‘Ik ben een van de oudste beren in de zoo’

Patrick Claerhout
Patrick Claerhout redacteur bij Trends

Eric Kleijnen (60), vanaf 1 juni de nieuwe CEO van Belfius Insurance, brengt een pak kennis en ervaring mee. Dertig jaar werkte hij voor AXA, lange tijd in België en de jongste zeven jaar in Griekenland. “Ik ben een van de oudste beren in de zoo”, zegt de oudgediende in de verzekeringssector.

Begin dit jaar vond bij Belfius een belangrijke stoelendans plaats. Marc Raisière volgde Jos Clijsters op als CEO van Belfius Bank. Clijsters schoof door naar de voorzittersfunctie, die tijdelijk waargenomen werd door Guy Quaden nadat Alfred Bouckaert begin 2013 zijn ontslag had ingediend.

Voor de opvolging van Raisière als CEO van de verzekeringstak Belfius Insurance was het wat langer wachten. Er leek zich geen witte raaf aan te dienen. Tot Belfius met oudgediende Eric Kleijnen (60) op de proppen kwam. Kleijnen is een goede kennis van Raisière en Bouckaert, met wie hij een gezamenlijk verleden bij de AXA-groep deelt.

Zwarte economie

Kleijnen leidde de voorbije zeven jaar AXA Griekenland en keert op 1 juni terug naar België om zijn nieuwe taak op te nemen. Iemand die in Griekenland een van de diepste crisissen van de voorbije decennia meemaakte, zal maar wat blij zijn om terug te keren naar ons land, denk je dan. Niets is minder waar. Kleijnen keert de Grieken met pijn in het hart de rug toe: “Ik ga een aantal personen missen. Mijn afscheid was emotioneel. Heel wat mensen waren in tranen. Dat is de mooiste beloning die je als manager kunt krijgen. Daar kan geen enkele gehaalde doelstelling of bonus tegenop.”

Zeven jaar Griekenland leerden Kleijnen heel veel over de Griekse mentaliteit, en die is niet zo slecht als wij in West-Europa weleens denken: “In Griekenland kunnen medewerkers tot een niveau van engagement gaan dat de affectie benadert. Ze doen het voor jou. Dat is een ongelooflijk gevoel, dat ik nooit eerder gekend heb. In West-Europa is respect wellicht het maximaal haalbare; in Zuid-Europa gaat de samenwerking verder en dieper.” Maar als we hem vragen of Griekenland er helemaal bovenop komt, is Eric Kleijnen realistisch: “Fundamenteel waarschijnlijk niet. Het begrotingstekort en de staatsschuld zijn symptomen van de Griekse problematiek. Het land boekt nu weer een primair overschot, maar dat danken ze niet aan de inning van meer inkomsten. Ze zijn er enkel in geslaagd de uitgaven op een vreselijke manier te verminderen. Ook de handelsbalans is verbeterd maar niet omdat Griekenland meer exporteert, wel omdat de import sterk gedaald is.”

Structureel is de Griekse economie zwak, concludeert Kleijnen: “Het is vooral een diensteneconomie. Er zijn heel wat investeringen in de industrie nodig om toegevoegde waarde te creëren en het levenspeil van de Grieken te financieren. Want dat was de kern van het probleem: er werd te weinig toegevoegde waarde gecreëerd om het welvaartsniveau van de Grieken te verklaren. In het verleden werd dat gat dichtgereden met Europees geld of leningen. Vandaag zie ik weinig appetijt om in het land te investeren. Bovendien is de zwarte economie, als gevolg van de crisis, nog gegroeid.”

Claude Bébéar

Eric Kleijnen werd in 1954 in Brussel geboren uit een Nederlandse vader en een Franstalige moeder. Hij werd in het Frans opgevoed, maar spreekt nagenoeg perfect Nederlands. Niets leek erop te wijzen dat hij een volbloed verzekeraar zou worden. Kleijnen droomde ervan astronomie te studeren, maar werd handelsingenieur aan de Solvay-school in Brussel. Na anderhalf jaar te hebben gewerkt als kredietanalist bij Morgan Guaranty Trust Cy of New York (het huidige Bank of NY Mellon), wilde hij samen met een familielid als zelfstandige aan de slag, maar dat ging uiteindelijk niet door.

“Mijn echtgenote studeerde nog, en dus was ik wanhopig op zoek naar een inkomen”, vertelt Kleijnen. “Mijn perceptie van een verzekeraar was verschrikkelijk. Ik had als student voor een marktonderzoek veel verzekeringsmaatschappijen bezocht en dat leek mij een vreselijk saaie en bureaucratische business.”

