‘Ik verkoop geen fondsen als reepjes chocolade’

Johan Hemelaere – komma – voorzitter van de raad van bestuur van vermogensbeheerder Horatius. Zo moet het op papier, en niet anders. Geen Babylonische spraakverwarring. Of, God beware, in één pot nat met de grootbankiers. “Door hen is een stuk van onze welvaart weg”, zucht Hemelaere.

The History of the Decline and Fall of the Roman Empire, door de Britse historicus Edward Gibbon neergepend in de 18e eeuw. Dat moeten we zeker eens lezen, zegt Johan Hemelaere. Dan weten we wat er ons de komende 100 jaar te wachten staat in Europa. “Elke cultuur kent een opgang, waarop onvermijdelijk een neergang volgt”, klinkt het filosofisch. Hemelaere is een beroepsmatige specialist in het vooruitkijken. “Ik zie dingen vóór andere mensen dat doen. Een bepaalde financiële strategie, of een opening op de markt. Meer gaven heb ik niet.” Over de toekomst van Europa – “het continent van de grijsaards” – is de Kortrijkzaan niet bepaald optimistisch. Over zijn beroep daarentegen, het beheren van grote patrimoniums, praat hij honderduit.

Hoe bent u op het idee gekomen om met vermogensbeheer te beginnen in België?

JOHAN HEMELAERE (HORATIUS). “Uit pure frustratie. In de jaren tachtig had ik een kleine erfenis gekregen, en ik wilde dat die wat geld opbracht – op een dynamische, moderne manier. Maar de banken wilden mij uitsluitend hun eigen producten verkopen. Kasbons, met name. Ik weigerde om mij daarbij neer te leggen, en ik ben toen opnieuw beginnen te studeren. Een opleiding in vermogensbeheer bestond natuurlijk niet, dus ik ging op prospectie naar Nederland. Sinds de Gouden Eeuw houden de Nederlanders er een rijke financiële expertise op na, terwijl de Belgen er in 1990 nog geen benul van hadden dat er zoiets bestond als aandelenmarkten.

“In Amsterdam kwam ik terecht bij de familie Stroeve, die een effectenbank runde. Zij deelden hun interne knowhow met mij, en daarnaast volgde ik korte seminaries over financiële analyse en portefeuillebeheer. Na drie jaar voelde ik mij klaar om in België met vermogensbeheer te beginnen.”

En? Hoe verliep dat?

HEMELAERE. “In het begin was het geen lachertje. Vlamingen zijn conservatief, en erg honkvast. Als een Vlaming aan z’n geld denkt, denkt hij aan z’n bankier. Toen ik probeerde uit te leggen dat ik het anders wilde aanpakken, klonk de reactie steevast: ‘Dat is niks voor ons hoor, meneer.’

“Het heeft zware inspanningen gevergd om Horatius levensvatbaar te maken. West-Vlaanderen is Brussel niet, om te beginnen. De lokale ondernemers waren niet geïnteresseerd in vermogensbeheer. Al hun geld zat in hun bedrijf. Ik heb het dus over een andere boeg moeten gooien. Ik ben me op de markt beginnen te profileren als de specialist in opties, een financieel instrument dat ik zeer goed had leren kennen in Amsterdam. In België was dat toen nog revolutionair.

“We vroegen aan de mensen of ze al eens nagedacht hadden over mogelijkheden om méér rendement te halen op hun spaarcenten dan met de klassieke kasbons. Zo ben ik moeten beginnen. Maar het bleef moeilijk. Begin jaren negentig, dat was de tijd van Jean-Pierre Van Rossem. In West-Vlaanderen werd ik voortdurend met hem geassocieerd. Iedereen vroeg wanneer ik nu mijn baard ging laten groeien, en of ik al met een Ferrari reed.”

Hoe slaagde u er uiteindelijk in om uw eerste klanten over de streep te trekken?

HEMELAERE. “Vóór ik met Horatius begon, had ik vijftien jaar lang bij Nootens in Brussel gewerkt, een distributeur van medische implantaten. Ik kende dus heel wat geneesheren-specialisten. Zonder hen had Horatius zich nooit kunnen ontplooien. Die mensen wisten wie ik was, en ze vertrouwden me. Bovendien hadden ze geen bedrijf waar ze al hun geld in moesten investeren. Ze hadden een appeltje voor de dorst, en ze vroegen zich af wat ze daarmee konden aanvangen. Zelf wilden ze er echter niet aan beginnen, dus ze vertrouwden me een hoeveelheid geld toe waarmee ik aan de slag kon. Zo ben ik gestart. Geleidelijk aan is Horatius volledig afgestapt van die handel in opties, en is onze focus op vermogensbeheer komen te liggen.”

