‘Ik moet mijn weekend verdienen’

TESSA KERRE "Het leek wel alsof ik ooit eens tegen die muur moest botsen. Omdat ik niet aanvaardde dat ook ik een grens heb." © CHRISTOPHE KETELS

“‘Welke balans?’ Ik antwoord het standaard als iemand vraagt naar mijn work-lifebalance. Een evenwicht is er in mijn baan of leven niet echt. Ik slaag er wel in me zo nu en dan te ontspannen, maar de wolk van alles wat er nog moet gebeuren, blijft rondom me hangen. Die wolk is niet automatisch donker, maar ze is er wel altijd. Ook door hoe ik zelf ben ingesteld. Ik vind bijvoorbeeld dat ik een weekend moet verdienen. En de weekdagen waarop ik heb gewerkt, tellen niet mee voor die berekening. Het liefst begin ik zaterdag en zondag dus met werk. Daarna mag ik worden beloond met ontspanning. Doe ik het niet in die volgorde, of heb ik niet minstens een plan voor hoe ik het werk daarna wil aanpakken, dan kom ik niet echt tot rust. En als dat overdag dan toch zou lukken, dan zou mijn geweten ‘s nachts wel opspelen.

“Ik leg dat ritme uiteraard aan niemand anders op dan aan mezelf, maar ik besef heel goed dat ik een rolmodel ben en dat mijn voorbeeld gevaarlijk kan zijn. Ik ben mentor van verschillende studenten en jonge collega’s, en ik weet dat ik door mijn lange dagen in het ziekenhuis – en vaak daarna ook thuis – de indruk kan wekken dat ik van hen hetzelfde verwacht. Ik benadruk dus echt dat het mijn keuze is. Iedereen moet zijn eigen keuzes maken. Zelf heb ik het nodig om én arts te zijn én onderzoek te doen én doctoraatsstudenten te begeleiden én les te geven én masterproeven te begeleiden én boeken te schrijven én voordrachten te geven. Dat brede palet helpt me om de frustraties over de patiënten die we verliezen op te vangen. En de studenten en jonge collega’s houden me jong en scherp.”

Signalen aanvaarden

“Al ben ik wel onderuitgegaan, bijna drie jaar geleden nu. Ik had toen een extra, vrij grote taak op mij genomen voor de faculteit, rond maatschappelijke dienstverlening. Ik had die beslissing nochtans goed overdacht voor ik toezegde en ter voorbereiding enkele andere, goedlopende zaken uit handen gegeven. Ik was dus al heel trots op mezelf, maar het was niet genoeg. Het leek wel alsof het gewoon ooit moest gebeuren, alsof ik ooit eens tegen die muur moest botsen. Mijn echtgenoot was me al jaren aan het waarschuwen dat het zo zou gaan. Omdat ik niet aanvaardde dat ook ik een grens heb.

“Het klinkt misschien vreemd, maar ik ben heel dankbaar dat ik dezelfde persoon ben gebleven. Ik was bang mijn passie, mijn gedrevenheid en mijn tomeloze energie te verliezen. Dat is niet gebeurd, maar mijn lichaam geeft me sindsdien op tijd en stond signalen. Die kan ik nu wel aanvaarden. Ik zeg nog altijd heel veel ja, maar bij elke vraag die ik krijg, stel ik me wel de vraag of het mijn verantwoordelijkheid is, of iemand anders het zou kunnen doen, en of het in mijn planning past.”

Gaatjes vullen

“Voorheen deed ik ook altijd twee dingen tegelijk, en het liefst drie zelfs. Uitsluitend een vergadering bijwonen? Dat kon toen niet. Ondertussen moest ik minstens mijn e-mails bijwerken. Wachten op een lift? Die paar minuten moest ik ook nuttig besteden, met een telefoontje of een mail. Alle gaatjes vulde ik met werk. Dat was zelfs zo tijdens mijn zwangerschapsverlof, dat ik bovendien vroeger heb beëindigd. Ik heb dus echt moeten leren om tot rust te komen. Mijn tomatenplanten helpen me daarbij. Die verschroeien als ze geen water krijgen en geven geen mooie vruchten als ze niet worden geluisd. Dus trek ik na een werkdag meteen naar onze oude stadsserre, al is het maar voor een kwartier. Daar vind ik instant ontspanning en tank ik energie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content