Ik begrijp het vlaamse ongeduld”

“Misschien moeten de Vlamingen wat meer tijd krijgen om te zien dat Wallonië verandert”, zegt Jean-Claude Marcourt (PS). Ook de Waalse minister van Economie en Werk vindt dat meer Walen in Vlaanderen moeten gaan werken. Hij legt er in een adem de nadruk op dat er al veel gebeurt.

Op 14 juli heeft de Vlaams-Waalse ministeriële conferentie plaats over interregionale werkgelegenheid. Een primeur. We gingen in Namen, de hoofdstad van Wallonië, op bezoek bij Jean-Claude Marcourt. Hij is er de socialistische minister van Economie, Werk, Buitenlandse Handel en Patrimonium. Marcourt is een politiek zwaargewicht in het zuiden van het land. Hij was Waals minister-president geworden, mocht partijvoorzitter Elio Di Rupo niet voor iemand buiten de Waalse regering hebben gekozen. Het werd Rudy Demotte, die steeds meer als de nieuwe sterke man van het Franstalige socialisme naar voren treedt.

JEAN-CLAUDE MARCOURT (WAALS MINISTER VAN ECONOMIE EN WERK). “We moeten de mensen ertoe aanzetten om in een andere regio te gaan werken. Ik ben Luikenaar en vroeger kwam dagelijks een bus van Ford Genk arbeiders ophalen en terugbrengen. Werken in Vlaanderen was een evidentie. Zoals velen uit Limburg in Wallonië kwamen werken. Vandaag is dat veel minder het geval.

“Ik ben trouwens een grote voorstander van een taalbad in het andere gewest. Tweetaligheid moet je zo snel mogelijk realiseren. Het Marshallplan (het jongste plan om de Waalse economie op te krikken) plaatst het Nederlands en het Duits vóór het Engels. En we geven onze leraren Nederlands de gelegenheid om een taalbad te nemen in Vlaanderen. We kunnen gewoon niet aan de vraag voldoen.”

Spreekt u Nederlands?

MARCOURT. “Ik spreek het slecht, maar ik versta het en lees dagelijks de Vlaamse pers. Als kabinetschef op federaal niveau tussen 1998 en 2004 had ik het Nederlands beter onder de knie. Het nam in de loop der jaren een steeds grotere plaats in op onze vergaderingen.”

Waalse werklozen vinden hun weg nog altijd niet naar taallessen Nederlands. Het zou hen nochtans helpen om aan werk te komen in Vlaanderen.

MARCOURT. “Je kunt niet zomaar zeggen: ‘Ga Nederlands leren’. Je schiet je doel voorbij als het een verplichting is waar de cursist tegen zijn zin naartoe moet. Het gaat niet op om te verklaren: ‘Ik heb vijftigduizend werknemers nodig. Dat ze maar beginnen’. (Marcourt hekelt daarmee de Vlaams minister-president Kris Peeters, nvdr. ) Je zegt ook niet tegen hoogspringster Tia Hellebaut: ‘Je bent over twee meter en drie geraakt, doe nu twee meter en tien’. Dat vraagt ontzettend veel inzet en training.

“Ik kies voor de weg van de overtuiging en voel me daarin gesterkt als ik het enthousiasme zie van de mensen die naar de Werkwinkels kwamen in Luik, Henegouwen en elders. Steeds meer mensen stappen mee in het verhaal. Maar dat vraagt tijd. Vlaanderen kan ons verwijten dat we te laat in gang zijn geschoten. Misschien is dat zo. Hoe dan ook, dat is geschiedenis. En ik kijk naar de toekomst.”

Begrijpt u het ongeduld van Vlaanderen? Er zijn zoveel werklozen aan de Franstalige kant van de taalgrens terwijl ze in Vlaanderen werk kunnen vinden.

MARCOURT. “Wallonië is honderd jaar, tussen 1850 en 1950, de motor geweest van de Belgische economie en van zijn welvaart. Het bruto regionaal product van Vlaanderen is sinds het midden van de jaren zestig groter dan het Waalse. We zijn er niet in geslaagd om samen die collectieve mutatie te begeleiden. Daarom zeg ik dat de regionalisering te laat is gekomen voor Wallonië.

“Er werken al 40.000 Walen in Vlaanderen. Meer dan er Vlamingen in Wallonië werken. Maar het klopt dat we de horizontale indeling van de werkgelegenheid, met de taalgrens als scheidingslijn, moeten vervangen door een verticale. Die moet het weer vanzelfsprekend maken om in een ander gewest te gaan werken. Het houdt me bezig dat er in de streek van Kortrijk meer Fransen werken dan Walen.”

“We moeten pragmatisch te werk gaan. Stap voor stap. Zij die op het aanbod ingaan, zullen een voorbeeldfunctie krijgen en velen zullen volgen. Samen met de Vlaamse minister van Werk, Frank Vandenbroucke (sp.a), ijveren we daar hard voor. De VDAB speelt jobaanbiedingen door en de Waalse tegenhanger Forem zoekt naar mensen die aan het profiel beantwoorden. De twee arbeidsbemiddelingsagentschappen hebben gemeenschappelijke vergaderingen om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. En ik heb de kantoren van de Forem langs de taalgrens bemand met tweetaligen.