Intussen is vermogensbeheer gemeengoed in België.

HEMELAERE.”Ik beschouw Horatius als de enige echte vermogensbeheerder in ons land, omdat we uitsluitend discretionair vermogensbeheer aanbieden. Dat betekent dat wij van elk van onze cliënten een mandaat krijgen om hun vermogen te beheren. De spelregels worden vastgelegd in een contract, zodat we goed weten wat we mogen doen en wat we moeten doen.

“Het is niet de bedoeling dat we voortdurend aangestuurd worden door onze cliënten. Nee, we werken op de lange termijn. Horatius zorgt ervoor dat elk vermogen op een rustige manier aangroeit, en we nemen zo weinig mogelijk risico’s. Kortom, Horatius speculeert niet, en we doen evenmin aan trading. Onze cliënten zijn mensen die geen zin en geen tijd hebben om hun vermogen te beheren, en het liever aan specialisten overlaten. Voor financiële doe-het-zelvers bestaan er andere spelers op de markt: vermogensbeheerders die vooral adviserend vermogensbeheer aanbieden. Daarbij ligt de finale beslissing – en dus ook de verantwoordelijkheid – bij de cliënt, en niet bij de vermogensbeheerder.”

Discretionair vermogensbeheer is daarmee toch niet noodzakelijk beter? Elke cliënt kiest voor de formule die het beste bij hem past.

HEMELAERE.”Discretionair vermogensbeheer is de moeilijkste weg, maar volgens mij is het de enige juiste manier om belangenconflicten te vermijden. Horatius is daar zeer consequent in. Potentiële cliënten die van ons andere dingen verwachten, verwijzen we door. Grootbanken doen dat niet. Ze willen van alles een graantje meepikken, dus ook van vermogensbeheer.”

Waarin schuilt dan dat belangenconflict?

HEMELAERE. “In de ene afdeling van een grootbank worden beleggingsfondsen gemaakt, die door een andere afdeling – zoals private banking – zo veel mogelijk moeten worden verkocht. Bankiers zijn dus productenverkopers, maar geen vermogensbeheerders. Het spijt me. Gebruikt u dus alstublieft de juiste termen, want op den duur wordt alles in één zak gestoken. Vermogensbeheerder, private banker, financial planner, noem maar op. De grootbanken houden die Babylonische spraakverwarring graag in stand. Dat geeft de indruk dat ze alles kunnen, en zo winnen ze klanten bij. Mijn mening is: als je alles doet, kun je in niks goed zijn.”

U moet dat zeggen, want de grootbanken zijn uw grootste concurrenten.

HEMELAERE.”Het klopt dat de Belgische grootbanken eind jaren negentig één na één het statuut van vermogensbeheerder hebben aangenomen. Maar ze deden dat niet om hun rijke cliënten te kunnen begeleiden. Integendeel, ze misbruikten hun nieuwe statuut om hun eigen fondsenindustrie uit de grond te kunnen stampen.

“Zelfs cliënten met grote vermogens kregen het beleggingsfonds van de maand door de strot geduwd. Over financiële strategieën werd daarbij niet gerept. Waar wel over onderhandeld werd, waren instapkosten en uitstapkosten. In godsnaam! Beleggingsfondsen werden verkocht als reepjes chocolade. Op alle mogelijke manieren verdienden de grootbanken er geld aan. Hun lokale agentschappen waren al lang geen dienstenbedrijven meer, maar verkoopmachines. Jackpots, noem ik dat.”

Waarom blijven zo veel Vlamingen dan verknocht aan hun grootbankier?

HEMELAERE.”Ik zei het al: Vlamingen zijn honkvast. Ze zijn als het ware getrouwd met hun bankier. Vroeger beschouwden de mensen hun bankier zelfs als hun god. Nu zeggen ze: ‘Als ik van die dievenbende verlost zou kunnen raken, dan graag. Maar ik kan jammer genoeg niet meer zonder.’

“Vlaanderen is sinds het uitbreken van de crisis gemiddeld 30 procent van zijn welvaart kwijt, en dat is de schuld van onze bankiers. Ik spreek hier niet over de Argenta’s en de VDK’s van deze wereld, maar over de grootbanken: KBC, Fortis, Dexia, en ING. Zulke bankiers zijn er niet voor hun cliënten. Integendeel, de cliënten zijn er voor hen, voor het management van de bank, en voor de aandeelhouders.”