Willens nillens ging Eric Kleijnen aan de slag bij Assubel, en daar ontdekte hij dat verzekeringen zeer interessant kunnen zijn: “Verzekeren heeft alles te maken met het samenleven van mensen. In schade was elke claim een ander verhaal. Ik heb er heel veel mensenkennis opgedaan.”

In 1985 stapte Kleijnen over naar Drouot Verzekeringen, een Franse verzekeraar met een belangrijke activiteit in België. Drie jaar eerder was de Groupe Drouot overgenomen door de kleine maar zeer ambitieuze onderlinge verzekeraar Mutuelles Unies. Aan het hoofd van Mutuelles Unies stond ene Claude Bébéar. In 1985 bedacht Bébéar een nieuwe naam voor het fusiebedrijf Mutuelles Unies/Drouot: AXA.

“Drouot Verzekeringen was op dat moment naar schatting vijftig keer kleiner dan het huidige AXA België”, zegt Kleijnen om aan te geven welk een hoge vlucht het concern in dertig jaar tijd genomen heeft. “Ik heb het geluk gehad het AXA-verhaal van bij de start mee te maken en Claude Bébéar goed te leren kennen. Hij was een man met een heel sterke visie, die fantastisch met mensen kon omgaan. Hij bouwde sterke teams door mensen vertrouwen te geven. En hij had natuurlijk een geweldige neus voor overname-opportuniteiten. Hij durfde op een verstandige manier risico’s te nemen en had de overtuigingskracht to make things happen.”

Water en vuur

In die periode deed AXA overnames en fusies aan de lopende band; het concern groeide als kool. In België was het sluitstuk van de groeistrategie de overname van Royale Belge in 1995. “AXA en Royale Belge, dat was als water en vuur. Je zult niet gemakkelijk twee maatschappijen vinden met een zo verschillende bedrijfscultuur. Maar voor AXA was de overname een schot in de roos. Eigenlijk hebben de Fransen niets betaald voor Royale Belge. Het overschot aan technische reserves was groter dan wat AXA als overnameprijs op tafel legde.”

Kleijnen leidde op dat moment de schadetak van AXA België. “Ik was een zuivere verzekeringstechnicus, tot ik het voorstel kreeg om de distributie te leiden. Ongeveer in dezelfde periode kwam Freddy Bouckaert als CEO bij AXA België. Hij was een bankier, met een nieuwe visie op verzekeren. Tot dan hadden verzekeraars enkel aandacht voor hun passiva. Bouckaert richtte zijn blik op het beheer van de risico’s aan de activakant en op de distributie via een eigen bankkanaal. Dat heeft AXA België heel wat opgebracht.”

Tussen 1998 en 2005 vormden Kleijnen, Bouckaert en Raisière de kern van het directiecomité van AXA België. De drie stonden zowel professioneel als persoonlijk dicht bij elkaar. Kleijnen: “We zijn erin geslaagd de bedrijfscultuur van Royale Belge om te vormen — ook door afscheid te nemen van wie niet meestapte in het verhaal. De hervorming duurde enkele jaren maar de resultaten volgden, en dat vergemakkelijkte de omslag.”

Alles verkeerd

Pas in 2006 verliet Kleijnen als 52-jarige manager voor het eerst België. Rijkelijk laat om nog een carrière in het buitenland te starten? “Ik had de stap graag eerder gedaan”, geeft hij toe. “Maar de kans bood zich pas in 2006 aan, omdat AXA toen weer op het overnamepad was. Ik kreeg een lijst met landen waar acquisities gepland waren. (ironisch) Daar stonden zeer aantrekkelijke bestemmingen tussen, zoals Azerbeidzjan en Servië. En dat moest ik verkocht krijgen aan mijn echtgenote. Pfff. Gelukkig stond ook Griekenland op de lijst, en dus was onze keuze vrij snel gemaakt.”