“Weet u, Wallonië is een gewest dat de mensen altijd heeft verwelkomd en waar de verdraagzaamheid geen grenzen kent.”

De Vlamingen die ooit naar Wallonië verhuisden en zich daar moesten assimileren, hebben daar allicht anders over gedacht.

MARCOURT. “De Franstalige adel en burgerij hebben ook Wallonië cultureel gekoloniseerd in de negentiende eeuw. De elite sprak Frans en het volk zijn dialect. Bij ons slaagde die kolonisatie. In Vlaanderen niet.”

U bent een overtuigde regionalist. Het idee om het arbeidsmarktbeleid naar de gewesten over te hevelen, moet u als muziek in de oren klinken.

MARCOURT. “Ik ben voor een doorgedreven regionalisering. Waarschijnlijk meer dan mijn partij. Ik ben een voorstander van een groot communautair akkoord, maar blijf altijd binnen het Belgische kader. Meer regionalisering staat voor mij niet gelijk met I want my money back. De beweging moet de ontwikkeling van alle gewesten in België ten goede komen. Vlaanderen en Wallonië hebben meer ge-meenschappelijke belangen dan sommigen willen doen geloven. Neem bijvoorbeeld de hoogoven die open blijft in Luik. Dat betekent duizenden boten die de haven van Antwerpen aandoen.

“De Vlamingen mogen niet onderschatten dat de Franstaligen tot in hun diepste geraakt zijn omdat ze in de bevoegde kamercommissie hun meerderheid hebben gebruikt om de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde eenzijdig te splitsen. Die hypotheek moet worden gelicht. Eerste minister Yves Leterme (CD&V) moet het vertrouwen tussen de gemeenschappen herstellen.

“Er moet wederzijds respect bestaan. Het is toch vreemd dat er vanuit de Vlaamse regering kritiek komt omdat we Google naar Bergen konden halen. (Vlaams minister van Economie Patricia Ceysens hekelde dat Wallonië daar veel geld voor veil had, nvdr.) Het is een paradox. Vlaanderen zegt dat we meer moeten doen. En als dat gebeurt, krijgen we kritiek. Ik zal nooit kritiek uiten op een economisch succes van Vlaanderen. Het noorden van het land heeft baat bij een welvarend Wallonië. Het is toch ongelooflijk dat we soms gemakkelijker tot een akkoord komen met Singapore, India of de VS, dan met elkaar.

“Het Marshallplan wil onze economie verbeteren. We nemen het heft wel degelijk in handen en we willen de verandering bespoedigen. En om op de arbeidsmarkt terug te komen, vijftien jaar geleden vond een 45-jarige dat hij stilaan het einde van zijn beroepsloopbaan bereikte. Dat heeft de economie veel nadeel berokkend. De omslag moet er komen als diezelfde persoon overtuigd raakt dat hij pas halfweg is.”

U neemt deel aan de communautaire gesprekken. U zit in Brussel aan tafel als het over de bevoegdheden gaat en over de financieringswet. Hoe verloopt het daar?

MARCOURT. “BHV en de Brusselse Rand moeten een oplossing krijgen. Ze zijn nefast voor de verhouding tussen Vlamingen en Walen. En de Franstaligen begrijpen heus wel de vrees van de Vlamingen voor een nieuwe verfransingsgolf. Voor een nieuwe olievlek. Voor het knagen aan het Vlaamse grondgebied. De Walen zijn nooit op veroveringstocht gegaan. Ze begrijpen trouwens niets van die faciliteitenkwestie. Ze zijn niet bezig met BHV, wel met hun koopkracht.

“Een vergelijk is mogelijk als er politieke moed bestaat. Het compromis vergt hoe dan ook toegevingen aan beide kanten. Het is de prijs voor het behoud van de stabiliteit in het land. De Walen zijn daartoe bereid. Voor de Vlamingen ligt dat moeilijker dan voor ons en voor de Brusselaars.”

Omdat alle Franstalige politieke partijen mee in het communautaire bad zitten?

MARCOURT. “Inderdaad, maar ook omdat er in Vlaanderen een permanent communautair opbod bestaat. Het debat is er bitsiger. Onder meer omdat sommigen er een discours over Wallonië op na houden dat niet strookt met de werkelijkheid. Misschien hebben de Vlamingen meer tijd nodig om in te zien dat het hier aan het veranderen is.

“De waarde van arbeid wordt weer op het voorplan gebracht. Werk emancipeert en de arbeiders moeten worden verdedigd. Niemand anders dan de socialisten doet dat.”

Ex-topman Roger Mené van de UCM – de Franstalige Unizo – zegt dat hij de grootste verdediger is van de arbeiders omdat de zelfstandigen het meeste werken.

MARCOURT. “De PS komt ook op voor de rechten van de zelfstandigen. Veel kleine zelfstandigen lijden nog het meest onder de toestand van de samenleving. Wij werkten aan de verbetering van hun sociale zekerheid: hun pensioen en hun gezondheidszorg. Onze samenleving wordt steeds dualer. Arbeiders, bedienden, sommige zelfstandigen en kaderleden zitten aan de slechte kant.” (T)

Door Boudewijn Vanpeteghem, Fotografie Jelle Vermeersch

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content