IDENTIFICATIE EN DRAADLOZE NETWERKEN

EUROPDATA.

Twee jaar geleden herbekeek Europdata uit Edegem, bij zijn twintigste verjaardag, zijn activiteiten. In die twee decennia was het bedrijf van stichter Leo Janssens van vertegenwoordiger in draagbare terminals uitgewaaierd naar barcodelezers (de Belgische geneesmiddelen dragen nog altijd een Europdata-barcode), barcodeprinters, protocolconverters, verticale softwaretoepassingen, Kyocera-laserprinters (waarvan het eerst Belgisch importeur was) en radiodatanetwerken (met een 50 % participatie in de Nederlandse telemetriespecialist 3B Engineering). “Veel te veel,” begon Leo Janssens te ondervinden, “op recepties had ik een kwartier nodig om uit te leggen wat Europdata deed.” De omzet van het geheel was grosso modo 330 miljoen, de winst 25 miljoen, er werkten 65 mensen.

Europdata besloot zich te richten op twee kernactiviteiten : automatische identificatie (“back to the past”) en draadloze datacommunicatie, een domein dat daar zeer nauw bij aansluit. “Allebei zijn het enorme groeimarkten,” stelt Leo Janssens, “omdat bedrijven nu hun marges proberen te redden door hun logistiek te automatiseren.” Europdata stopte met de verkoop van protocolconverters en laserprinters en verkocht zijn Mumps-softwarehuis aan Datika International. Het ging zich binnen zijn twee core businesses toeleggen op verticale sectoren (retail, transport, chemie & farma) en op een horizontale technologie : radiofrequentie (RF) netwerken. Installatiewerk dat Europdata vroeger zelf zou hebben gedaan zoals de uitrusting met GPS van 400 bussen en trams bij De Lijn wordt uitbesteed. Vandaag gaat de aandacht naar verkoop, onderhoud en project management.

Niet alles liep zoals verwacht.

Draadloze datacommunicatie valt uiteen in lokale netwerken (zie de hoofdtekst) en wide area “publieke” netwerken. Dat laatste omvat technieken als data-via-GSM, trunking (gesloten gebruikersgroepen op een publiek radionetwerk), Mobitex (het draadloze netwerk met pakkettenschakeling van Ram Mobile Data), GPS (positionering via satelliet) en satellietcommunicatie (via Inmarsat e.d.m.). En ondanks alle logica en de vaststelling van Leo Janssens “als er een antenne op staat, zit het in de lift,” trekt het gebruik van data over publieke netwerken in België trager aan dan verwacht. Europdata was door zijn specialisatie een partner van het eerste uur voor Ram Mobile Data Belgium (het rustte recent nog 50 wagens van GMIC uit met GPS- en alarmsystemen die via Ram werken) en van het Spectrum-netwerk van de Belgian Trunking Company. Het aantal abonnees van Ram is tot nog toe aan de lage kant, en Spectrum heeft 700 gebruikers, weet Leo Janssens, maar geen enkele voor dataverkeer. “De Belgen kicken op GSM of op een radio waar ze mee kunnen praten,” stelt hij met tegenzin vast. “Nochtans wordt 90 percent van de gegevens waarover ze praten door de andere partij ingetikt in een computer.” Wat dan met de Short Message Service (SMS) over GSM ?

Leo Janssens : “SMS zijn korte berichten, maar zonder gegarandeerde responstijd, omdat SMS het technische kanaal van het GSM-netwerk gebruikt. Als dat kanaal zwaar bezet is, schuift SMS dus achteruit.” De zaken liggen simpel voor de voorzitter van Europdata, dat zich graag als een architect van oplossingen profileert : “Is het data only, dan is er maar één goede technologie waarschijnlijk, Ram Mobile Data. Is het data én voice, dan hebt u niet veel keuze : trunking of GSM.”

In 1996 haalde Europdata met 35 mensen naar eigen zeggen iets meer dan 300 miljoen frank omzet, zonder de omzet van 3B Engineering, met zijn dozijn werknemers, te rekenen. Ruwweg 65 miljoen frank kwam uit reparatie en onderhoud van de ca. 60.000 Europdata producten in the field, ongeveer 40 miljoen frank uit retail (winkelomgevingen) en telkens ongeveer 50 miljoen frank uit food (voedingsindustrie afgezien van retail), chemie/farma en transport. De resterende 60 miljoen komt uit radiofrequentietoepassingen. Leo Janssens verwacht dit jaar zijn omzet in retail te verdubbelen en in RF met twee derden vooruit te gaan.

“Iedereen denkt dat er geen groei meer zit in barcodes, nu er overal wel een spreepjescode ophangt, maar niets is minder waar,” zegt Leo Janssens. Hij verwijst naar de bidimensionele PDF-417-barcode, die eruit ziet als een “smirnamatje” en 3000 tekens aan informatie kan bevatten. Dat is voldoende om bijvoorbeeld de inhoud van het palet dat de grossier bij de kleinhandelaar afzet te coderen (één label scannen en het hele voorraadbeheer is bijgewerkt). Of om de inhoud van facturen te coderen (niet overtypen, maar scannen). “Dit is EDI op papier,” zegt Leo Janssens, die naar enkele internationale toepassingen verwijst. Een andere interessante vernieuwing (en een voorbeeld van Europdata’s “partner”-filosofie) is de pilootinstallatie voor self-scanning die de Antwerpenaars samen met een belangrijk Belgisch retailer hebben uitgewerkt (ze wordt binnenkort voorgesteld). Symbol Technologies, waarvoor Europdata distributeur is, heeft al een 150 dergelijke pilots geïnstalleerd, sinds het in 1993 het concept samen met Albert Heijn ontwikkelde.

Concurrenten van Europdata in automatische identificatie zijn o.a. Datalogic, Bopack, Phi Data of Zetes. In FHSS-draadloze netwerken gaat het eigenlijk alleen om Proxim.

LEO JANSSENS (EUROPDATA) Concentratie op groeimarkten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content