‘Ik maak me zorgen om België, niet om Balta’

De West-Vlaamse vloerbekledingsgroep Balta viert dit jaar zijn 50-jarige jubileum. Dat er reden tot vieren is, heeft de groep grotendeels te danken aan oudgediende Hendrik Deruyck.

Een krantenbericht dat de Britse durfkapitaalgroep Doughty Hanson Balta weldra zou verkopen, heeft heel wat kwaad bloed gezet in de hoofdzetel in Sint-Baafs-Vijve. Een verkoop is onvermijdelijk, maar nu niet aan de orde en zinloos, meent CEO Hendrik Deruyck. Zijn werk is naar eigen zeggen nog niet af, hoewel hij sinds zijn aantreden in oktober 2012 als een wervelwind door het bedrijf is gegaan.

Deruyck herschikte en trimde de Belgische activiteiten, terwijl hij die in Turkije uitbouwde. Hij zette het mes in de kosten, en reduceerde zijn directiecomité van tien tot vier. Om het goede voorbeeld te geven, klinkt het. “Zoals ze in Oostende zeggen: ‘De vis begint te rotten aan de kop’. In een bedrijf is dat ook zo”, zegt de Izegemnaar, die Balta kent als zijn broekzak.

Deruyck was eerder een kwarteeuw aan de slag bij de Europese marktleider in tapijt. Tot hij er in 2001 uitgeput vertrok. Hij kocht zich eerst in bij de beddenspecialist Jaritex en werkte nadien als zelfstandig consultant, voor hij eind 2012 werd gevraagd terug te keren als CEO. Filip Balcaen, de zoon van stichter Paul Balcaen, had in 2004 een meerderheidsbelang in Balta verkocht aan Doughty Hanson. Voor Deruycks terugkeer, had Balta drie CEO’s versleten. “Vijf voor twaalf was het niet, maar toch al zeker half twaalf”, zegt Deruyck over het Balta dat hij ruim een jaar geleden aantrof.

De TEW’er heeft intussen de schuldenlast afgebouwd en Balta uit de rode cijfers getrokken. “We zijn nu safe”, meent Deruyck. “De banken hebben weer vertrouwen in ons. Ze zien dat er resultaten zijn. Ik heb gedaan wat ik beloofd heb. Banken moeten nooit vrienden zijn, maar ze zijn coöperatief. Dit jaar moeten we wel opnieuw resultaten leveren. We hebben een stijging van 12 procent van de bedrijfskasstroom gebudgetteerd. Al zal dat niet eenvoudig zijn.”

“We hebben wel ons kroonjuweel Balterio moeten verkopen”, aldus Deruyck. We hadden de cash nodig en ik had een koper, Filip Balcaen. En we hebben er een dikke prijs voor gekregen. Dat heeft ons lucht gegeven, zodat de banken ons niet het mes op de keel zetten.” Reden te meer om op 21 juni de vijftigste verjaardag te vieren. Al plaatsen velen vraagtekens bij de snelle aanwas van het aantal werknemers in Turkije. Sinds 2012 is dat aantal gestegen van 167 naar bijna 500, terwijl het aantal in België netto met 47 zakte tot 2680. “Maar we zijn nog altijd een van de grootste werkgevers in West-Vlaanderen”, stelt Deruyck. “Niet dat dat belang heeft. Ik wil de beste zijn.”

Zal Balta de activiteiten in België nog afbouwen?

HENDRIK DERUYCK. “Het laatste dat we willen, is vertrekken. Ik ben fier hier in West-Vlaanderen aanwezig te zijn, maar de regering moet wel beseffen dat het er voor België niet goed uitziet. Ik maak me zorgen om België, niet om Balta. België staat voor 1 procent van de omzet. Wij hebben dan nog een product dat transporteerbaar is. Een container naar Australië sturen, kost maar evenveel als een container naar Firenze.

“Door de loonhandicap gaat nu eenmaal alles wat arbeidsintensief is naar Turkije. De loonkosten zijn er maar een zesde van de Belgische. Het was eerst een vijfde, maar de Turkse lira is ook nog eens gedevalueerd. Dat moet een wake-upcall zijn voor onze regering. Ik ga nooit aan politiek doen, maar wel aan bedrijfspolitiek. Die wordt beïnvloed door landelijke politiek. En er gebeurt niets. John Kenneth Galbraith had het over those who don’t know, and those who don’t know they don’t know. Er zijn er veel van die laatste soort in Brussel. Ze zitten te palaveren over onze economie, maar hebben nog nooit een bedrijf geleid.

“Ik heb trouwens ook het verschil met Nederland laten berekenen, waar we ook concurrenten hebben. Die loonhandicap bedraagt 12 procent. Wat is de bedreiging? Dat ik nog verder richting Turkije gedwongen word. Ik heb daar nog genoeg grond. En zoveel werknemers als ik wil.

“Nu, we hebben alleen al door het pond vorig jaar 4 miljoen euro verloren. Ik zou dus veel meer geholpen zijn met een zwakkere euro. En natuurlijk met een regering die industrievriendelijk is. Die zou via de banken misschien een betere sfeer creëren.”

Hoe is vorig jaar verlopen?

DERUYCK. “We hebben defensief gewerkt: we hebben de laminaatfabrikant Balterio en de vezelproducent Exelto verkocht, en 72 miljoen euro cash ontvangen. Dat heeft ons de nodige ademruimte gegeven. De schuldpositie is nu goed. We hebben een leverageratio (nettoschuld versus bedrijfscashflow) van 2,5. Als je onder 3 zakt, zit je volgens de banken goed. Toen ik in 2012 begon, bedroeg de schuld 202 miljoen euro. Nu is dat 132 miljoen.”