Alleen liet de acquisitie die AXA er voor ogen had langer dan gepland op zich wachten. In afwachting van de afronding van de overname werd Kleijnen zelfs enkele maanden naar AXA Luxemburg gestuurd. Maar begin 2007 had hij genoeg van het wachten en trok hij op eigen houtje naar Athene. “Ik heb mijn koffers gepakt en mij naar Alpha Verzekeringen laten brengen (de verzekeringsdochter van de Griekse Alpha Bank, nvdr). Bij het onthaal heb ik gezegd dat ik de nieuwe baas was, ook al was de overname door AXA nog niet volledig rond. En ze hebben mij binnen gelaten. Gelukkig. Ze hadden evengoed de politie kunnen bellen. Ik ben in februari in Griekenland beginnen te werken, terwijl de acquisitie formeel pas einde maart is ondertekend.” Dergelijke toestanden kunnen enkel in Griekenland, beseft Kleijnen nu hij er zeven jaar achter de rug heeft. “Ik ben ernaar toe gegaan met het idee in een EU-lidstaat te werken, waar bepaalde zaken misschien wat losser aangepakt worden. Maar wat ik daar aantrof, kon ik niet geloven. Alle cijfers waren vervalst, de balansen klopten van geen kanten, de resultatenrekening werd gemanipuleerd. Controle was onbestaande. Alles zat verkeerd: de pricing, de provisies, alles en nog wat.”

Heel snel werd Kleijnen duidelijk dat hij in een andere wereld terechtgekomen was. “Ik was in een avontuur beland. Griekenland is misschien een land, maar zeker geen staat. Het sociaal samenleven respecteert er geen regels. Tezelfdertijd kun je van de mensen veel gedaan krijgen — als je hen op de juiste manier aanspreekt.”

Straight talk

Door zijn mensen mee te krijgen, kon Kleijnen AXA Griekenland uitbouwen. Met de nadruk op rendabiliteit. “In termen van rendabiliteit op economisch kapitaal haalde AXA Griekenland vorig jaar 25 procent nettorendement. Daarmee waren wij de op een na best presterende afdeling in de groep. (grappend) Als alle landen zo hadden gepresteerd, zou de beurskoers van AXA nu flink hoger staan.”

Strategisch koos Kleijnen ervoor om meer de klemtoon te leggen op schadeverzekeringen. “De verzekeringsmaatschappij had in het verleden vastgezeten aan Alpha Bank. De helft van de activiteiten waren levensverzekeringen, maar die brachten niets op. We zijn op het goede moment in autoverzekeringen kunnen stappen. Daarnaast hebben we heel veel op efficiëntie, bedrijfscultuur, inzet en performantie gewerkt. We hadden een programma voor straight talk, iets wat in Griekenland onbekend is: zeggen waar het op slaat. Grieken zijn het niet gewoon negatieve zaken uit te spreken.”

Ondanks de affiniteit met zijn mensen koos Kleijnen ervoor terug te keren naar België en de leiding over Belfius Insurance op te nemen: “De verzekeringstak van Belfius is altijd een heel degelijke onderneming met goede technische resultaten geweest. Belfius Insurance heeft bovendien nog een groot groeipotentieel, bijvoorbeeld in de publieke sector. Daar zijn de opportuniteiten voor cross selling nooit benut.”

Nauwer samenwerken

Kleijnen kijkt er erg naar uit om opnieuw te werken met enkele mensen die hij nog kent van bij AXA, onder andere Belfius-topman Marc Raisière. “Wij kennen elkaar zeer goed, we zijn verschillende persoonlijkheden maar we weten wat we aan elkaar hebben. Dat kan bepaalde strategische beslissingen vergemakkelijken. Marc en ik zijn doordrongen van de AXA-cultuur, wat betekent dat een statuut of een titel ons niet interesseert. Wij werken samen aan een project. Hij is mijn aandeelhouder, niet mijn baas. En ofwel slagen we tezamen ofwel mislukken we tezamen. That’s it.”

De strategie van Belfius bestaat erin, naast de andere kanalen zoals het DVV-net, de makelaars en Corona Direct, de bank en de verzekeringsmaatschappij nauwer te doen samenwerken. Op die manier moeten er aan de Belfius-bankklant meer verzekeringsproducten verkocht worden, vooral schadeverzekeringen. “Ik geloof sterk in het bank-verzekeraarmodel”, bevestigt Kleijnen. “Met AXA Bank hebben we in het verleden ook goede resultaten geboekt. Gemiddeld is de relatie van een klant met zijn bank sterker dan die met een makelaar. Ook de frequentie van contacten ligt hoger. De banken zijn bovendien in staat een totaaloplossing voor de klant uit te werken. En hoe meer producten een klant heeft, hoe loyaler hij is.”

PATRICK CLAERHOUT

“Griekenland is misschien een land, maar zeker geen staat”

“Marc Raisière is mijn aandeelhouder, niet mijn baas. En ofwel slagen we tezamen ofwel mislukken we tezamen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content