De cliënten van Horatius moeten toch ook een stuk van hun vermogen in rook hebben zien opgaan, door de crisis?

HEMELAERE.”Toch niet. 2008 was natuurlijk geen goed jaar. Het gemiddelde rendement schommelde tussen -2,5 en +2,5 procent, terwijl we de jongste tien jaar een gemiddeld rendement haalden dat schommelde tussen 6 en 7 procent. Diepe putten heeft de crisis bij Horatius niet geslagen. We hebben de problemen op de aandelenmarkten op tijd zien aankomen, en we zijn er tijdig uitgestapt.”

Heel wat grootbanken – en vermogensbeheerders – zeggen nochtans dat de crisis onmogelijk te voorspellen viel.

HEMELAERE.”Iedereen wist dat de crisis eraan kwam. De temperatuurmeter op de financiële markten stond al in 2007 veel te hoog. Ervaren vermogensbeheerders wisten toen al hoe laat het was. Maar ja, je moet blijven dansen tot het licht uitgaat, nietwaar? Kassa-kassa voor de fondsenindustrie. Zij zitten bij de vetpotten, en ze eten het rendement op dat voor de cliënten bedoeld is. Tot het licht uitgaat.

“Ben ik dan een heilig man? Nee, ook ik wil vergoed worden voor de diensten die ik aanbied. Maar ik zeg op voorhand aan mijn cliënten dat ze moeten betalen als ze kwaliteit willen. De rest zegt dat het bij hen niks kost, maar ondertussen pakken ze het wel allemaal af. Dat is de grote hypocrisie in de financiële sector.”

Zal de nieuwe regelgeving die op komst is voor de financiële sector het tij kunnen keren?

HEMELAERE.”De grote financiële spelers zijn zelfs machtiger geworden dan de overheden. Ik geloof dus niet dat de financiële regelgevers erin zullen slagen om de banken voorschriften op te leggen die hun zullen verhinderen om te doen waar ze al jaren mee bezig zijn. Je kunt er niks tegen beginnen. De lobbymachines van de grootbanken zijn immens. De banken zijn de staat geworden.”

Is alle nieuwe regelgeving dan een maat voor niets?

HEMELAERE.”Op papier oogt het mooi allemaal. De Bazel II-richtlijnen bijvoorbeeld moesten er in het verleden voor zorgen dat alle banken voldoende grote kapitaalbuffers aanlegden. En toch zijn ze er via allerlei slinkse wegen in geslaagd om hefbomen te creëren van liefst 40 keer hun eigen vermogen. Als een kleine ondernemer zoiets zou doen, wordt hij tot levenslange dwangarbeid veroordeeld. Stel dat ik morgen met diezelfde hefbomen begin te werken. Ik maak mijn cliënten warm om mij 100.000 euro in beheer te geven. Vervolgens zoek ik allerlei mogelijkheden om kredieten te krijgen, met weet ik veel welke onderpanden, zodat ik van die 100.000 euro vier miljoen kan maken. Ik zou het eens moeten proberen!

“De grootbanken hebben een loopje genomen met alle normale menselijke waarden. Zij zijn er de oorzaak van dat de top van onze welvaart voorbij is. We moeten generaties lang werken om al de schulden terug te betalen die de banken hebben gemaakt. Belastingverhogingen zullen schering en inslag zijn de komende jaren. Al die schulden kunnen namelijk niet geabsorbeerd worden door een economie die niet groeit. De overheden zijn daar nu evenmin nog toe in staat. Dus wat brengt de toekomst, naast belastingverhogingen? Een torenhoge inflatie, en competitieve muntdevaluaties van de euro en de dollar tegenover Aziatische munten als de Chinese yuan en de Indiase roepie.”

Ik zou willen eindigen met een positieve noot.

HEMELAERE.”Ik bén positief. Crisissen bieden kansen voor Horatius, en dus ook voor onze cliënten. Er zijn oplossingen, maar die zijn enkel weggelegd voor de happy few.”

Door celine de coster, fotografie jelle vermeersch

“Bankiers zijn productenverkopers, maar geen vermogensbeheerders” Johan Hemelaere

“Vlaanderen is sinds het uitbreken van de crisis gemiddeld 30 procent van zijn welvaart kwijt, en dat is de schuld van onze bankiers” Johan Hemelaere

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content