Iedereen wint bij filantropie

In onze misantropische maatschappij lijkt filantropie een concept uit vervlogen tijden. Een actie waarbij niets als tegenprestatie wordt verwacht, staat haaks op de bedrijfscultuur waarin rendement en efficiëntie de basiswaarden zijn.

Nochtans doen heel wat bedrijven aan filantropie onder de vorm van mecenaat. Het gaat om materiële steun aan verenigingen die het algemeen belang dienen, zonder directe tegenprestatie van de begunstigde. De regeringsverklaring van Leterme I stelt dat de regering de parlementsinitiatieven zal steunen voor het uitwerken van een wettelijk fiscaal kader voor mecenaat. Terwijl de meeste landen voorzien in fiscale aftrekbaarheid, hangt de fiscale behandeling van het mecenaat in België af van de ingesteldheid van de belastingcontroleur. Het gebrek aan fiscale zekerheid is een belangrijke hinderpaal voor bedrijven om aan mecenaat te doen en contrasteert met de fiscale rechtszekerheid voor sponsoring. Vanuit het oogpunt van de fiscus heeft sponsoring een directe return op de bedrijfsresultaten en zijn sponsoringuitgaven dan ook fiscaal aftrekbare bedrijfskosten. Dat sponsoring fiscaal beter wordt behandeld dan bedrijfsfilantropie, is een maatschappelijke aberratie.

De belangrijkste stakeholders van filantropie zijn natuurlijk de finale begunstigden. Mecenaatfondsen ondersteunen wetenschappelijk onderzoek en cultuuractiviteiten, en financieren solidariteitsacties. Onze maatschappij heeft immers aangetoond dat zij onbekwaam is om het armoedeprobleem duurzaam op te lossen. Mecenaat kan soelaas brengen voor mensen die onder de armoedegrens leven. Bovendien kunnen goed uitgekiende acties een multiplicatoreffect veroorzaken. Wanneer via de filantropie een microkrediet van één euro wordt toegekend, leidt dat de facto tot vier euro beschikbare middelen.

Vanuit diezelfde filosofie rendeert filantropie ook voor de overheid. Door filantropische uitgaven fiscaal aftrekbaar te maken, en gerekend met een gemiddelde effectieve vennootschapsbelastingvoet van 25 %, kan de overheid met eenzelfde budget vier keer meer geld vrijmaken voor humanitaire en andere acties indien zij dat via de privésector doet dan indien zij rechtstreeks investeert in die projecten.

Maar waarom zouden de bedrijven aan mecenaat doen? Ten eerste omdat het past in het ethisch en duurzaam ondernemen. Het is een teruggave aan de maatschappij die de bedrijvigheid mogelijk maakt. Maar ook hier blijkt dat ethisch ondernemen niet noodzakelijk de tegenpool is van rendement. Uit een onderzoek van de Britse denktank World Foundation blijkt dat bedrijven die aan mecenaat doen, de meeste aantrekkingskracht uitoefenen op sollicitanten. In een periode van krapte op de arbeidsmarkt kan dat zeer interessant zijn. En ook het imago van de ondernemingen bij de klanten kan er wel bij varen. Vandaar dat bijvoorbeeld banken en telecommunicatiebedrijven zeer actief zijn in filantropie. Voor hen is het imago cruciaal.

Bedrijfsfilantropie rendeert dus. Dat werd ook empirisch bevestigd. De Amerikaanse professor Joel Fleishman beschrijft in zijn boek The Rage of Giving (PublicAffairs, 2007), honderd cases en kwam tot de conclusie dat filantropen de drijvende kracht zijn achter de Amerikaanse vibrerende welvaartsmaatschappij. De impact hangt wel af van de professionaliteit waarmee de acties concreet gestalte krijgen. Het feit dat bedrijven zich gegroepeerd hebben om van elkaar te leren (www.bedrijfsmecenaat.be) is in die context een zeer goede zaak.

Als we het fenomeen kunnen aanwakkeren, komt dat dus de volledige maatschappij ten goede. Een enquête van het onderzoeksbureau Opsis concludeerde dat 70 % van de bedrijven meer filantropische uitgaven zou doen mocht daarvoor een fiscaal kader bestaan. Het bedrag dat geïnvesteerd wordt in bedrijfsmecenaat kan dan verviervoudigen tot 800 miljoen euro per jaar, stelt McKinsey in een studie over de Belgische situatie. Zo’n bedrag inzetten in de strijd tegen de sociale exclusie, het bevorderen van onderzoek en cultuur, kan een slok op de borrel schelen.

Men kan ook verder gaan en naar het voorbeeld van Frankrijk een fiscaal statuut uitwerken dat mecenaat bevoordeelt ten opzichte van sponsoring. Mecenaat leidt in Frankrijk tot 60 % belastingaftrek voor een bedrag van maximaal 5 % van de omzet.

Als het allemaal zo positief is, waarom palavert men dan al jaren over een rechtskader dat er, ondanks diverse parlementaire voorstellen, nog altijd niet is? Dat komt omdat wij het gewend zijn dat sociale diensten betaald worden door belastingen, met de overheid in de rol van Robin Hood. Filantropie financieren via de ondernemingen is dan ook een ideologische kentering, maar wel een waarbij alle partijen winnen. De taak van de overheid is zich ervan te vergewissen dat alles transparant en professioneel wordt aangepakt. (T)

DE AUTEUR IS PROFESSOR ECONOMIE AAN EHSAL, HOGESCHOOL GENT EN UNIVERSITEIT VAN NANCY.

Rudy Aernoudt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content