‘Ik ben voor velen nog altijd de grote dommerik’
Yvan Vindevogel en Vemedia. Het doet amper een belletje rinkelen. Marc Coucke en Omega Pharma doen dat des te meer. Nochtans zette Vindevogel Omega Pharma op poten. Nadien liet hij zich door Coucke uitkopen en dat achtervolgt hem nog altijd.
Vindevogel startte Omega Pharma in 1987 op en verdween in 1994, maar hij heeft intussen zijn eigen succesverhaal te vertellen. En nog wel over een sectorgenoot van Omega Pharma. Al is dat businessavontuur grotendeels onder het radarscherm van het brede publiek gebleven.
Een eerste poging om als ondernemer weer aan te knopen met zijn verleden in de sector van voorschriftvrije farmaceutische producten (OTC) strandde nog omdat durfkapitaalgroepen als gevolg van de dotcomcrisis afhaakten. Maar sinds Vindevogel met eigen centen het Nederlandse OTC-bedrijf Vemedia kocht van het Belgische Solvay en daarop zijn mede-investeerders uitkocht, zit hij op het juiste spoor. Van harte is het hoegenaamd niet, maar voor één keer wil hij zijn verhaal over het ontstaan van Omega Pharma wel brengen. Dat het ooit tot een breuk met Coucke moest komen, wordt snel duidelijk. Twee hanen op één erf geeft altijd problemen.
“Toen ik in 1986 afstudeerde als apotheker, ben ik shampoos beginnen te ontwikkelen. Die verkocht ik in bulk aan apothekers. Samen met de Harelbeekse apotheker Frank De Geyter besloot ik om in juni 1987 Omega Pharma op te richten. Ik zat ondertussen in het leger, maar heb Uvesol ontwikkeld, een product voor de zonnebank. Daaruit kwamen ook de gelaats- en huidverzorgingsproducten Bodysol voort.”
“De laatste drie maanden van mijn legerdienst waren de eerste van Marc Coucke. Wij waren de apothekers van dienst in het militair hospitaal in Oostende. Hij had wat ik op dat moment niet had, de commerciële spirit. Als je hem één ding moet nageven, is het dat hij een ongelofelijk opportunistische commerciële flair heeft.”
“Op zeker moment zei de vrouw van Frank dat hij te veel werk had met Omega Pharma, en zijn apotheek en een plantaardig kalmeermiddel dat hij ontwikkeld had. En Frank, die helaas onlangs is overleden, was weg. Toen heb ik Marc met moeite kunnen overtuigen om in Omega Pharma te stappen, want hij ging na zijn legerdienst nog een jaar Vlerick doen. Nadien wou hij gaan werken bij Unilever of Procter & Gamble.”
“Het schijnt dat ik nogal kan overtuigen. (wendt zich tot zijn financieel directeur Jean-Yves De Vel) Jij zegt ook altijd ‘je hebt het weer geflikt’. Blijkbaar kan ik mijn project heel goed overbrengen. Dat enthousiasme van ‘we gaan ervoor’.”
“Marc deed dus inderdaad na zijn legerdienst Vlerick. Pas in 1990 is hij echt bij Omega Pharma betrokken geraakt. Ik heb in totaal bijna drie jaar alleen aan de kar moeten trekken en die business alleen gerund. En toch geen frank verlies geleden.”
“De goegemeente weet dat hij de bigshot is, en laat hem dat maar zijn. Ik voel me heel gemakkelijk en comfortabel in mijn situatie. Ik wil helemaal geen BV worden. Ik vind ook dat je Marc moet sparen. Hij heeft enorm veel merites. We waren een superteam. Ik ben nadien niemand meer tegengekomen waarmee ik zakelijk zo’n tandem kon vormen.”
TRENDS. Waarom bent u dan in 1994 uit Omega Pharma gestapt?
YVAN VINDEVOGEL (CEO VEMEDIA). ” The big question.(lacht) We hadden een bod gekregen van OPG, de grootste Nederlandse farmagroothandel. OPG wou toen alle groothandels in België overnemen en wij zouden de industriële activiteiten van OPG in België leiden. Dat was voor Omega Pharma strategisch een geweldige opportuniteit. Wij waren dé mannen geweest. Maar de voorzitter van OPG heeft dan nog iets van de prijs willen afdoen, net voor het getekend zou worden. Marc vond dat ongehoord, en zei ‘ I don’t do it, wat denken die Nederlanders wel?’