Wat schortte er aan Balta?

DERUYCK. “Het was de weg kwijt. Er waren te veel overheadkosten, beslissingen werden te laat genomen. Mensen zaten te veel in vergaderingen in plaats van iedere dag een beetje beter te willen zijn. Er heerste meer een debatcultuur en iedereen werd gebombardeerd met mails. Maar na zes maanden was de oude sfeer terug.

“Er zaten tien mensen in het directiecomité. Nu zijn er naast mezelf en financieel directeur Carl Verstraelen alleen nog Marc Dessein, die karpetten doet, en Philippe Hamers, die de divisie residentiële vloerbekleding en de tegelafdeling leidt. We hebben een heel niveau weggesnoeid. Je kunt niet geloven wat voor een boost dat geeft aan de mensen die eronder zitten. Die krijgen de kans te bewijzen hoe goed ze zijn.

“In vast tapijt hadden we drie merken, Balta, ITC en Domo. Domo bestaat intussen niet meer als merk, omdat we daarmee contractueel niet meer verder mochten gaan. Nu zijn er enkel nog Balta en ITC. Balta is polypropyleen, en ITC is polyamide. Die structuur is eenvoudig en duidelijk, vooral voor de klanten. Ik heb ook een poolconcept voor onze fabrieken uitgewerkt, waardoor een aantal mensen moest verkassen van Oudenaarde naar Sint-Baafs-Vijve, 30 kilometer verderop. De meesten zijn gekomen, maar in het begin was dat lastig. Het is toch schrijnend dat mensen daar al een probleem van maken.”

Wat moet nog gebeuren?

DERUYCK. “Aan de reorganisatie van vast tapijt hebben we nog zeker een jaar werk. We moesten van drie naar twee fabrieken gaan. Bovendien had ITC een groot probleem. De omzet daalde vorig jaar met 16 procent. ITC gebruikt draden van polyamide, dat een pak duurder is dan polypropyleen, maar beter zijn kleur houdt en daarom vooral wordt gebruikt in hotels en kantoren. Er was een shift in de bestedingen van consumenten. Die wilden minder uitgeven aan tapijt en kozen dus eerder het goedkopere polypropyleen. ITC heeft die shift te laat gezien. Ik heb de plant manager en de chef van creatie vervangen.

“Dit jaar reorganiseren we voort in Oudenaarde en gaat Sint-Niklaas dicht. Dat laatste is een magazijn dat we huren van Domo en dat 2 miljoen euro kost. We weten goed wat we willen.”

Kunnen overnames?

DERUYCK. “We zouden dat kunnen. De banken hebben geld, maar geen projecten. Ze vragen niet liever dan dat bedrijven projecten opzetten. Maar zo’n bank zal niet zeggen ‘hier is 50 miljoen euro’. We hebben al een hypotheek op de gebouwen. Maar er is dus vertrouwen herwonnen. Als er zoals vroeger een staatswaarborg of Vlaamse waarborg mogelijk zou zijn voor een deel van de leningen, zal je meteen een pak nieuwe projecten zien.”

U hebt de handen volledig vrij?

DERUYCK. “Niet volledig. Ik zie de mensen van Doughty Hanson om de veertien dagen. Mensen hadden me wel wat gewaarschuwd, maar ik heb geen enkel probleem gehad. Doughty steunt bijvoorbeeld toch het investeringsplan van 100 miljoen euro over drie jaar, waarvan een kwart in Turkije. Ik ben de lijm tussen de aandeelhouders.”

U hebt zelf gezegd dat Balta mogelijk in 2015 van eigenaar verandert. Dat is al snel.

DERUYCK. “Dat is pas over twee jaar. De korte termijn is zes maanden, de lange twee jaar. Ik pin me niet vast op een datum, maar het zal ook geen vijf jaar meer duren. Doughty Hanson is al tien jaar aandeelhouder. Voor private equity is dat abnormaal lang.”

Wie kan Balta kopen?

DERUYCK. “Olifanten paren met olifanten, dus zal het ook een olifant worden. Mohawk of Shaw Industries bijvoorbeeld, de twee grote Amerikaanse spelers. In Azië zijn er ook enkele.”

Wat gaat u doen na de verkoop?

DERUYCK. “Ik zou graag blijven als bestuurder, niet meer als CEO. Dat vergt te veel van mijn energie. Maar we hebben in de organisatie mensen die CEO of co-CEO kunnen worden. De koper zal bepalen wat er gebeurt, maar de onderbouw zal er zijn, met een slanke organisatie. Het kriebelt trouwens af en toe om weer een keer de wereld in te trekken.”

Waarom slaagt u hier, waar uw voorgangers faalden?

DERUYCK. “Je moet een tapijtenman zijn om dit te doen. Je moet tapijt in de buik hebben. Ik heb ook een bepaalde stijl, die in andere firma’s niet zou passen, maar die perfect past bij tapijten. Mijn voorgangers hadden een andere stijl. Zijn ze daarom slecht? Neen.”

Kunt u die stijl een beetje omschrijven?

DERUYCK. “De typisch West-Vlaamse no-nonsensestijl die gericht is op teamwork, en met bescheidenheid, er niet uitspringen. Ik heb dat meegekregen van Paul Balcaen.”

Hij was uw mentor?

DERUYCK. “Ja. Daarom heb ik ook niet getwijfeld toen Filip mij belde. Ik wou dit doen voor de familie Balcaen, en voor de mensen hier.”

BERT LAUWERS, FOTOGRAFIE THOMAS SWEERTVAEGHER

“De regering moet beseffen dat het er voor België niet goed uitziet”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content