IJsverkopers in beeld: ‘Het is een feelgoodjob’

© DEBBY TERMONIA

Weer of geen weer, de zomer is ijsjestijd. Gelukkig staat op elke Vlaamse straathoek wel een ijsventer klaar. “Wanneer iemand zegt: ‘Amai, meneer, zo’n ijsje heb ik in jaren niet meer gegeten’, dan weet ik dat we goed bezig zijn.”

‘Ik wil de mensen een ervaring geven’

Bart Nicolaï toert met El Cremito België rond. Zijn standplaats staat op zijn Facebook- en Instagram-pagina. Hij parkeert zijn aanhangwagentje en maakt fluitend het dekzeil op het dak van de kleine caravan los. “Als twintiger had ik een ijssalon op een vaste locatie. De zaak was erg succesvol, maar ik was nog niet klaar voor een leven als honkvaste zelfstandige. Na enkele jaren keihard werken heb ik ze verkocht en bouwde ik een oude lijnbus om tot een rijdend ijssalon. Ik toerde zelfs enkele maanden door Zuid-Europa. Het was de ideale manier om twee passies te combineren: reizen en zelfgemaakt schepijs verkopen. Maar de bus was een oldtimer en na enkele jaren doken technische problemen op. Ik heb hem verkocht. Weer in België kreeg ik het idee voor mijn El Cremito-wagentje.”

Na zeven dagen ben ik weer weg. Zo blijven mijn autootje én mijn ijs iets exclusiefs

Bart drukt op een knop. Op het dak van het aanhangwagentje vullen enkele reusachtige, felgekleurde bollen zich met lucht. “Ik heb dit karretje zelf ontworpen”, zegt Bart Nicolaï. “Daar is wat denkwerk en tijd aan te pas gekomen. Ik wilde mijn ijs ter plaatse kunnen maken. Wanneer je bij mij een ijsje koopt, is de kans groot dat het een uurtje daarvoor nog in de machine zat. Het smaakverschil met diepgevroren roomijs is enorm.”

“Behalve lekker ijs wil ik de mensen ook een ervaring meegeven. Iets dat een glimlach op hun gezicht tovert. Wanneer ik met dit reusachtige ijsje ergens neerstrijk, wil ik dezelfde verwondering opwekken als een circus of een kermisattractie. Na zeven dagen ben ik weer weg. Zo blijven mijn autootje én mijn ijs iets exclusiefs.” Wat is Barts favoriete ijsje? “Vanille. Ik houd niet van sauzen en dips. Ik steek zoveel passie en tijd in mijn ijs dat het zonde zou zijn de smaak ervan te verdoezelen.”

IJsverkopers in beeld: 'Het is een feelgoodjob'
© DEBBY TERMONIA

‘Ik ben bezeten door ijs en eenhoorns’

“Ik ben bezeten door ijs en eenhoorns”, vertelt Lize Peeters. “Toen ik vier jaar geleden mijn ijskarretje opende, wist ik dan ook meteen dat eenhoorns het grote thema zouden zijn.”

Ik ben nog nooit met tegenzin aan een werkdag begonnen

Lize Peeters baat in het centrum van Bierbeek het piepkleine ijskraampje Unicorno uit. “Ik droom al sinds mijn tienerjaren van een eigen ijsjeszaak. Het is een feelgoodjob. Het overgrote deel van mijn klanten zijn goedgehumeurde mensen of kinderen die likkebaardend naar mijn Eenhoorn-ijsjes kijken. Dat zijn zelfbedachte ijsjes met kleurrijke dips en toppings.”

Het ijswagentje van Lize Peeters is een foodtruck, maar ze verplaatst zich zelden. “Omdat ik nog geen rijbewijs heb, staat mijn karretje meestal bij mijn ouders in de voortuin. Een ideale standplaats, want in onze straat is er een school. Na het laatste belsignaal is het hier altijd aanschuiven. Dan is het wel handig dat mijn mama in de buurt is. Als de wachtrij te lang wordt, trekt ze haar schort aan en spring ze bij. Een standplaats dicht bij huis heeft nog voordelen. Wanneer een bepaalde ijssoort opraakt, kan ik snel in onze keuken de ijsmachine aanzetten. Zo blijft er in mijn diepvriezer meer plaats over voor andere smaken. En onze klanten krijgen zeker vers ijs.”

Bijna elke automobilist die passeert, toetert of wuift. “Ik heb heel wat vaste klanten. Dat doet deugd, want het is een teken dat ze onze ijsjes lekker vinden. Soms is er zelfs tijd voor een babbel. Dankzij deze baan heb ik al heel wat mensen leren kennen.”

Of Lize haar ijskraam ooit zou kunnen missen? “Ik ben nog nooit met tegenzin aan een werkdag begonnen. Ik probeer ook zo vaak mogelijk open te zijn. Vanaf de eerste zonnige dagen tot eind oktober ben ik paraat.”

IJsverkopers in beeld: 'Het is een feelgoodjob'
© DEBBY TERMONIA

‘IJswagentje met een Panamarenko-gevoel’

Het is druk in Leuven. Sommige voorbijgangers likken aan een ijsje van patisserie-chocolatier ZUUT. “Als patissier is het enorm verleidelijk ijsjes in je assortiment op te nemen. Op warme dagen snakken veel klanten naar verfrissing”, vertelt Pieter De Volder. “Dan kun je twee dingen doen: standaardijsjes verkopen, of dingen zoeken die aansluiten bij het verhaal dat je met je winkel wilt vertellen.”

Toen mijn dochter Stella geboren werd, ontwierp ik voor haar een nieuwe ijssmaak: stracciatella met een twist

Pieter De Volder en zijn collega David Van Acker staan bekend om hun authentieke aanpak. Die trekken ze door in hun roomijs. “Wij verkopen de klassiekers: vanille, banaan, koffie, framboos. Het grote verschil met veel andere ijsverkopers is dat wij geen kunstmatige smaak aan het roomijs toevoegen. Voor bananenijs gebruiken we echte bananen. Wanneer iemand zegt: ‘Amai, meneer, zo’n ijsje heb ik in jaren niet meer gegeten’, dan weet ik dat we goed bezig zijn.”

Het ijskarretje van ZUUT heeft veel bekijks. Het lijkt wel een relikwie uit lang vervlogen tijden. Maar de racefiets die het wagentje aandrijft, verraadt een recent bouwjaar. “Voor het ontwerp klopten we aan bij Atelier Marcel, het bedrijfje van de decorbouwer Koen Luypaert. Samen kwamen we op het idee ons ijswagentje een Panamarenko-gevoel te geven. Het is een kruising tussen een koersfiets en een koelkast, maar stijlvol en met de juiste dosis humor. Ik vind het resultaat enorm geslaagd. We krijgen er nog elke dag complimenten voor.”

Maar zijn wagentje is niet de grootste trots van De Volder. “Toen mijn dochter Stella geboren werd, ontwierp ik voor haar een nieuwe ijssmaak: stracciatella met een twist. Ik doopte het StracciaStella. Ze zijn allebei om op te eten.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content