen, is er wel een van de kinderen die over haar begint. We komen bijeen met Pasen, met Nieuwjaar en op de 15de augustus. Dan is het hier altijd volle bak. Ik ben vorige week nog naar Londen geweest, naar haar zoon die daar werkt. Ik vertrek binnenkort naar Dubai waar haar andere zoon werkt. Ik heb ook een eigendom in Spanje en daar gaan we morgen naartoe. Ik kom al 25 jaar in Spanje, in Marbella. We hebben daar een prachtige villa met zwembad. Die zit in een Spaanse dochtervennootschap van Assart.

“Op mijn ouderdom is vriendschap een van de belangrijkste zaken. Maar echte vrienden zijn er niet veel. Die kan je op de vingers van een hand tellen. Ik ben 85, maar godzijdank mankeer ik niets. Ik ben alert en fysisch nog goed. Behalve hier ( wijst op zijn linkerduim) een beetje. Mijn echtgenote zegt dat het van geld te tellen is ( grijnst). Maar dat is niet waar, want ik tel rechts.

“Ik zwem elke dag een kwartier, 20 minuten. En ik rijd met de fiets. Ik ben wel tien kilo vermagerd. Ik ben naar de dokter geweest, maar naar het schijnt is dat gewoon de ouderdom. Dan heb je minder appetijt en eet je minder. Ook mijn echtgenote is 85. We zijn meer dan 60 jaar getrouwd. Ze verdient een decoratie, omdat ze het zo lang met mij heeft volgehouden.”

Epiloog

Van Milders leidt ons na de fotosessie rond in de tuin. We stoppen bij een jonge plataan. “Toen we 50 jaar getrouwd waren, hebben we een groot feest gegeven. Bernadette heeft ons een klein boompje geschonken, omdat ze wist dat ik de tuin aan het aanleggen was. Dat is nu deze boom. ( met krop in de keel) Daar mogen ze nóóit aan snoeien.”

Door bert lauwers, fotografie jelle vermeersch

“Het was een grote misstap om mijn vertrouwen aan Van Hemele te geven”

“Het was altijd mijn droom om de tweeling, Luc en Bernadette, samen als opvolger te hebben”

“Mijn kinderen zijn mijn aandelen, de kleinkinderen mijn dividenden en mijn achterkleinkinderen mijn bonus”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content