“Voor het eerst zaten Marc en ik op een ander spoor. En het leidde ertoe dat ofwel ik hem zou uitkopen, ofwel hij mij. Waren we samengebleven, dan was het ten koste van Omega Pharma. Soms is het nodig dat er één kapitein is op het schip, zodat die zijn koers kan varen.
“Ik ben voor veel mensen nog altijd de grote dommerik. Onvoorstelbaar hoe vaak ik de vraag krijg waarom ik heb verkocht. Gisteren in Israël nog. Ik zeg ‘ never look back’. Denk niet aan het verleden. Uiteraard heb ik geen spijt van de situatie nu. We zitten alle twee goed, en we hebben alles wat we moeten hebben. En we zijn gezond.
“Niemand kon toen ook voorspellen dat Omega Pharma zo zou groeien, gedreven door de beurs, en dat zal ook nooit meer gebeuren. Die waardering was toen ook irrationeel.”
Maar na uw vertrek hebt u het er toch lastig mee gehad?
VINDEVOGEL. ” (denkt na, blaast) Er is altijd wel spijt omdat je jouw baby afgeeft. Maar ik zie het zeker niet als een gemiste kans. Er liggen 100.000 kansen voor het rapen. Al verlies ik vandaag alles, morgen sta ik er weer. Maar je moet wel overtuigd zijn van je kunnen en dat van je mensen. En daarom draag ik nog altijd die financiële last omdat ik de anderen heb uitgekocht, met zeer veel plezier. Omdat ik weet dat het mij gaat lukken. Als je die overtuiging niet hebt, moet je er ook niet aan beginnen, dan ben je ook geen ondernemer.”
Hoe is uw relatie nu?
VINDEVOGEL. “We zien elkaar nog af en toe. We zijn concullega’s. We zijn nooit samen op vakantie geweest, maar zakelijk was er een 300 procent fit. Achteraf realiseer je je pas dat dit redelijk exceptioneel was.”
U hebt 2,5 miljoen euro ontvangen voor uw aandelen?
VINDEVOGEL. “De afspraak was dat het een multiple zou zijn van wat Omega Pharma de daaropvolgende drie jaar zou realiseren. Het was iets meer dan dat.”
Na afloop van een niet-concurrentiebeding van vijf jaar kwam u weer boven water bij Agys Pharma, dat een samenwerkingsakkoord sloot met Omega Pharma. Wat deed u daarvoor?
VINDEVOGEL. “Ik heb toen hier en daar een beetje geïnvesteerd. Maar eigenlijk niet veel.
“Ik heb Agys opgestart met de inbreng van GIMV, Sofinim, Creafund, TrustCapital en Mercator & Noordstar. Maar in de dotcomcrisis hadden al die spelers hopen geld verloren en plots kregen we van Mercator geen geld meer. En dat terwijl we op het punt stonden een grote tv-campagne te lanceren in Spanje. Ongehoord. Zonder eieren te breken, kan je geen omelet bakken. Ik heb dan naar Marc gebeld en die heeft Agys gekocht. En een ezel stoot zich geen drie keer aan dezelfde steen. Ik wou geen venture capitalists meer mee in het bad trekken, hoewel ze nog wel geïnteresseerd waren.”
Wat hebt u geleerd van Coucke? Strategische visie? Commerciële agressiviteit?
VINDEVOGEL. ” (lacht) Strategische visie niet. Bij Omega Pharma was ik diegene die de visie had. Marc richtte zich eerder op de korte termijn. Hij zorgde ervoor dat de boel bleef draaien, dat het geld binnenkwam. Ik was degene die de grote contracten aantrok. (denkt na) Commercieel misschien. Ik ben nooit een goede verkoper geweest. Marc wel, een topverkoper. De meer commerciële aanpak van de apotheken, dat probeer ik hier ook met mate toe te passen.”
En lef?
VINDEVOGEL. “Dat zou ik niet zeggen. Ik was de lefgozer. Marc zei geregeld ‘met wat ben je nu weer bezig?'”
Hoe kijkt u nu terug op de beginjaren bij Omega Pharma?
VINDEVOGEL. “Met plezier. De beginjaren waren ongelofelijk. We zouden meer jongeren moeten stimuleren om hetzelfde mee te maken. Dat probeer ik ook te doen. Ik heb er hier enkele binnengehaald die mislukt waren met hun product. Ze kunnen hier de stiel leren.
“Ik ben eens naar jonge ondernemers Leuven geweest. Daar was amper 20 man, op duizenden studenten. Ik was ongelofelijk ontgoocheld. Ze hebben blijkbaar schrik, geen lef. Wie echt ondernemersbloed heeft, heeft geen schrik.”
Stoort het dat u weinig erkenning krijgt voor wat u bij Omega Pharma in gang hebt gezet?
VINDEVOGEL. “Laat maar zijn. Ik ben een West-Vlaming. Daar zeggen ze ‘doe maar stil voort’.”
Vindevogel kocht Vemedia in 2002, samen met de Vlaamse investeerder Paul Van den Heuvel en Nico Alberts, toen algemeen directeur van Vemedia. Vindevogel en Van den Heuvel hadden elk 46 procent van de aandelen, Alberts de overige 8 procent. Alleen had Van den Heuvel minder oog voor groei dan voor de dividenden, zegt Vindevogel. “Ik had een groeiproject en dat werd door mijn vennoot afgeremd. Daarom heb ik de anderen uitgekocht. Ik heb heel diep in de buidel moeten tasten. Maar het was de juiste beslissing.”
Vindevogel omringde zich snel met ervaren managers, zoals operationeel directeur Rob Drenth. Die was eerder vicepresident bij Sara Lee. De Vel was directeur corporate finance en verantwoordelijk voor fusies en overnames bij PricewaterhouseCoopers. “Toen ik hen aanwierf, waren ze eigenlijk – hoe zeg je dat – overgekwalificeerd. En overpaid(schatert). Grapje. Het was de slimste investering die ik kon doen.” Alberts vervolledigde als business development manager het directiecomité.
Vanaf eind 2005, nadat hij zijn vennoten had uitgekocht, ging Vindevogel op het overnamepad. Vooral het Nederlandse Viatris was een voltreffer omdat Vindevogel zo het gereputeerde vitaminemerk Dagravit verwierf. Later ging hij weer shoppen bij Solvay en kocht hij de rechten op het succesvolle antistress-middel Valdispert.
Daarnaast ontwikkelt Vemedia ook eigen producten in zijn labo’s in Diemen nabij Amsterdam. Vorig jaar kwamen twaalf producten uit die pijplijn. Vemedia telt intussen 180 werknemers, waarvan 110 in Nederland. De omzet, vijf jaar geleden 15 miljoen euro, is vorig jaar met zo’n 10 procent gestegen tot bijna 55 miljoen. En waar afschrijvingen als gevolg van de overnames het nettoresultaat enkele jaren in het rood dreven, is de bottomline over 2010 volgens voorlopige cijfers opnieuw positief. Vemedia is intussen ook actief in Spanje, Italië en Portugal, en voert uit naar Brazilië, Zuid-Afrika en een handvol andere Europese landen.
Vindevogel controleert nog 65,8 procent van de aandelen. Nummer twee is Indufin met 10,4 procent. Het publiek, vooral apothekers en artsen maar ook personeel, heeft ruim 12 procent. Vemedia telt zo’n 500 aandeelhouders.”
Wat zijn de langetermijnambities?
VINDEVOGEL. “Groeien, groeien en groeien (lacht) en vooral ons amuseren. Ik heb in mijn hoofd altijd een langetermijnvisie, ingevuld met cijfers. Het businessplan dat ik vijf jaar geleden in mijn hoofd had, is in 2010 op een haar na uitgekomen.”
“Mijn gevoel zegt not even the sky is the limit, maar m’n verstand zegt dat je alles goed strategisch moet doordenken en dan cijfermatig moet onderbouwen. Ik zie de toekomst met vertrouwen tegemoet.”
BERT LAUWERS, FOTOGRAFIE JELLE VERMEERSCH
“Als je Marc Coucke één ding moet nageven, is het dat hij een ongelofelijk opportunistische commerciële flair heeft””Wie echt onder-nemersbloed heeft, heeft geen schrik”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier